Verslag van de vergadering van 16 november 2021 (2021/2022 nr. 6)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.39 uur
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Allereerst wil ik beginnen met een welgemeend compliment aan de commissie Financiën, die vorige week in meerderheid besloot om niet akkoord te gaan met pogingen van de minister om deze Algemene Financiële Beschouwingen tot nader order uit te stellen. Eerder zijn al de Algemene Politieke Beschouwingen met minister-president Rutte uitgesteld, na een verzoek daartoe van de VVD-fractievoorzitter, mevrouw Jorritsma. Een punt van orde dat na hoofdelijke stemmingen met 33 tegen 29 stemmen helaas werd aangenomen, mede dankzij de steun van GroenLinks. De coalitiepartijen doen er alles aan om de discussie in deze Eerste Kamer zo veel mogelijk te smoren, zogenaamd vanwege de formatie.
Tja, de formatie. Hoe staat het daar eigenlijk mee? Onze ziekenhuizen stromen vol met duizenden coronapatiënten, hoofdkantoren van multinationals vliegen het land uit en we dreigen nu ook nog in een polariserende 2G-strijd te belanden door de onnavolgbare corona-aanpak van het kabinet. Het draagvlak, ook bij gevaccineerden van goede wil, neemt snel af en dat is erg zorgelijk. En ondertussen hebben we nog steeds geen kabinet. Het verzoek aan de minister en de staatssecretaris is dan ook om te stoppen met het rondreizende formatiecircus en snel verantwoordelijkheid voor een nieuwe regering te nemen. En als dat niet lukt, schrijf dan maar nieuwe verkiezingen uit.
Voorzitter. We houden vandaag Algemene Financiële Beschouwingen. Laten we het vertrek van Shell uit Nederland, waar natuurlijk heel veel over te doen is geweest de afgelopen 48 uur, eens algemeen financieel beschouwen. Want het vertrek van Shell is symptomatisch voor wat er misgaat met Nederland en het Nederlandse vestigingsklimaat. Verplaats je eens in de schoenen van de bestuurders van deze multinational, mensen die over de hele wereld werken en wonen en daardoor, misschien veel duidelijker dan de gemiddelde Nederlander, zien hoe snel Nederland afglijdt. Nederland, een land waar de kwaliteit van het onderwijs steeds sneller wegzakt, met dramatische dalingen op de PISA-scores. Zie de McKinsey-studie Een verstevigd fundament voor iedereen. Ik kan 'm iedereen aanraden. Het is nota bene van de vorige werkgever van de minister. Ik zag tot mijn genoegen dat de PISA-scores inmiddels zijn opgenomen in het Blauwe Boekje, op pagina 74 en 75. Dan kunt u zelf zien hoe dramatisch die aan het zakken zijn. Het kabinet smijt er op vrij lukrake wijze miljarden tegenaan, maar het is maar zeer de vraag of de kwaliteit van het onderwijs daardoor toeneemt.
Nederland, een land waar de dienst wordt uitgemaakt op vele besluitvormende posities door vaak middelmatige types die daar veelal niet vanwege hun capaciteiten zijn beland, maar vanwege politieke connecties of omdat dat moet vanwege de laatste rages op het gebied van diversiteit. Het is ook een land dat hardnekkig blijft vasthouden aan een door politici opgedrongen en in stand gehouden poldermodel, dat al jaren niet meer functioneert, maar wel leidt tot eindeloos overleggen, vergaderen en afstemmen. Als de coronacrisis iets aangetoond heeft, dan is het wel dat de tijd van het polderen nu echt voorbij is en dat we een daadkrachtige regering nodig hebben. Laten we dan ook beginnen met het afschaffen van het achterhaalde jarenvijftig-polder-anachronisme, de SER. Het is een volstrekt overbodig, stroperig orgaan, dat de economische dynamiek in Nederland al jaren belemmert.
Voorzitter. De Financial Times schreef gisteren in een analyse met de titel "Shell ditches Dutch base to keep investors on board" over het vertrek van Shell en de nieuwe Shell-chairman Andrew Mackenzie. Een vertegenwoordiger van een grote belegger zei: "He is very much a grasp the nettle kind of guy." Dat is dus iemand die de brandnetels durft aan te pakken, iemand die lastige besluiten niet uit de weg gaat. In Nederland zouden we zeggen: iemand die de koe bij de horens vat. Hadden we in de Nederlandse politiek maar meer mensen met deze mentaliteit, die ons uit het huidige jansalietijdperk kunnen leiden en die de dringend noodzakelijke modernisering van Nederland en zijn instituties ter hand kunnen nemen, in plaats van maar te blijven doormodderen en zich steeds meer te verliezen in emo- en getuigenispolitiek.
