Verslag van de vergadering van 1 december 2020 (2020/2021 nr. 12)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.24 uur
De heer Verkerk i (ChristenUnie):
Voorzitter. Als eerste wil ik de minister heel hartelijk danken voor haar antwoorden en toelichting. Op zich zijn we blij met deze wet. Het is wel eerlijk om te zeggen dat het een reparatiewet is, met alle problemen van een reparatiewet: je repareert een dingetje en je weet dat een aantal andere dingen niet goed zitten. Dat zien we bijvoorbeeld ook als het gaat over de huren in de private sector. Wat mij betreft moeten we de motie-Kox zien in het kader van een stukje reparatiewet. Ik heb ook niet voor niks de minister gevraagd om daarin verder na te denken over die trendbreuk. Ik gebruikte het woord "droom", maar zal dat niet meer doen. Ik zal de woorden "fundamentele visie" of "strategische visie" gebruiken, daar kun je altijd goed mee voor de dag komen. Ik wil de trendbreuk dan met uw woorden herdefiniëren als de "verhouding tussen inkomen en datgene wat je uitgeeft aan huur of een eventuele koopwoning". Ik vraag de minister of zij een toezegging kan doen om daarover een meer fundamentele notitie van het kabinet het licht te doen zien zodat we ons niet steeds focusseren op het repareren van dingen, maar er een visie komt van het kabinet: zo kijken wij naar de verhouding tussen inkomens en huren.
Voorzitter. Ook hier is het van belang om op te merken waarom wij in deze problematiek zitten, ook richting de heer Van der Burg. We hebben hier ook te maken met het falen van de markt. Als de markt op een aantal dingen faalt, we overheidsbeleid hebben wat niet in alles even charmant is, laat ik het zo uitdrukken, en een politiek die daar lang in meegaat, krijgen we dus een probleem. Als ik diep ga kijken in de traditie van het kritisch humanisme, waar het liberalisme uit voort is gekomen, is een van de belangrijke waarden sociale rechtvaardigheid. Ik merk dat daar bij het liberale denken meer aandacht voor komt. Ik zou de VVD daartoe willen uitnodigen, te meer daar dit ook is neergeslagen in artikel 22 van de Grondwet, met het sociale recht en de plicht van de overheid om te zorgen voor huisvesting.
Voorzitter. Ik dank de minister voor haar pleidooi voor duurzame woningen, voor alle lagen van de bevolking. De mensen met een betere beurs kunnen zich een goed geïsoleerd huis permitteren, waar het heel prettig wonen is. Zouden wij dat alleen willen hebben voor mensen met een goede beurs? Ik zou dat heel jammer vinden. Ik wil de minister hartelijk danken voor wat zij heeft gezegd. Ik vraag de minister om nog iets meer te zeggen over de cijfers. En waarom? Een krachtig beleid is onmogelijk zonder zeer stevige cijfers.
We staan enkele maanden voor de verkiezingen. Dat was aan een aantal bijdragen te merken en dat geldt natuurlijk ook voor mijn bijdrage. Ik wil hier wel benadrukken dat het belangrijk is dat Nederland een land wordt waar wij goed kunnen wonen. Ik ben begonnen met de zes w's. Ik zal ze niet allemaal herhalen, maar de essentie van die w's was: goed kunnen wonen is ongelofelijk belangrijk voor een bloeiende samenleving. Ik heb gelukkig gezien in de bijdragen van veel partijen dat velen daar op verschillende manieren en met verschillende achtergronden aan willen bijdragen. Als dat onze inzet is als Kamer, komen we weg van smalle moties en smalle invalshoeken en komen we tot bredere visies, met stevige uitvoerings- en doorzettingsmacht. Dat zou ik de minister willen toewensen, maar met name ook een volgend kabinet. Ik heb begrepen dat de minister daarvoor al de weg aan het plaveien is. Dat is erg mooi.
Ik dank u hartelijk en ben benieuwd naar uw antwoorden.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Verkerk. Wenst een van de leden in tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval.
Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Dat is het geval. Ik geef het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hoelang denkt u ongeveer nodig te hebben? Er begint nu een commissievergadering en u moet zelf ook over een kwartier weg, dacht ik.