Verslag van de vergadering van 14 december 2021 (2021/2022 nr. 11)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.55 uur
De heer Schalk i (SGP):
Voorzitter, dank u wel, en natuurlijk ook dank aan beide staatssecretarissen voor de beantwoording die zij hebben verzorgd. Ten aanzien van de toeslagen: ik snap heel goed het dilemma dat mevrouw Van Huffelen noemde, het dilemma van de snelheid versus de zorgvuldigheid. Ik heb ook goed begrepen dat zij heeft aangegeven dat die aanvullende regelingen eerst in de Tweede Kamer behandeld worden, aanstaande donderdag meen ik, dus we zullen ons daar nu nog niet al te veel op richten. Maar het was wel een van mijn vragen: moet je daar nu op dit moment mee komen, terwijl het andere proces nog voluit loopt?
Voorzitter. Voorts is er een behoorlijk ingrijpend of diepgaand gesproken over de dilemma's die staatssecretaris Vijlbrief heeft benoemd. Daar ging het ook over moraal. Denk bijvoorbeeld aan de woorden "belastingfraude" en "belastingontwijking". Is dat fraude, belastingontwijking? Dat wordt natuurlijk een interessante vraag. Dat is afhankelijk van wat er precies gebeurt, of het binnen de kaders van de wet is en dergelijke. Maar goed, tijdens dat stukje debat hebben wij even gewisseld "geef de keizer wat des keizers is", een prachtige uitspraak van de Here Jezus. Maar laten we het vervolg van zijn opmerking niet vergeten: Gode wat Gods is. De eerste helft van die uitdrukking gaat over het recht wat de overheid heeft om belasting te heffen. Het tweede is de plicht die we hebben ten opzichte van God.
Voorzitter. We hebben ook een stukje debat gehad over dat de politiek dilemma's moet oplossen. Ik heb daar nog verder over na zitten denken de afgelopen dag. Politieke keuzes die bij de aanvang aanvaardbaar worden geacht, kunnen bij nadere uitwerking leiden tot nieuwe dilemma's, die wellicht moreel uit de pas gaan lopen. Zo heeft het CBS enige jaren geleden aangegeven dat het oplopende verschil tussen een- en tweeverdieners inclusief de onevenredige marginale druk de grenzen van de rechtvaardigheid heeft bereikt en, zo zeg ik een paar jaar later, inmiddels wel heeft overschreden. Ik heb de staatssecretaris niet zo ver kunnen brengen dat hij het huidige regime als onrechtvaardig zou willen aanmerken. Misschien dat ik hem zo ver zou kunnen krijgen dat hij het in ieder geval wel met mij als "scheefgegroeid" zou willen bestempelen.
Voorzitter. Het niet behandelen van de vragen rondom dit thema begrijp ik aan de ene kant. Maar dat brengt mijn fractie wel in een heel lastige en bijzondere spagaat. Ik heb gisterenavond drie opties gegeven. Je zou kunnen denken aan het bevriezen van de overdraagbare heffingskorting. Of, iets heel anders, je zou het wetsvoorstel bevriezing kinderbijslag kunnen intrekken. Of je zou iets substantieels kunnen doen voor de eenverdieners aan de onderkant van het loongebouw, in combinatie met de marginale druk. Daar heb ik tot nu toe nog geen antwoorden op gekregen. Dat begrijp ik, omdat we dat in de tweede termijn zouden doen. Ik noem ze dus nog maar even. Vervolgens heb ik overwogen: moet ik met een motie komen? Dat heb ik de afgelopen jaren een paar keer gedaan. Die moties werden meestal breed gesteund. Sommige partijen voelen zich nu schuldig, omdat ze dat niet deden, maar goed. Maar uiteindelijk moet ik na die jaren zeggen: het heeft niets opgeleverd. De vraag is dus of ik dit nu nog een keer moet doen. Ik heb besloten om dat niet te doen, maar om een oproep te formuleren.
Voorzitter. Mijn fractie staat bekend als gouvernementeel en constructief. De SGP stemt niet teuge omdat we ergens teuge zijn. Oftewel, niet zomaar weer net zoals vorig jaar zeggen: dan maar tegenstemmen. Maar aan de andere kant heb ik ook te dealen met mijn eigen geloofwaardigheid. Vorig jaar hebben wij, uitzonderlijk genoeg, tegen het Belastingplan 2021 gestemd. Ik vrees dat het heel ingewikkeld voor mijn fractie is om het laatste Belastingplan van het kabinet-Rutte III te steunen. Ik ben heel benieuwd wat er nog uit de hoge hoed komt in de tweede termijn, maar wij zullen onze mind opmaken na die tweede termijn. Desalniettemin, hoe dan ook, wens ik beide staatssecretarissen uiteraard van harte sterkte en Gods zegen bij hun bijzondere werk, ook in deze nadagen van het huidige kabinet. Wellicht zien wij hen op enig moment terug.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Dan is het woord aan de heer Otten namens de Fractie Otten.