Verslag van de vergadering van 23 november 2021 (2021/2022 nr. 7)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.12 uur
Mevrouw Nanninga i (Fractie-Nanninga):
Voorzitter, dank u wel. Wat betreft corona bestaan er geen gemakkelijke antwoorden. Mijn fractie begrijpt dat ook. Dat wil echter niet zeggen dat kritiek op het gevoerde beleid per definitie gemakkelijke kritiek is. Uit de woorden van de premier en minister De Jonge van gisterenmiddag zouden we zomaar kunnen opmaken dat wij een tweede kerst in lockdown gaan doormaken. We zitten nu in de vierde besmettingsgolf. Dat betekent dat er al drie golven zijn geweest waar we lering uit hadden kunnen trekken. In plaats van lering eruit te trekken, draaiboeken, scenario's en een toekomstvisie te presenteren, speelt de minister voor de zoveelste keer paniekvoetbal. Zoals mevrouw De Boer van GroenLinks heel terecht opmerkte, gaf hij gisteren samen met de premier de Nederlanders een belerend standje: denk erom, de strengere maatregelen zijn uw eigen schuld! Daarmee deden zij totaal geen recht aan de saamhorigheid en de solidariteit die, in tegenstelling tot de luidruchtige relschoppers en ophitsers, de geruisloze meerderheid — vergeet dat niet! — van de Nederlanders heeft betracht in de afgelopen twee jaar om deze crisis het hoofd te bieden. Daarmee hebben de premier en de ministers onzes inziens het draagvlak eerder geërodeerd dan verder verstevigd.
Voorts heeft mijn fractie grote zorgen over de tijdelijkheid van de maatregelen, de indicatoren waarop het kabinet het beleid baseert en de inmiddels bijna normale, grootschalige, schending van grondrechten. Onze fractie bekruipt inmiddels het gevoel dat we geenszins van doen hebben met tijdelijke maatregelen. Dat hangt samen met ten minste twee dingen. In de eerste plaats lijkt een langetermijnvisie te ontbreken. Het is volstrekt onduidelijk hoe de regering de komende maanden denkt door te komen. Het virus dicteert de maatregelen, de regering is voortdurend reactief.
In de tweede plaats is het ook niet duidelijk waarop het kabinet nu precies reageert. Wat zijn de indicatoren die het beleid sturen? Zijn het de besmettingen, de ziekenhuisopnames, de bezette ic-bedden, de afstand tot code zwart of de vaccinatiegraad? Wat is de verhouding tussen deze indicatoren? Worden ze consequent toegepast? Is het afhankelijk van het humeur van de minister? Wie zal het zeggen? Het is niet duidelijk. En dat is buitengewoon zorgelijk, omdat het de kwaliteit van het bestuur ondermijnt, omdat het het vertrouwen van de Nederlanders ondermijnt en omdat het ons in feite voor onbepaalde tijd opzadelt met wat ooit als een tijdelijke noodwet is bedoeld.
Dat brengt mij op het punt van de schendingen van grondrechten. Iedereen in dit huis weet dat die schendingen momenteel grootschalig en vergaand zijn. In een acute crisisrespons kan dit gerechtvaardigd zijn, maar pas als alle andere opties zijn uitgeput. Maar dat is nu niet het geval. Dat heeft onzes inziens te maken met twee punten. In de eerste plaats lijkt het kabinet zich vrijwel uitsluitend op de adviezen van het OMT te baseren. Niettegenstaande de vakkennis van de OMT-leden en hun onmisbare bijdrage in deze tijd, waarvoor ook vanuit onze fractie dank, is de aanpak van corona niet alleen een medische zaak. Ook sociaalmaatschappelijke en economische factoren spelen een rol. En er spelen rechtsstatelijke overwegingen mee, waaronder de bescherming van die grondrechten. Daarmee moet ook rekening gehouden worden. Juist in dit huis dienen wij kritisch te zijn aangaande proportionaliteit en subsidiariteit van wetgeving.
We vinden het wel een heel goede start dat artikel 58j, eerste lid, van de Wpg niet wordt verlengd. Dat is een begin. Dat artikel betreft de mogelijkheid om een avondklok in te stellen. Maar we vragen ons nog steeds af of de impact van deze zogenaamde tijdelijke wet nog wel proportioneel is.
In de tweede plaats kunnen we niet weglopen van de conclusie dat een gebrek aan regie en een stelselmatig uitkleden van de zorg door deze en voorgaande regeringen ons in deze situatie hebben gebracht. Het is bijvoorbeeld onbegrijpelijk dat er nu grofweg 200 ic-bedden minder beschikbaar zijn dan vlak voor de coronacrisis. Ook het getreuzel met de derde prik is een factor waardoor het kabinet nu met de handen in het haar zit. Dat zijn ook redenen waardoor wij nu al anderhalf jaar inbreuk laten maken op onze grondrechten.
In Israël zijn ze meteen gaan schakelen toen de besmettingscijfers opliepen, waardoor daar de derde prik nu al in ieders arm zit. Die stap had de minister hier al kunnen en moeten zetten, in plaats van zware maatregelen telkens weer te verlengen. Daarom vraag ik de minister, tot slot en nogmaals, om een langetermijnvisie met de Kamer te delen. Wat is de langetermijnvisie waarop de regering haar beleid baseert? Hopelijk volgt hierop een inhoudelijk en gedegen antwoord, want anders zitten wij hier, dames en heren, volgend jaar voor de zoveelste verlenging van de coronamaatregelen en kijken we misschien weer tegen een kerst in lockdown aan.
Tot slot wil ik een motie indienen. Ik zal die omwille van de tijd niet helemaal voorlezen. In deze motie wordt het kabinet gevraagd om de Kamer voor het kerstreces een overzicht te sturen waarin vermeld wordt gedurende welke periode …
De voorzitter:
Mevrouw Nanninga, u moet de motie helemaal voorlezen. Anders komt die niet in de Handelingen en kunnen de mensen thuis het ook niet volgen.
Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):
Dan lees ik de motie helemaal voor …
De voorzitter:
Gaat u rustig uw gang.
Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):
… maar dan ga ik wel door de tijd heen.
De voorzitter:
Door de leden Nanninga, Van der Linden, Berkhout en Van Hattem wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er onduidelijkheid blijft over wanneer en hoe het kabinet op welke factoren stuurt tijdens de corona-epidemie;
overwegende dat het voor het inzicht in het doel en de werking van maatregelen nodig is om hierover helderheid te krijgen;
verzoekt het kabinet om de Kamer voor het kerstreces een overzicht te sturen dat vermeldt gedurende welke periode het kabinet stuurde op welke factoren als hoofddoel van de maatregelen, welke factoren contextueel waren, hoe deze factoren werden gemonitord en wat de motivering voor deze keuze was,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter K (35899).
Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):
Het is een beetje een ingewikkeld verhaal, maar leest u het nog even rustig na. Het komt erop neer dat wij die terugblik willen hebben om daar een toekomstvisie op te kunnen bouwen.
De voorzitter:
Is de motie ondertekend?
Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):
De motie is ondertekend door vier personen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Nanninga.
Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan kijk ik even naar de bewindspersonen. Hebben zij aan 30 minuten genoeg? Dan schors ik de vergadering tot 15.50 uur.