Plenair Van Dijk bij behandeling Invoeringswet Europees Openbaar Ministerie



Verslag van de vergadering van 9 maart 2021 (2020/2021 nr. 28)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.25 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Dijk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik vind het mooi om te zien dat de minister al zijn duim opsteekt. Het Europees Openbaar Ministerie, het EOM, komt er en Nederland gaat daaraan meedoen. Daarover is eerder uitvoerig gedebatteerd en de SGP heeft steeds aangeduid dat wij bepaald niet enthousiast zijn over deze beweging. Dat debat gaan wij nu niet integraal overdoen. Dat zou ook weinig zinvol zijn, want zelfs het verwerpen van het onderhavige wetsvoorstel leidt immers niet tot beëindiging van de Nederlandse deelname aan het EOM. De EU-karavaan trekt derhalve onverstoorbaar verder. In die zin zal ik mijn bijdrage vandaag beknopt houden, mede omdat wij een royale schriftelijke behandeling achter de rug hebben.

Voor de SGP geldt vanzelfsprekend dat frauderen verwerpelijk is. Dat geldt ook voor frauderen met Europese subsidies. Daarover is geen debat, de vraag is slechts langs welke weg deze fraudeurs moeten worden opgespoord. Voor de SGP is dan de eerste logische vraag waarom het Nederlandse OM dit niet adequaat kan doen in samenwerking met vervolgende instanties in andere EU-staten, zonder derhalve nieuwe bevoegdheden over te hevelen naar Europees niveau. Het schriftelijke antwoord daarop van de minister helpt niet heel veel verder en geeft ons ook nu weinig comfort. De minister zegt dat er geen sprake van is dat de nationale vervolgende instanties niet zijn opgewassen tegen hun taken. De verwachting is slechts dat een EOM de aanpak van fraude effectiever zal maken. Is en blijft dat niet een erg magere motivering voor het overhevelen van serieuze nationale bevoegdheden, te meer omdat vergelijkbare bewegingen in het verleden vooral tonen dat er met een beroep op gehoopte effectiviteit nog veel meer overdracht van de nationale bevoegdheden naar de EU denkbaar en wenselijk is? Is dat uiteindelijk niet altijd het slot van het liedje dat we nu weer hebben ingezet? En hoe reëel is die verwachting van meer effectiviteit? Ik denk slechts aan de gezondheidszorg, formeel nota bene primair een nationale aangelegenheid, maar plotsklaps bleek de aankoop van vaccins een volstrekt Europese aangelegenheid te zijn. Wel, dat hebben we geweten. Werkt dit soms aanstekelijk?

Voorzitter. Hoe wordt gemonitord of de verwachtingen van het EOM worden waargemaakt? Wanneer is die verwachting waargemaakt in de opinie van de minister? Hoeveel zaken moet het EOM tot een goed einde hebben gebracht om van een succes te kunnen spreken? En dan moet het hier natuurlijk gaan om fraudezaken die niet via samenwerking tussen nationale opsporingsinstanties hadden kunnen worden opgespoord. Welke concrete resultaten moeten derhalve behaald zijn en hoe wordt dit gerapporteerd aan de Kamers? En als het EOM niet gaat vliegen, wat is dan plan B?

Tot slot. Is de minister er gerust op dat het mandaat van het EOM niet sluipenderwijs wordt opgerekt? Welke risico's ziet de minister hier en hoe kunnen we daarop acteren?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Dan is het woord aan mevrouw Adriaansens namens de fractie van de VVD.