Verslag van de vergadering van 29 juni 2021 (2020/2021 nr. 43)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.03 uur
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Kapitaalvernietiging op industriële schaal: zo omschreef onze fractie de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in 2019. De nieuwste hoogst renderende kolencentrales ter wereld, die in 2016 in bedrijf zijn gesteld, nadat D66-minister Brinkhorst in het kabinet-Balkenende II had bedacht dat we meer kolencentrales nodig hadden, worden na amper een paar jaar in bedrijf te zijn geweest, alweer buiten gebruik gesteld. Kapitaalvernietiging op industriële schaal. Van de circa 50.000 megaton CO2 die de wereld jaarlijks uitstoot, komt 166 megaton voor rekening van Nederland: 0,3% van de globale CO2-uitstoot. Zelfs als Nederland 0 CO2 zou uitstoten, zou de totale uitstoot in de wereld nog groeien door andere landen. Dat komt met door name China, een land dat verantwoordelijk is voor 25% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Maar wij sluiten de hypermoderne, schoonste kolencentrales ter wereld: Nederland als gidsland. Nederland gooit een ijsklontje in de Atlantische Oceaan om de wereldwijde temperatuurstijging te stoppen. Het kost miljarden, maar dan heb je ook niks. Maar goed, de meerderheid van het parlement heeft deze destructieve beslissing bedacht. Ze is door minister Wiebes goedgekeurd, dus we zitten nu met deze puinhoop.
Het wetsvoorstel dat we vandaag bespreken, regelt de tijdelijke beperking van de productie van elektriciteit met behulp van kolen tot 35% van de hoeveelheid CO2-emissies van de maximale capaciteit met kolen. Eerst vraagt de D66-minister energiebedrijven te investeren in kolencentrales en dan moeten ze weer dicht. Door dit wiebelende zigzagbeleid is Nederland straks opgescheept met wiebelstroom en komt de leveringszekerheid in het geding. Als je, zoals de Nederlandse regering doet, de langetermijnbusinesscase van deze investeerderswet onmogelijk maakt, dan komt dat de facto neer op onteigening. En bij onteigening zal adequate schadevergoeding moeten worden betaald. Dat is een belangrijk fundamenteel beginsel van internationaal recht. Maar in deze wetswijziging is onduidelijk hoe die compensatie voor de producent precies wordt geregeld. Dat wordt pas later geregeld per algemene maatregel van bestuur.
Wat wel geregeld is, is de aangenomen motie-Van der Lee in de Tweede Kamer, waarin gesteld wordt dat overcompensatie dient te worden voorkomen. Geld zou teruggevorderd moeten kunnen worden van de producenten als later blijkt dat de marktprijzen een bepaalde kant op gingen waarop men niet had geanticipeerd. Dat is dus in feite zoiets als je huis verkopen, waarna je jaren later nog een naheffing krijgt, terwijl je de deal al lang gedaan hebt. Dat is dus niet een wenselijke situatie. Wij zijn van mening dat die compensatie op basis van objectieve criteria ex ante moet plaatsvinden en niet achteraf met clawbacks.
Ik heb bij het debat in 2019 over deze wet en ook zojuist bij de interrupties in het betoog van de heer Crone al aangekaart dat het gepercipieerde political risk van Nederland als vestigingsplaats voor bedrijven vergroot wordt door dit jojobeleid. Op deze manier schrikt de Nederlandse overheid bedrijven af om zich hier te vestigen, zeker als je ook nog bij wet onteigend kunt worden, zonder dat duidelijk is wie er voor de schade gecompenseerd wordt er je er later ook nog een vordering bovenop kunt krijgen. Het is dan ook van groot belang dat dit op nette wijze wordt geregeld, in het belang van het vestigingsklimaat van Nederland. Met de tientallen miljarden belastinggeld die door het kabinet met deze ondoordachte energietransactie worden weggesmeten, kan een correcte compensatie voor deze onteigening er ook nog wel bij.
Afgelopen zondag hoorden wij mevrouw Marjan Minnesma van Urgenda bij Buitenhof op hoge toon allerlei additionele maatregelen van de regering eisen. Als het aan mevrouw Minnesma ligt, gaat de rechter nu ook nog miljarden aan dwangsommen opleggen aan de Staat. Ik vroeg me af hoeveel Nederlanders er eigenlijk op mevrouw Minnesma gestemd hebben. Niemand. Maar helaas is dit wel typerend voor de gang van zaken rondom de energietransitie.
Als het kabinet en het parlement duidelijke wetten hadden gemaakt, dan had Urgenda niet de ruimte kunnen opeisen die ze nu wel kreeg bij de rechter. Onze suggestie aan de staatssecretaris is dan ook om te kijken of het kabinet niet met een wet kan komen die ervoor zorgt dat de rechter niet nog verder op de stoel van de uitvoerende macht gaat zitten en die het wettelijk onmogelijk maakt om in dit soort gevallen dit soort enorme dwangsommen op te leggen. Iets soortgelijks zagen we een paar maanden geleden, toen staatssecretaris Broekers-Knol met een reparatiewet kwam om torenhoge dwangsommen van eindeloos procederende asielzoekers aan te pakken — een initiatief dat onze fractie toen ook steunde. Het moge duidelijk zijn: wat onze fractie betreft is de wet inzake het verbod op kolen bij de elektriciteitsproductie vanaf dag één een onzalig plan.
Ook over de idiote bomenstook kunnen wij kort zijn. Die moet natuurlijk zo snel mogelijk stoppen. Al in 2019 heeft de Eerste Kamer een motie aangenomen, medeondertekend door onze fractie, om onmiddellijk te stoppen met de subsidiëring van houtbijstook in kolencentrales. Wij vragen de staatssecretaris hoe het staat met dit verbod op subsidiëren.
Wij kunnen eindeloos terugblikken op de wet die twee jaar geleden aangenomen is en waar de huidige wet een vervolg op is, maar goed, die wet is nu eenmaal aangenomen. Het is nu dus zaak voor damage control. Dat wil zeggen: adequate compensatie voor de onteigening van de energieproducenten, zonder clawbacks achteraf, om het Nederlandse vestigingsklimaat niet nog verder te verslechteren. We doen daarnaast dan ook een oproep aan het kabinet om met betere wetgeving te komen om verdere interventies van de rechter in het klimaatbeleid enigszins in te kaderen.
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Dan is het woord aan de heer Schalk namens de fractie van de SGP.