Verslag van de vergadering van 18 mei 2021 (2020/2021 nr. 37)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.49 uur
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Geen wonder dat de kabinetsformatie zo lang duurt. Onderhandelen is een vak en blijkbaar beheersen niet alle spelers dit vak. Het eigenmiddelenbesluit, het zevenjaarplan van de EU dat we vandaag bespreken, is een ultiem voorbeeld van slecht onderhandelen. Met gebruikmaking van het alibi "coronacrisis" is Nederland in een ondoordachte onderhandelingssessie akkoord gegaan met de financiering van de megalomane Green Deal van de EU en is er en passant een schulden- en transferunie opgetuigd. Iets wat veel Zuid-Europese lidstaten al lang wilden, is nu gelukt. "Une première" jubelde de Franse president Macron vorige zomer over de gemeenschappelijke schuldenunie. Maar Nederland betaalt ook 9 miljard per jaar voor met name giften aan Zuid-Europa. In het slechtste geval hangt Nederland voor 27,4 miljard euro, zo begreep ik van de minister, 27,4 miljard euro, aan de haak voor garantstellingen van andere EU-lidstaten.
Omdat dit kabinet niet in staat was om een plan te maken voor vier vrij overzichtelijke aanbevelingen van de Europese Commissie — de zogenaamde "country-specific recommendations"; ik heb ze net kort samengevat in een interruptie — lopen we nu ook nog eens 6 miljard euro mis en heeft Nederland als enige lidstaat geen plan ingediend. Ik heb de minister ook gevraagd: wat is het plan? Daar hebben we nog niet heel duidelijk een antwoord op gekregen. Ik heb die vraag ook van andere fracties gehoord.
Wel meebetalen, maar niet meeprofiteren. Dit kabinet gooit geld in de pot en gaat met 27 vrienden een vakantie plannen, maar blijft zelf als enige thuis. Het betaalt wel mee, terwijl de andere 26 de bloemetjes buiten zetten. Bovendien hebben de kabinetten-Rutte alles op alles gezet om de overheidsschuld naar beneden te krijgen, terwijl de private schulden, die al erg hoog waren in Nederland, zeker in vergelijking met landen als Italië, door de coronacrisis nog verder zijn toegenomen. In veel zuidelijke lidstaten is dit precies andersom.
Wij hebben hier al eerder op gewezen in een debat vorig jaar met de minister over de COVID-19-crisismaatregelen. We hebben toen ook een motie hierover ingediend. Die hebben we aangehouden, maar deze motie zou ik nu opnieuw willen indienen met een aangepaste tekst. Dat betreft de motie 35433, letter C van Cornelis. Ik lees de aangepaste motie nu voor.
De voorzitter:
Door de leden Otten en De Vries wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de coronacrisis de aanwezige mismatch tussen de Nederlandse overheidsschuld als percentage van het bnp enerzijds (behorend tot de laagste in de EU) en de particuliere Nederlandse schulden als percentage van het bnp (behorend tot de hoogste in de EU) verder heeft vergroot;
overwegende dat het voorgenomen eigenmiddelenbesluit van de Europese Unie, dat voorziet in een programma van 750 miljard euro (waarvan 390 miljard giften), deze ontwikkeling niet stopt;
verzoekt de regering de mogelijkheden te onderzoeken om tot een vorm van schuldtransitie te komen waarbij de particuliere schulden meer in overeenstemming komen met die van andere EU-lidstaten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter G (35711).
Dank u wel, meneer Otten. Even ter verificatie: de vorige motie, die u in wil trekken, is motie 35433, letter C. Klopt dat?
De heer Otten (Fractie-Otten):
35433, letter C. Klopt.
De voorzitter:
Dan constateer ik dat u die motie bij dezen heeft ingetrokken en dat u die vervangt door de zojuist voorgelezen motie.
Aangezien de motie-Otten (35433, letter C) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Dank, voorzitter. Ik rond af. Aangezien wij ook bij de VVD-fractie de nodige scepsis bemerken over dit povere onderhandelingsresultaat van kabinet-Rutte — uit de uitlatingen van de VVD-fractie begreep ik dat er verschillend over wordt gedacht — en gezien het zeer grote belang van dit eigenmiddelenbesluit, verzoek ik hierbij om een hoofdelijke stemming over dit eigenmiddelenbesluit.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Dan constateer ik dat u hierover een hoofdelijke stemming heeft gevraagd. Die zullen we gaan agenderen op het moment dat het mogelijk is. Dan geef ik het woord aan de heer Van Strien namens de fractie van de PVV.