Nederland is een land waar voor 400 miljard euro aardgas in de grond zit — dat is bijna €25.000 per Nederlander — maar waar de politiek al jaren niet in staat is om de schade van gedupeerde Groningers snel en adequaat te vergoeden, waardoor we al dat waardevolle gas maar in de grond laten zitten. Richt een fonds op en reserveer 10% van die 400 miljard voor schadevergoedingen aan Groningers. Dan blijft er nog 360 miljard over. Dat is bijna de helft van ons bbp.
Nederland is ook een land waar de politiek het internationale bedrijfsleven bewust op achterstand zet door ondoordachte corporate governance-wetgeving in te voeren, zoals een ondoordachte wet met daarin een bedenktijd van 250 dagen om slecht performing management de gelegenheid te bieden zich aan de tucht van de kapitaalmarkten te onttrekken door openbare biedingen te frustreren. Het is een wet die, zoals ik in maart bij de behandeling ervan al voorspelde, zal leiden tot survival of the unfittest Dat zien we nu gebeuren. De goede bedrijven gaan weg en we blijven met de rest zitten als het zo doorgaat.
We zien deze hele film zich nu versneld afspelen. Ik vrees dat als de politiek niet snel tot het nodige zelfinzicht komt, dit nog maar de openingsakte is van het drama getiteld: hoe veranderen we Nederland in een land dat de aansluiting met de rest van de wereld mist? Dit is een land waar de leiding na het aangekondigde vertrek van Shell met een partijtje fiscaal paniekvoetbal denkt het hoofdkantoor in Nederland te kunnen behouden door alsnog even snel de dividendbelasting af te schaffen. Overigens betaalde Shell het dividend over haar B-aandelen al vele jaren via een onbelast eiland, namelijk Guernsey. Het is een situatie die de minister bekend voorkomt, geloof ik.
Kortom, wij zijn als land in een paar decennia afgegleden naar een land waar incompetentie en middelmaat de norm zijn. Maar we zijn vooral een land dat stuurloos en visieloos is, met een uitgeregeerde minister-president, die moeilijk van het veld te krijgen is, ook al speelt hij al geruime tijd in de reservetijd. Ik zou ook overwegen om te vertrekken naar groenere weiden als ik een internationaal bedrijf was. Als dit beleid niet snel wordt omgegooid, dan komt er een ware exodus van grote bedrijven op gang. Laten we dat proberen te voorkomen. Ik roep het kabinet dan ook op om de koers snel te wijzigen om een dergelijke exodus te voorkomen, want dat zou echt fnuikend zijn voor ons vestigingsklimaat.
Voorzitter. Tot zover de observaties over het vestigingsklimaat. Dan kom ik op een aantal andere aspecten van het Belastingplan. Wij missen in het Belastingplan een concreet pad naar substantiële lastenverlichting. Het is helaas toch weer het gebruikelijke fiscale gekruidenier. Terwijl de inflatie snel toeneemt en de energieprijzen werkelijk de pan uit rijzen, blijft de koopkracht het kind van de rekening. Ook dit jaar worden de heffingskortingen weer marginaal opgetrokken, niet eens genoeg om het effect van de snel stijgende inflatie teniet te doen. Dat mag wat ons betreft veel ambitieuzer. Ons voorstel is dan ook om voortvarend tewerk te gaan, met een veel sneller glijpad naar een substantieel lager ib-tarief voor de eerste schijf, richting 30% of lager.
Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen van 2019 is onze motie aangenomen om een studie naar een eenvoudiger belastingstelsel te verrichten en dat is ook toegezegd door het kabinet. Hoe staat het hiermee, vraag ik aan de minister en de staatssecretaris van Financiën.
Hoe kunnen wij een koopkrachtimpuls door belastingverlaging financieren? Ik plaats het even in een wat breder perspectief. Dat doen we uit de 84 miljard euro die wij elk jaar uitgeven aan het totaal uit de klauwen gegroeide waterhoofd van het Nederlandse openbaar bestuur, dat ook nog eens steeds matiger functioneert, zie de coronacrisis. 84 miljard, 10% van het bbp, gaat hier elk jaar weer naartoe. Overheid wordt op deze manier overhead. Wat wij zouden doen is langdurig geld lenen, voor twintig jaar of langer, tegen 0%. Je krijgt bijna geld toe of gratis. Dat gebruiken we om een transitie te realiseren waarbij op korte termijn een structurele lastenverlaging wordt gefinancierd voor huishoudens van Nederland. De dekking vinden we door op middellange termijn de inefficiënte overheid terug te brengen met een derde tot 6% à 7% van het bbp. Dat levert jaarlijks structureel 25 miljard euro op. Dat zet zoden aan de dijk.
