Plenair Nanninga bij behandeling wetsvoorstel 35874 en debat over de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 12 juli 2021 (2020/2021 nr. 45)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.33 uur


Mevrouw Nanninga i (Fractie-Nanninga):

Voorzitter, dank u wel. Allereerst namens de fractie van JA21 onze dank aan de leden De Boer en Janssen en aan het kabinet voor hun inspanningen, die hebben geleid tot het voorliggende wetsvoorstel. Onze fractie zal hiermee instemmen, kan ik alvast zeggen.

Dan de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19. Daar moet mijn fractie gezien de situatie helaas van constateren dat die wellicht noodzakelijk is. We kunnen niet veel anders. Dit kan een heel kort verhaal zijn, want veel vragen die bij onze fractie leven zijn ook al door sprekers voor mij gesteld, maar mij moet het een en ander toch van het hart. In de trein onderweg naar dit debat ving ik een wat verhitte discussie op tussen een conducteur en een passagier. De inzet was het mondkapje. De passagier had bar weinig zin om er eentje te dragen. Aan de conducteur de schone taak om nut en noodzaak van het dragen van een mondkapje geduldig uit te leggen. In de aanloop naar dit debat — we hebben alles gevolgd en alles gezien — overdacht ik het een en ander. Er ontstond één vraag in mijn hoofd, dit debat indachtig. Ik denk dat het een vraag is die heel veel mensen in Nederland aan deze minister zouden willen stellen. Ik ben gelukkig in de meer dan bevoorrechte positie om deze vraag in dit huis te mogen stellen aan de minister, dus bij dezen: denkt de minister weleens aan die conducteur, aan de portier of aan de verpleegster? Denkt hij weleens aan al die mensen die belast zijn met het uitvoeren en handhaven van zijn wetgeving? Zij draaien op voor de gevolgen, niet zozeer van een onvoorspelbaar virus en strenge maatregelen die nou eenmaal nodig zijn om dat in te dammen, want zij zijn professionals en staan daarvoor, maar van de communicatieve puinhoop die dit kabinet ervan heeft gemaakt.

Wij toetsen hier onder meer op proportionaliteit, op uitvoerbaarheid en op handhaafbaarheid. Na een dom liedje van minister Grapperhaus over een verdwenen mondkapje, een suf rijmpje van minister De Jonge over dansen na een Janssenprik en het grif loslaten van de teugels door premier Rutte is de uitvoerbaarheid van de hele set covidmaatregelen zwaar in het geding gekomen. Neem de quarantaineplicht. Wat zei ik namens mijn fractie in dit huis tegen deze minister over die plicht tot zelfisolatie na reizen? "Het is onhandhaafbaar." Wat kopte de kranten enkele weken na dat debat? Verrassing: "De quarantaineplicht is onhandhaafbaar." Ik ben heus niet te deftig om soms zeer triomfantelijk mijn gelijk te halen, maar in dit geval had ik echt liever ongelijk gekregen.

Wat was nu de reactie van deze minister in dat debat destijds op onze vraag wat die quarantaineplicht nou eigenlijk kost? Er werd lacherig verwezen naar de stukken: "Het staat in de stukken, mevrouw Nanninga. Dat kost 20 miljoen euro." Ik kan lezen, maar dat was onze vraag natuurlijk niet. Onze vraag was niet letterlijk een vraag naar euro's en naar centen. Wat kost het? Wat kost het aan maatschappelijke schade? Wat kost het aan geloofwaardigheid van dit kabinet, als dit natuurlijk onherroepelijk misgaat, niet handhaafbaar is? Wat kost het aan gezag van de handhaving? Een beetje jolig afwimpelen en daarna ging het natuurlijk mis. Dat liet ook de desastreuze persconferentie afgelopen vrijdag zien, waarin de uitvoering, de handhaving en de uitwerking van de wetten van dit kabinet, van deze minister schaamteloos werden afgewenteld op het OMT, op de jongeren en op de horeca, die al ruim een jaar zieltogend uitzag naar dat goudgerande moment dat er geprikt en getest was en dat iedereen het leven weer kon hervatten.

De heer Van Hattem i (PVV):

Ik hoor mevrouw Nanninga van haar gelijknamige fractie zeggen dat het eigenlijk noodzakelijk is om de huidige maatregelen en de huidige wet wel te verlengen, dat die maatregelen noodzakelijk zijn. Maar kan mevrouw Nanninga dan ook uitleggen welke maatregelen noodzakelijk en effectief zijn, als ze tegelijkertijd constateert dat een aantal van die maatregelen al niet handhaafbaar zijn?

