Verslag van de vergadering van 8 januari 2021 (2020/2021 nr. 17)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.32 uur
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Het ging toch de hele middag eigenlijk over ijshockey: we moeten schaatsen naar waar de puck zal zijn en niet naar waar die nu is. Ik heb daarbij de Noord-Amerikaanse ijshockeyer Wayne Gretzky genoemd, die, zoals de heer Janssen terecht aangaf, uit Canada komt, maar vooral heel erg lang in Amerika speelde. Vandaar deze verwarring. Waarom is deze Gretzky nou zo'n enorme legende geworden in het ijshockey en waarom stond hij altijd op de plek waar de puck naartoe ging? Omdat hij beschikt over een uniek soort judgment om te snappen waar hij een paar seconden later moest zijn. Wat hebben wij gedaan in Nederland? Wij hebben het hele coronabeleid uitbesteed aan onze eigen Wayne Gretzky, Jaap van Dissel, en het kabinet heeft zijn eigen judgment eigenlijk uitgeschakeld. Maar nu zien we toch dat het judgment van de heer Van Dissel niet hetzelfde is als dat van Gretzky.
Wat ons betreft, heeft het debat van vandaag aangetoond dat het kabinet ook op dit gebied weer behind the curve is. Dat is een terugkerend patroon. Waarom gebeurt dat toch steeds? Dat vraag ik mij al tijden af, al sinds het begin van de coronacrisis. Op de een of andere manier lukt het maar niet om intuïtief de goede keuzes te maken. Je hoeft dus ook geen rocket scientist of een top-ijshockeyspeler te zijn om te zien dat het met de Britse virusvariant — ik zag net dat ook het Zuid-Afrikaanse virus in Brabant is opgedoken — binnenkort uit de klauwen gaat lopen. Dus het verzoek om toch echt vooruit te denken. Misschien heeft de minister weleens kleiduiven geschoten en dan zal hij weten dat je voor de kleiduiven moet schieten en niet erachter of erop, want dan mis je de kleiduif. Het kabinet moet nu dus eigenlijk bezig zijn met wat er over twee weken gebeurt en niet met wat er twee weken geleden gebeurde.
Voorzitter. Ik zag net dat het OMT zijn visie op de scholieren heeft herzien. In de zomer werd er gezegd: scholieren hoeven geen afstand te houden op de middelbare scholen. In Duitsland, Frankrijk en de België deed men dat wel en nu komt het OMT — ik zag het net op de NOS en vanavond komt het bij Nieuwsuur — tot de conclusie dat dat inderdaad achteraf wel veel beter was geweest, omdat vooral middelbare scholieren van 15, 16, 17 het virus toch veel effectiever blijken te verspreiden dan men dacht. Dus wederom de oproep aan het kabinet om vooral te kijken naar wat er in het buitenland gebeurt. Ik lees de buitenlandse pers — ik volg dat — en ik zie daar soms dingen waarvan ik denk: waarom ziet het kabinet dat niet? Zo'n grote rocket scientist ben ik nou ook weer niet. Ga dus niet alleen af op Van Dissel en zeg niet alleen maar: verder geloven we het allemaal wel, want we doen gewoon wat hij zegt. Nee, gebruik je gezonde verstand en denk vooruit en doe wat nodig is!
De voorzitter:
U bent ruim over uw spreektijd heen.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Ik rond af, voorzitter. Ik had nog flink wat tijd over in mijn eerste termijn. Het komt goed.
De voorzitter:
Toch even het woord nemen. Ik heb u inmiddels heel ver over uw spreektijd heen laten gaan, verder dan alle anderen. Dus ik verzoek u vriendelijk om af te ronden.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Ja, ik rond af.
Ik heb het gehad over de kwaliteit van de wetgeving. Die is volgens ons toch structureel onder de maat. De minister heeft ons bezworen dat dat niet ligt aan de kwaliteit van de wetgevingsjuristen. Dan zou ik toch willen oproepen om er bij de bewindslieden van het kabinet dan in ieder geval in het parlement op aan te dringen dat de kwaliteit van de wetgeving ook een punt van zorg blijft. Als de minister daar op de een of andere manier toch een soort verbeteringstraject voor in gang zou kunnen zetten, dan zouden wij dat als fractie hoe dan ook bijzonder toejuichen.
Dank u wel, voorzitter, en ook dank voor de extra tijd.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Dan is het woord aan de heer Van Pareren namens de Fractie-Van Pareren.