Verslag van de vergadering van 14 december 2021 (2021/2022 nr. 11)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.09 uur
Mevrouw Prast i (PvdD):
Dank u, voorzitter. Dank ook aan de staatssecretaris voor zijn antwoorden. Ik zei gisteren dat ik hoge verwachtingen had van het niveau. De staatssecretaris heeft mij over het geheel genomen wat dat betreft zeker niet teleurgesteld.
Dank ook voor zijn onverwachte mediatorrol in de discussie met collega Schalk; ik zie hem even niet.
Ik was met de inhoud van de antwoorden natuurlijk niet altijd even blij. De stelling van de staatssecretaris dat een extra laag btw-tarief net zo complex zou zijn, althans zo heb ik dat gehoord, als inkomensafhankelijke tarieven en toeslagen bestrijd ik. Ik wijs erop dat nogal wat EU-landen zelfs drie lage tarieven hebben.
Collega Van der Linden en ik hebben begrepen dat de staatssecretaris de Belastingdienst al heeft gevraagd zich voor te bereiden op een extra laag of zelfs nultarief, waarvoor dank. De eerder aangekondigde motie is daarmee overbodig en zullen we niet indienen.
Dan de bescherming van spaarders. Ik heb in mijn eerste termijn al genoemd dat mijn fractie zich hierover nog eens extra zorgen maakt omdat werknemers straks op pensioendatum — en als het goed is gaat dat in per januari 2023 — 10% als lumpsum mogen opnemen. Ik heb nagevraagd hoe hoog het gemiddelde bedrag dan zal zijn dat werknemers zullen opnemen als ze dat allemaal zouden doen. Dat is €28.000. We moeten er toch niet aan denken dat ze die naar de aandelenmarkt brengen omdat ze denken dat dat is wat je zou moeten doen.
Er is haast bij om een eind te maken aan de heffing op spaargeld. Wij begrijpen dat een algehele verandering tijd kost, maar we vragen alleen maar om totdat het zover is de rendementsheffing op spaargeld op nul te zetten en ook zolang het rendement daarop lager is dan het fictieve rendement. Uiteraard is het reële rendement op spaargeld nu negatief.
Dan kom ik bij de motie, die lees ik voor.
De voorzitter:
Door de leden Prast, Van Strien, Koffeman, Nicolaï, Van Apeldoorn, Vendrik en Crone wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat continuering van fictief rendement zich slecht verhoudt tot het beleid op het gebied van bescherming van de financiële consument;
overwegende dat de AFM waarschuwt dat meer dan een derde van de niet-professionele beleggers risico neemt op financiële markten met geld dat ze nu of later niet kunnen missen;
overwegende dat volgens de AFM velen van hen in ernstige financiële problemen kunnen komen;
overwegende dat werknemers binnenkort 10% van hun pensioenkapitaal op pensioendatum als bedrag ineens kunnen opnemen;
verzoekt de regering om zo snel mogelijk een einde te maken aan het op basis van fictief rendement belasten van vermogen dat als spaargeld wordt aangehouden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter I (35927).
Mevrouw Prast (PvdD):
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Prast. Dan is het woord aan de heer Van Rooijen namens de fractie van 50PLUS.