Verslag van de vergadering van 6 april 2021 (2020/2021 nr. 33)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.35 uur
De heer Recourt i (PvdA):
Dank aan de staatssecretaris voor dit debat. Ik heb namens mijn fractie ingezoomd op twee punten, die onderliggend zijn aan heel veel feitelijke problemen op de eilanden en de landen: de structuur en de samenwerking. Beide punten zijn niet vandaag of morgen op te lossen, maar zijn wel fundamenteel om grotere stappen te maken dan we nu doen. Op beide heb ik dan ook niet toezeggingen gekregen die het morgen beter maken, maar in ieder geval wel het inzicht gekregen dat er stappen op worden genomen. Dat geldt voor de structuur. De staatssecretaris heeft uitgelegd wat hij doet ten aanzien van de motie-Van Raak, ook aan collega Gerkens. Die stap is genomen. Nou, oké. Daar zijn we de komende jaren nog niet klaar mee, maar de eerste stap gaat dan genomen worden.
Het tweede geldt voor de relatie. Daar heb ik met name aandacht gevraagd voor dat lelijke verleden dat "kolonialisme" heet; en kolonialisme, dat is uitbuiting en racisme. En dat is een debat dat niet alleen individueel gevoerd moet worden, maar ook structureel. Dus ik zal daar nog wel een paar keer op terugkomen, omdat ik echt denk dat dat binnen ons Koninkrijk zoals dat nu is nog te weinig aan de orde is geweest op een manier die ... Nou ja, we spreken hier, we hebben het erover gehad, we zitten hier in de senaat, we zijn hier niet in een café of thuis of weet ik wat, maar het is een officieel huis. En datzelfde geldt voor de relaties tussen de landen: ook daar moet dat aan de orde zijn. Maar de eerste stap ... Afwachten wat dat rapport doet. Ik hoor straks nog wanneer dat rapport komt en op welke manier het Koninkrijk daarin betrokken is. En ik begrijp dat het alleen over racisme gaat; kolonialisme is natuurlijk nog wel iets meer dan dat. Maar goed, die eerste stap is gezet en ook dat gaan we gewoon de komende jaren verder zetten en verder duwen. Dus ook daar dank voor.
Ik ben blij met dit debat, en ook inderdaad — ik sluit me aan bij de vorige sprekers — met de open wijze waarop we met de staatssecretaris kunnen discussiëren. Ik zou tegen mijn collega's willen zeggen: laten we niet te angstig zijn met wat we bespreken. Natuurlijk moeten we niet oproepen tot een staatsgreep in de landen, de democratie moet daar uiteraard haar gang gaan. Maar op het moment dat de democratie even aan de kant is gezet en je ziet precies dezelfde mensen terugkomen, dan lijkt me het een volkomen legitieme vraag om te zeggen: hoe gaan we voorkomen dat we moeten herhalen wat destijds is gebeurd? En dat kan zijn omdat de personen die terugkomen er inmiddels anders over denken, maar het kan ook zijn dat de ingreep niet goed is geweest en dat er wat anders moet gebeuren. Dat lijken me vragen die hier in dit huis echt aan de orde moeten kunnen komen en op een prudente manier aan de orde zijn geweest. Hetzelfde geldt voor Curaçao, overigens.
Daarmee ben ik aan het eind van mijn tweede termijn, en ik dank de voorzitter.
De voorzitter:
Dank aan de heer Recourt. Dan is het woord aan de heer Dittrich namens de fractie van D66.