Verslag van de vergadering van 8 januari 2021 (2020/2021 nr. 17)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.27 uur
De heer Recourt i (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik ga als een haas, want ik heb mezelf weer gestraft met te korte spreektijden. Mijn fractie is ervan overtuigd dat het noodzakelijk is, helemaal met die muterende virussen, om restricties aan reizen vanuit het buitenland op te leggen. Dus we zijn heel erg geneigd om voor deze wet te stemmen, maar we hebben ook grote moeite met mensen te weigeren om hun eigen grondgebied te betreden. Daar was nu juist lid 5 voor in het leven geroepen. Alleen, de minister houdt het wel heel klein. Ik ben het inmiddels met GroenLinks eens dat het geen hardheidsclausule is, maar gewoon een uitzondering, een voorwaarde of hoe je het wilt noemen.
Ik heb in mijn eerste termijn niet voor niks gerefereerd aan de toeslagenaffaire, waarbij je met een te grote streep alle mensen over één kam scheert. Juist lid 5 maakt het mogelijk om maatwerk te leveren. Als je niks doet, vrees ik dat de maatschappijen zullen zeggen: lid 5 kennen we niet, doen we niet, u heeft gewoon zo'n negatieve test nodig en anders gaat u niet mee. Daarom de volgende motie.
De voorzitter:
Door het lid Recourt wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de toegang tot het grondgebied van de staat waarvan hij onderdaan is verdragsrechtelijk als grondrecht is beschermd doch dat dit recht bij wet mag worden ingeperkt, mits proportioneel;
constaterende dat ter invulling van de proportionaliteit door de regering een vijfde lid van artikel 58p van de Wpg aan het onderhavige wetsvoorstel is toegevoegd;
constaterende dat de bij dit lid in het leven geroepen uitzondering gericht is tot en uitgevoerd moet worden door vervoersbedrijven;
verzoekt de regering zorg te dragen voor registratie van weigering en toepassing van de uitzondering en dit voor vervoerders inzichtelijk te maken ter bevordering van de eenheid van toepassing,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter F (35695).
De heer Recourt (PvdA):
Tot slot dank ik de minister, ook voor zijn toezegging, maar u begrijpt dat ik die onvoldoende vond vanwege de zwaarte van dit onderdeel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Recourt. Dan is het woord aan de heer Van Dijk namens de fractie van de SGP.