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Zoals de heer Van Hattem weet heb ik bijvoorbeeld tegen de quarantaineplicht groot bezwaar gemaakt. Maar het lijkt erop, in lijn met wat het OMT adviseert, dat we te vroeg hebben afgezien van dingen als de 1,5 meter, de mondkapjes en de beperkte toegang, dat die te vroeg zijn losgelaten. Ik had het liever anders gezien, maar ik denk dat er heel wat maatregelen zijn die echt nog even vastgehouden hadden moeten worden.

De heer Van Hattem (PVV):

We hebben het wel over maatregelen die de grondrechten en vrijheden ernstig inperken. Dan hebben we het bijvoorbeeld ook maatregelen als 1,5 meter in de buitenlucht en alle maatregelen waar u net terecht van zei dat het een grote belasting is voor de horeca, voor de jongeren, et cetera. Bent u ervan ... Is mevrouw Nanninga ervan overtuigd dat dat effectieve maatregelen zijn, bewezen effectieve maatregelen? En is het daarmee voldoende om deze aantasting van de grondrechten nog automatisch te verlengen?

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Wij zijn blij met het voorliggende wetsvoorstel, waarin meer democratische zeggenschap is over die aantasting van de grondrechten. Dat ben ik absoluut met de heer Van Hattem eens. Helaas ligt dit wel als een pakket voor. Ik wou dat we daarin konden cherrypicken, maar dat is niet mogelijk. Feit is wel dat de boel nog niet onder controle is, dus dat de teugels nog niet los kunnen. Dat constateer ik.

De voorzitter:

Meneer Van Hattem, tot slot.

De heer Van Hattem (PVV):

De boel onder controle? Met schijnveiligheid, zoals bijvoorbeeld met de mondkapjes of 1,5 meter buiten, krijg je de boel ook niet onder controle, zoals mevrouw Nanninga stelt. Waarom zou je dan deze maatregelen, deze Tijdelijke wet maatregelen, deze spoedwet willen verlengen als je met schijnveiligheid dingen ook niet oplost?

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

We zien dat, zodra de maatregelen worden losgelaten, het hele land meteen diep donkerrood schiet. Dat pleit toch een beetje voor mijn stelling dat het beter was geweest om ze wat langer vast te houden.

Ik pak even een zinnetje terug. Het was dus de uitwerking van deze communicatie van dit kabinet en het was niet de schuld van de horeca en de jongeren. De wetgeving, de uitvoering, de handhaving, de communicatie, dat ligt bij dit kabinet, bij deze minister. Dat kabinet is bij toetsing alhier van die maatregelen door meerdere partijen in dit huis gewaarschuwd. Dit kabinet is door burgemeesters gewaarschuwd. Dit kabinet is door het OMT gewaarschuwd. Nou, en daar waren ze vandaag: schoorvoetend excuses van de premier, maar toch niet zonder nog de loftrompet te steken over het eigen handelen, de adviezen van het OMT over ventilatie en kortere geldigheid van de testbewijzen te blijven negeren en te blijven jij-bakken naar met name jonge mensen die uiteraard niet op 1,5 meter aan een tafeltje zaten om aan een sherry'tje te nippen. Die jongeren gingen los, helemaal los, en terecht. Grapperhaus had een liedje: Rutte schrapt de maatregelen. De Jonge had een rijmpje. En zijzelf waren door ieder mogelijk hoepeltje gesprongen: thuisgezeten, geprikt, gemaskerd, getest. Ja, en toen kwamen de gebakken peren. Dat was vermijdbaar geweest. En nu is het geduld en vertrouwen van de Nederlanders wel zo'n beetje stuk en op. Voor de minister heb ik nog steeds maar één vraag, en ik wil daar echt een antwoord op. Denkt hij weleens aan die conducteur die deze clusterfuck mag uitleggen en handhaven? Voor "conducteur" mag hij ook "politieagent" of "portier" invullen.

We moeten die maatregelen waarschijnlijk wel verlengen, en dit terwijl de toetsingskaders proportionaliteit, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid compleet zijn ondermijnd door deze minister en dit kabinet. Deze verlenging, voorzitter, achten wij wellicht wel noodzakelijk, maar vooral buitengewoon pijnlijk.

Tot zover. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Nanninga. Dan geef ik het woord aan de heer Van Rooijen namens de fractie van 50PLUS.