Plenair Van Strien bij behandeling Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen



Verslag van de vergadering van 23 februari 2021 (2020/2021 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.38 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Strien i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Goed dat dit Wetsvoorstel incidentele suppletoire begroting Financiën 2021 inzake herstel toeslagen vandaag voorligt. Natuurlijk zal mijn fractie, evenals naar ik aanneem de meerderheid in dit huis, dit voorstel steunen, een voorstel in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslagen ten behoeve van het compenseren van gedupeerde ouders. Niemand wil immers op zijn geweten hebben dat in dit hele proces nóg verdere vertraging optreedt. Dat betekent echter niet dat we nu geen zorgen meer hebben, en dat we niet een aantal zeer kritische opmerkingen hebben, zowel qua inhoud als qua planning.

We hebben vorige week gezien dat dit kabinet in enkele dagen een wettelijke regeling voor de avondklok kan rechtbreien als daarbij uitsluitende de statuur van het kabinet op het spel staat. Wat een navrante tegenstelling met de tijd die het duurt om een adequate compensatieregeling te treffen en uit te voeren voor ouders die door toedoen van dit kabinet al jaren in diepe ellende gestort zijn. Waar ouders door kleine administratieve foutjes of misleiding door gastouderbureaus volledig werden uitgekleed en al jaren in de ellende zitten, wordt een fout zoals met die avondklok in enkele dagen even geregeld. Dit, terwijl we bij de toeslagenaffaire kennelijk in jaren moeten denken.

Voorzitter. En het ergste is dat wij vrezen dat het nu nóg niet snel is opgelost. In de Tweede Kamer is de motie-Wilders aangenomen, die het kabinet verzoekt indien nodig de private schulden van de slachtoffers over te nemen, zodat zij de beloofde €30.000 naar eigen inzicht kunnen besteden en niet gelijk kwijt zijn aan allerlei private schuldeisers. Dat was een werkbare oplossing die tot snel resultaat kon leiden. De met het ongetwijfeld goedbedoelde amendement-Lodders/Van Weyenberg gewijzigde wet, die nu voorligt, lijkt echter grote juridische onduidelijkheid in te houden ten aanzien van de houdbaarheid. Een jaar rust en ruimte; dat klinkt prachtig, maar voor wie zijn die rust en ruimte? Ik vrees dat mensen die nu in problemen zitten, niet van die rust en ruimte kunnen gaan genieten. Integendeel, die mensen liggen waarschijnlijk nog een extra jaar wakker van de problemen en lopen gewoon het risico dat ze door private schuldeisers en nieuwe gerechtelijke procedures op de huid gezeten gaan worden, en dat terwijl een aangenomen motie-Wilders die problemen oplost. Waarom wordt die motie niet onverkort uitgevoerd?

Voorzitter. Dit alles lijkt mij dan ook de reden waarom de incidentele suppletoire begroting, die normaal als hamerstuk door deze Kamer gaat, vandaag expliciet op de rol staat met maar liefst tien sprekers. Mijn verzoek aan de staatssecretaris is dan ook deze ernstige zorgen weg te nemen en nu eindelijk garanties te geven voor een snelle afhandeling.

Voorzitter. Ik wacht met belangstelling de beantwoording door de staatssecretaris af.

De heer Crone i (PvdA):

U citeerde terecht het zinnetje uit de motie-Wilders dat de schulden door de Staat worden overgenomen als dat noodzakelijk is. Kunt u daar invulling aan geven? Want u kunt zich voorstellen dat dat best een rekbaar begrip is. Is het noodzakelijk voor de ouders om alle schulden kwijt te schelden? Ik neem aan van wel.

De heer Van Strien (PVV):

Noodzakelijk voor de ouders, ja.

De heer Crone (PvdA):

De schuldeisers kunnen dus achterover leunen, want de overheid zal alles betalen, ook als u denkt dat die schulden ten onrechte zijn gemaakt en niks te maken hebben met de belasting en de kinderopslagaffaire als zodanig.

De voorzitter:

Wat is uw vraag?

De heer Crone (PvdA):

Of het inderdaad juist is dat alle schulden zonder meer worden overgenomen, want er staat niet voor niks "als dat noodzakelijk is".

De heer Van Strien (PVV):

Het gaat hier over alle schulden die de getroffen gezinnen in het kader van dit debacle hebben opgelopen. Zo simpel is het.

De voorzitter:

De heer Crone nog? Nee. Dank u wel, meneer Van Strien.

De heer Van Strien (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord te voeren? Dat is niet het geval. Staatssecretaris, hoeveel tijd denkt u nodig te hebben? Vijftien minuten? Twintig minuten.