Plenair Nanninga bij voortzetting behandeling Inzet coronatoegangsbewijzen bij niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen



Verslag van de vergadering van 30 november 2021 (2021/2022 nr. 8)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.09 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Nanninga i (Fractie-Nanninga):

Dank u wel, voorzitter. Ik had eigenlijk nog één vraag aan de minister en drie moties. De vraag ging over de serologische test. Ik ben blij met het enthousiasme van de minister. Ik begreep van mevrouw Pouw-Verweij, die goed thuis is in die materie, dat ook studenten dat zouden kunnen doen, mits ze hun aantekening hebben. Dat scheelt misschien weer iets.

Dan wil ik drie moties indienen, te beginnen met een motie over publiek bij kleinschalige amateursport in de buitenlucht.

De voorzitter:

Door de leden Nanninga, Berkhout en Beukering wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij buitensport vanwege de coronamaatregelen geen publiek aanwezig mag zijn;

overwegende dat het risico op coronabesmettingen in de buitenlucht marginaal is;

constaterende dat het nu dagelijkse praktijk is bij diverse sportverenigingen dat ouders hun (jonge) kinderen tegelijkertijd brengen en halen bij wedstrijden en trainingen, waardoor er een ophoping van mensen ontstaat bij de in-/uitgang van (afgesloten) sportparken, hetgeen juist contrair is aan het beoogde effect van deze maatregel;

verzoekt het kabinet om de aanwezigheid van publiek bij kleinschalige amateursport in de buitenlucht weer toe te staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter I (35961).

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Dan de motie buitensportlocaties open in de avond.

De voorzitter:

Door de leden Nanninga, Berkhout en Beukering wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat buitensportlocaties, sportkantines en kleedkamers zijn gesloten na 17.00 uur;

overwegende dat buitensport vaak ook goed mogelijk is zonder gebruik te maken van sportkantines en kleedkamers;

overwegende dat sportbeoefening belangrijk is voor een gezonde leefstijl;

overwegende dat het risico op coronabesmettingen in de buitenlucht marginaal is;

verzoekt het kabinet om sporten op buitensportlocaties weer toe te staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter J (35961).

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Tot slot. Ik heb de minister goed gehoord dat de boostercampagne dramatisch achterloopt vergeleken met andere Europese landen, en zeker met Israël. De Volkskrant had daar een heel interessant artikel over, met een ontluisterende serie tabelletjes over de staat van onze boostercampagne. Ik heb de toezegging gehoord dat er vrijdag een plan komt. Wij hebben niet helemaal fiducie in die daadkracht en de snelheid van aanpakken, want we lopen om te beginnen al twee maanden achter. Dus in dat licht een motie over de boostercampagne.

De voorzitter:

Door de leden Nanninga, Berkhout en Beukering wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland vergeleken met veel westerse landen enorm achterloopt met het toedienen van boostervaccins;

constaterende dat de eerder dit jaar toegediende vaccins na verloop van tijd minder effectief zijn tegen COVID-19;

constaterende dat er nog geen concrete plannen bestaan voor het versnellen en uitbreiden van de boostercampagne;

overwegende dat het zetten van boostervaccins een duidelijk positief effect heeft op de zorgbelasting en de zorg op korte termijn kan ontlasten;

verzoekt de regering om binnen veertien dagen naar 100% van de prikcapaciteit te groeien,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter K (35961).

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Voort namens D66.