Tot slot kom ik op een onderbelicht aspect in de hele discussie en dat is box 2. Steeds meer wordt de dga-ondernemer door dit kabinet gezien als een fiscale melkkoe die je eindeloos uit kunt blijven melken. Maar na twee jaar corona zijn veel mkb-ondernemers zwaar ingeteerd op hun reserves en hebben velen moeten lenen van hun eigen bv om de financiële coronaklappen op te vangen. Wij ontvangen veel vragen van bezorgde ondernemers over de plannen van het kabinet en de voorstellen van de minister op dit gebied die nu al als een onheilspellende donkere wolk boven veel dga's hangen, door die leningen aan te merken als box 2-inkomen. De voorgestelde leenregeling is niet proportioneel, leidt tot zeer grote onzekerheid bij tienduizenden ondernemers en is fnuikend voor het ondernemingsklimaat.
Het is ook volstrekt contraproductief om aan de ene kant ruimhartig uitstel van belasting te verlenen, zoals de staatssecretaris terecht doet, om bedrijven niet onnodig over de kling te jagen; beleid dat nodig is en dat wij ook voor de volle honderd procent steunen. Aan de andere kant creëert de minister nu een enorme nieuwe onzekerheid met het voorstel over excessief lenen. Dat doet dit beleid voor velen grotendeels teniet en hangt zelfs als een donkere wolk boven de markt. We roepen het kabinet dan ook op om dit wetsvoorstel in te trekken, zeker in het licht van het al verslechterende vestigingsklimaat. Wij overwegen om hierover een motie in te dienen in tweede termijn.
Voorzitter. Wij zien uit naar de discussie met de minister en de staatssecretarissen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. De heer Backer.
De heer Backer i (D66):
Ik aarzel natuurlijk omdat de heer Otten hoog boven de anderen uittorent in kwaliteit en scherpte en ik vanuit de middelmaat spreek, als ik hem zo beluister. Ik zou toch willen vragen of hij vanuit zijn hoge positie niet ook zou vinden dat het kabinet in elk geval één ding goed gedaan heeft, namelijk ruimhartig steun verlenen op het moment dat het moest en dat de ambtelijke ondersteuning, die hij net ook van enige kwalificaties voorzag, een huzarenstukje heeft geleverd door dat toch tijdig te doen. Zou u daar toch misschien in iets andere bewoordingen over kunnen spreken?
De heer Otten (Fractie-Otten):
Allereerst had ik het niet over u, toen ik het over middelmaat had, zeg ik tegen de heer Backer. U ontstijgt die in ruime mate. Het gaat meer om de hele manier waarop dingen aangepakt worden. Kijk naar de hele corona-aanpak. Die is onnavolgbaar. Het gaat over veel te veel schijven en het duurt allemaal veel te lang. De timing is continu verkeerd. Ik zag dat er weer een nieuw pakket komt van 1,3 miljard, voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten. Ik denk dat het beste steunpakket zou zijn om à la minute de minister van Volksgezondheid te vervangen door een competente persoon die weer het vertrouwen van de bevolking herwint. Dat is enorm aan het verdwijnen, kan ik u verzekeren. Ik ben helemaal niet tegen vaccinatie, sterker nog, ik ben daar heel erg voor. Maar ook bij de gevaccineerde mensen die van goede wil zijn, zakt dat vertrouwen nu heel hard weg. De beste steunmaatregel om de zaak weer aan de praat te krijgen is een competente minister, het liefst met een medische achtergrond — u heeft die in uw fractie maar zo zijn er meerdere — die de bevolking weer bij elkaar kan krijgen. Ik weet niet hoe het bij u is, maar ik had vandaag 10.000 mails in mijn mailbox en ik krijg heel veel apps en noem maar op van mensen die heel bezorgd zijn over wat er allemaal in de samenleving aan de hand is op dit moment.
De heer Backer (D66):
Ik krijg die apps ook, maar de Algemene Financiële Beschouwingen, die jaarlijks plaatsvinden, zijn naar mijn gevoel ook het moment om te onderscheiden welke dingen wel en niet goed gaan. Ik had u alleen maar willen uitnodigen om daaraan deel te nemen, maar ik geloof dat dit niet in vruchtbare bodem valt.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Als ik nog even mag reageren. We hebben altijd gezegd dat de NOW-regeling een heel goede en prima regeling was. Ook het uitstel van de belastingen is heel ruimhartig en heel goed. Alleen moet je dat dan niet weer doen, met die nieuwe wolk die erboven hangt, want dan gaat het perspectief weer weg. Er staat, als ik mij niet vergis, 16 miljard uit. Ik kijk even naar de staatssecretaris … Ik hoor hem nu zeggen dat het 19 miljard is. Als je dat perspectief wegneemt door er een andere belasting overheen te gooien, dan krijg je die 19 miljard ook niet terug. Dus dat is contraproductief beleid, zeg ik tegen de heer Backer.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Dan is ten slotte het woord aan de heer Raven namens de OSF, de Onafhankelijke Senaatsfractie.