Plenair Rietkerk bij stemming Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen



Verslag van de vergadering van 2 maart 2021 (2020/2021 nr. 27)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.50 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rietkerk i (CDA):

Voorzitter. Vorige week hebben de CDA-fractie, bij monde van mijn collega Essers, maar ook de fractie van 50PLUS en de Fractie-Nanninga een nadere juridische onderbouwing gevraagd van het door de Tweede Kamer aangenomen amendement-Lodders/Van Weyenberg. Dat amendement voorziet in een wettelijke afkoelingsperiode van één jaar, waarin schuldeisers hun vorderingen op ouders die door de kinderopvangtoeslagaffaire zijn gedupeerd, niet kunnen inwinnen. Onduidelijk was of er jurisprudentie is die dit amendement ondersteunt. Na afloop van het debat is van de zijde van de onvolprezen Griffie van deze Kamer het arrest-Bela Nemeth vs Hongarije uit december 2020 aangereikt, dat naar onze mening, en zoals ons is gebleken ook die van het departement van Financiën, de juridische houdbaarheid van het aangenomen amendement ondersteunt. Ook blijkt er andere jurisprudentie te bestaan, zoals het arrest-James and others vs UK uit 1986, die in deze richting wijst. Uiteindelijk is dit nog geen garantie voor een goede afloop bij de rechter bij een eventuele procedure over het voorgestelde moratorium in een concrete casus, maar deze jurisprudentie geeft ons voldoende comfort om een dergelijke procedure met vertrouwen tegemoet te zien en dat was onze inzet in het debat van vorige week. Uiteraard, maar dat heeft nooit ter discussie gestaan, stemmen wij ook in met de rest van dit wetsvoorstel, dat voorziet in een belangrijke compensatie van 1,7 miljard euro voor gedupeerde ouders.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Rietkerk. De heer Van Rooijen namens de fractie van 50PLUS.