Verslag van de vergadering van 23 februari 2021 (2020/2021 nr. 26)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.33 uur
De heer Schalk i (SGP):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik was enigszins verrast, maar prima dat ik nu al aan de beurt ben om te spreken over dit moeilijke onderwerp.
Mevrouw de voorzitter. De toeslagenaffaire zal ons nog lang heugen. Het valt mij op dat ook diverse andere dossiers waarin spanning tussen overheid en burgers voelbaar is, al worden gekoppeld aan deze toeslagenaffaire. Ik heb het over het falen van de overheid. Daarbij doel ik overigens niet alleen op de regering, maar ook op het parlement, de rechtspraak en de Belastingdienst. Het moet ons allen met schaamte vervullen. Er zijn nog vele woorden aan te wijden, maar het komt nu aan op daden. Er moet zo snel mogelijk voor worden gezorgd dat de nood gelenigd wordt, zo compleet en eerlijk mogelijk.
In de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris gemeld dat ze tegen ouders heeft gezegd dat de regering iedereen die zich voor 15 februari meldt het bedrag van €30.000 zal uitkeren. Die datum is inmiddels voorbij. Ik neem aan dat de staatssecretaris ons het precieze aantal gezinnen kan noemen die zich inmiddels gemeld hebben. Over hoeveel gezinnen gaat het? Wat is de stand van zaken wat betreft de daadwerkelijke uitvoering? Met name de datum van 15 februari roept nieuwe vragen op. Hoe gaat het met hen die zich pas op 16 februari hebben gemeld of misschien wel eerder, op 20 januari? En hoe zal het gaan met hen die zich pas over enkele maanden gaan melden? Kan de staatssecretaris daar inzicht in geven? Kan ze een nieuwe datum toezeggen waarop gedupeerden geld krijgen die zich bijvoorbeeld voor 1 mei melden? Is daar een planning voor?
Voorzitter. Het gaat over een fors bedrag. Als 25.000 mensen zich gemeld hebben, is het sommetje vrij eenvoudig: dan gaat het om 750 miljoen. Dat is geen sinecure, maar wat moet, dat moet. Maar er is wat mijn fractie betreft nog geen duidelijkheid over de kwestie van de financiering. Het gerucht gaat dat een collega van de staatssecretaris bezig is om een deel te verhalen bij de gezinnen door de kinderbijslag aan te pakken en deze een paar jaar te bevriezen. Kan de staatssecretaris klip-en-klaar melden dat dit niet zal gebeuren? In antwoord op schriftelijke vragen beaamt namelijk de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat gezinnen met kinderen er inderdaad in koopkracht op achteruit zullen gaan. De fractie van de SGP vindt dat echt niet kunnen. Immers, in dat geval worden gezinnen opnieuw gepakt, vermoedelijk, eigenlijk wel zeker, ook de 23.000 gezinnen die nu schadeloosgesteld moeten worden. Dat kan en mag de bedoeling toch niet zijn?
In de Tweede Kamer is daarover gezegd dat dat later besloten wordt en dat dit aan de orde kan komen bij een nog in te dienen wetsontwerp. Maar mijn fractie stelt zich op het standpunt dat heel duidelijk moet zijn dat een reparatie van ellende niet voor een groter deel dan noodzakelijk bij de burgers terechtkomt die onderdeel zijn van het probleem. Wat is de reactie van de staatssecretaris op dit punt?
Ten slotte het volgende, voorzitter. In de Tweede Kamer is een amendement aangenomen dat een soort afkoelingsperiode van een jaar regelt. Er was nog veel onduidelijkheid over de precieze uitvoering en er werd gezegd dat er nog risico's zijn voor die uitwerking. Hoe staat het daar nu mee? Is er bijvoorbeeld ook al contact met schuldeisers over de uitvoering van dit amendement? En in het verlengde hiervan: hoe staat het met het kwijtschelden van schulden door private schuldeisers, of het overnemen van deze schulden door de overheid?
Voorzitter. Terugkijkend moeten we constateren dat het proces rondom deze toeslagenaffaire met horten en stoten is verlopen. Hopelijk krijgt de staatssecretaris het voor elkaar dat in ieder geval de financiële nood gelenigd wordt, in de wetenschap dat de emotionele schade onherstelbaar is. Mijn fractie wenst wat dat betreft dan ook alle gedupeerden van harte sterkte toe. En, voorzitter, ik zie natuurlijk uit naar de beantwoording en de reactie vanuit de regering.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ten slotte is het woord aan de heer Van Strien van de Partij voor Vrijheid.