Plenair Otten bij voortzetting behandeling Opneming bepalingen correctief referendum in Grondwet



Verslag van de vergadering van 19 januari 2021 (2020/2021 nr. 20)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.40 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. Lage drempels, hoge dijken. Democratie en rechtsstaat in balans. Zo heet het eindrapport van de staatscommissie parlementair stelsel, ook wel commissie-Remkes genaamd. De staatscommissie adviseerde een bindend correctief referendum met, na een lange discussie binnen de commissie, een uitkomstdrempel van 33%. Een aantal leden van de commissie hadden zelfs een lagere drempel in gedachten. Maar wat deed de Tweede Kamer via een killer-amendement van de ChristenUnie? Ik heb het een poisonpill genoemd; in dit geval dan de gifpil van Segers. De Tweede Kamer realiseerde een toch veel hogere uitkomstdrempel.

We hebben de minister-president de afgelopen week tijdens de implosie van zijn kabinet horen zeggen dat hij vooral verantwoording aan de kiezers verschuldigd is. Dat klinkt goed, maar als het gaat om dit bindend correctief referendum, geeft het kabinet-Rutte niet thuis. Dan wordt snel een hoge drempel opgeworpen en wordt de democratie juist uit balans geslagen door het kabinet.

Onze fractie heeft veel waardering voor het Kamerlid Van Raak en voor de moeite die hij heeft gedaan om deze initiatiefwet zo ver te krijgen dat we hier zitten. Helaas denken wij toch dat de heer Van Raak een wat minder goede dealmaker is en zich in zijn wens om deze wet aangenomen te krijgen, enigszins door de tegenstanders van het referendum in de luren heeft laten leggen met dat killeramendement van de ChristenUnie.

Voorzitter. In het splitsingsvoorstel van de heer Kox zien wij ook geen brood. Kennelijk is de heer Kox in de ban van de vele splitsingen in deze Eerste Kamer, maar dit lijkt ons geen werkbare oplossing.

De heer Kox i (SP):

Het is verbluffend hoe snel collega Otten deze niet-alledaagse figuur kan doorgronden, maar we krijgen eerst nog een brief van de minister, dus misschien kan hij er nog een second thought aan wagen. Daar word je nooit dommer van. Ik wilde alleen opmerken dat collega Otten zei dat de initiatiefnemer een deal heeft gemaakt over de uitkomsten. De initiatiefnemer heeft vandaag echter nogmaals verteld dat hij het amendement heeft ontraden. Het is toch aangenomen door een Tweede Kamermeerderheid, maar niet met zijn steun, noch met de steun van mijn fractie. Het begrip van een deal kan niet zijn dat iemand geen deal sluit, maar er toch aan wordt opgehangen. Zo zit het niet in elkaar.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik zei letterlijk dat hij het geweldig goed heeft gedaan, maar dat hij een minder goede dealmaker is. Ik heb niet gezegd dat hij een deal heeft gemaakt. Hij heeft geen deal gemaakt en dat is het probleem. Hij had het moeten laten escaleren in de Tweede Kamer. Dat was het moment geweest om het te doen. Nu zitten wij in de Eerste Kamer aan de democratische noodrem te trekken, zoals tegenwoordig ongeveer wekelijks moet gebeuren. Dat had natuurlijk daar moeten gebeuren; dat was het goede gremium geweest om het in ieder geval te proberen, maar dat is helaas niet gelukt. Daar sloeg mijn opmerking op.

De heer Kox (SP):

Dan toch nog even iets wat collega Otten bij kan leren. De enige manier om te voorkomen dat het aangenomen amendement niet hier was gekomen, was dat collega Van Raak als initiatiefnemer had gezegd: ik vind dat een onaanvaardbaar amendement, ik trek de hele zaak terug. Dan hadden we hier gewoon over iets anders leuks gedebatteerd, maar niet over een grondwettelijk referendum. Dan was het gewoon van tafel geweest. Dat is toch wel goed voor collega Otten: we hebben niet alles voor het kiezen. Het komt hier zoals het gaat.

De voorzitter:

De heer Otten, een reactie en vervolgt u dan uw betoog.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik geef even een korte reactie, voorzitter. Wat geprobeerd had kunnen worden, was om die drempel niet in de Grondwet op te nemen. Artikel 53 van de Grondwet regelt de verkiezing van de Tweede Kamer. Daar staat iets over evenredige vertegenwoordiging en de wet regelt verder hoe dat gaat. Er staat niet in de Grondwet wat de kiesdrempel is en via welke methode de zetels worden verdeeld. Dat staat allemaal niet in de Grondwet. Dat zijn uitvoerende maatregelen. Dat had ook heel erg goed gekund bij dit bindend correctief referendum. De vraag is waarom dat niet is gebeurd.

De voorzitter:

De heer Kox, uw derde vraag. Gaat uw gang.

De heer Kox (SP):

Het is niet gebeurd omdat de indieners van het amendement het zo hebben opgesteld dat het in de Grondwet komt. Zij hebben het zo goed georganiseerd, dat ze ondanks het feit dat ze niet onze steun en de steun van de Partij van de Arbeid en GroenLinks kregen, toch een meerderheid kregen. Dan is het toch de democratie die de bovenhand moet hebben? Als het door de Tweede Kamer in meerderheid wordt besloten, dan staat het erin. Sterker nog, als u een fractie in de Tweede Kamer had en u had het niet zo gewild, dan had u het toch moeten accepteren. Zo zijn nu eenmaal de spelregels.

De heer Otten (Fractie-Otten):

De heer Kox wil graag een auto. Hij heeft nu een auto zonder wielen en met een motor die niet werkt. Toch zegt hij: ik heb een mooie auto, ik kan hem in ieder geval in de straat zetten, zodat de buren zien dat ik een mooie auto heb. Maar het is een auto die niet rijdt, daar gaat het ons om.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog, meneer Otten.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik vervolg mijn betoog. De splitsing van de heer Kox hadden we gehad.

Ik had het met de minister al uitgebreid over de preventieve werking gehad, die noodzakelijk is om onze democratie en rechtsstaat in balans te krijgen. Als er geen denkbare kans is dat een referendum de mogelijkheid heeft om het te halen en een wet te verwerpen, dan trekken politici zich daar in de praktijk niets van aan. Dat blijkt ook uit divers wetenschappelijk onderzoek. U heeft het onderzoek van de Universiteit Nijmegen kunnen lezen, waaruit blijkt dat internationaal gezien 40% heel erg hoog is en waarschijnlijk leidt tot het afhaken van de kiezer. De heer Kox en anderen kunnen zeggen dat we dan in ieder geval een referendum hebben, en dat we dan later kunnen kijken of we nog iets kunnen veranderen. Tegen de heer Kox en anderen zeg ik dan: tegen die tijd is de kiezer waarschijnlijk al afgehaakt.

Voorzitter. Onze fractie wil heel graag een goed werkend bindend referendum dat, zoals gezegd, vooral de noodzakelijke preventieve werking op politici heeft. Dat betekent dus dat we niet een hindernisbaan moeten opwerpen zoals nu gebeurd is. Daarom stellen we voor om hier nog eens even goed over na te denken. Zoals u heeft gezien, steunen wij wat dat betreft ook de motie van de heer Ganzevoort.

Dank u wel, voorzitter. Dat was binnen de tijd.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Dan is nu het woord aan de heer Nicolaï namens de fractie van de Partij voor de Dieren.