Plenair Kluit bij behandeling Begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2022



Verslag van de vergadering van 21 december 2021 (2021/2022 nr. 12)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 14.07 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Kluit i (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Het eerste debat dat ik in deze Kamer voerde, was met deze minister, over het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn. Vandaag voeren we het waarschijnlijk laatste debat van deze minister, als minister van LNV, daags nadat het zevende actieprogramma in Europa on hold is gezet. De reden die de Europese Unie daarbij gaf, was: het is too little, too late. Het doet me wel een beetje pijn om het te zeggen, maar "too little, too late" is wel het resultaat, of de samenvatting, van het natuur- en milieubeleid van drie kabinetten-Rutte. Het gloednieuwe coalitieakkoord wordt door welwillende lezers opgevat als een intentieverklaring om met die koers te breken, maar daaraan wordt in de begroting van LNV voor komend jaar helaas niet begonnen. Die staat vandaag helaas ook niet ter discussie. Met deze begroting kunnen we 2022 eigenlijk wel afschrijven voor structurele verbeteringen van de natuur. Op zich is een jaar uitstel op een mensenleven goed te overzien, en in 2023 zijn grote stappen op het reduceren van stikstof net zo belangrijk. Maar Bruno Latour heeft al enkele jaren geleden betoogd: parlementaire systemen moeten zich niet alleen bekommeren om de mensen in de samenleving. Dieren, planten en ecosystemen hebben evenveel recht om niet bedreigd te worden door het beleid of het uitblijven van beleid van de overheid.

Als we dan kijken naar de koolmees op de Veluwe, dan zijn we sinds de PAS-uitspraak van twee jaar geleden niet slechts twee jaar, maar een paar generaties verder. Op de Veluwe heeft elke generatie vogels het zwaarder, want ze hebben zwakkere botten, zwakkere eierschalen, en hierdoor ook meer moeite om zichzelf voort te planten. Hetzelfde geldt voor de natuurkwaliteit als geheel, voor de meest kwetsbare soorten en natuurgebieden in Nederland. Ook hier is de rode draad de zorgwekkende staat van instandhouding. En dat is niet alleen vervelend voor de koolmezen, maar het is ook vervelend voor de mensen. Daar kom ik later op terug. Dus terwijl we elkaar feliciteren met de mooie woorden in het coalitieakkoord, staan buiten in de natuur nog steeds heel veel soorten onder druk. Dat is de werkelijkheid die wij moeten keren. Wat mijn fractie betreft, hebben we echt geen tijd te verliezen.

Mijn fractie zocht dan ook naar daadkracht in deze begroting. De kern van onze inbreng gaat dus draaien om de vraag: hoe kunnen wij nou komende maanden alsnog kostbare tijd terugwinnen, en hoe doen we dat dan op een manier die recht doet aan de zo alom gewenste nieuwe parlementaire cultuur? Onder meer om deze reden heeft mijn fractie samen met de fractie van de PvdA in de commissie voor LNV aangedrongen op behandeling van deze begroting na het reces. Dan kunnen wij, als de welwillende lezers die wij zijn, de plannen van de coalitie uitgebreid betrekken bij deze begroting en onze beoordeling daarvan. Maar helaas hebben wij de meeste van onze commissieleden daar niet van kunnen overtuigen. Daar kan de minister niks aan doen. Deze minister moet de begroting verdedigen, want het is een beleidsarme begroting, en de nieuwe plannen horen bij de nieuwe minister.

Persoonlijk vind ik het heel fijn dat we daardoor wel de kans hebben om persoonlijk afscheid te nemen in deze Kamer van deze minister, de minister van de kringlooplandbouw. Wij waarderen de wijze waarop de minister het debat met ons gevoerd heeft met een open vizier. Zij was altijd helder over waar ze staat en waar de grenzen zijn die zij zet. Wij waarderen ook de introductie en het werk dat zij doet voor de kringlooplandbouw, want dat is toch echt de kentering die nodig is in de agrarische sector. Die is begonnen onder leiding van deze minister.

Wat ons betreft, was inhoudelijk en qua vernieuwing in de onderlinge relaties die commissievergadering geen hele fijne ervaring. We gaan nu noodgedwongen een debat voeren over een beleidsarme begroting, die in onze ogen juist vraagt om een zeer kritische behandeling, omdat de staat van de natuur daarom roept. En dat terwijl er een veelbelovende schets voor de toekomst ligt, namelijk het coalitieakkoord. Dat is dus waar het schuurt.

GroenLinks en de PvdA maken zich al lang zorgen over de boeren, de natuur en de rechtsstaat. Daarom willen wij op dit dossier graag vooruit en dat ook nog eens in de richting waar het nieuwe kabinet heen wil. Waarom heeft het kabinet dus het amendement van GroenLinks en PvdA voor een landbouwfonds niet meteen omarmt, vraag ik de minister. Dan had haar opvolger per 1 januari miljarden euro's tot haar beschikking gehad en meteen werk kunnen maken van de plannen van de nieuwe coalitie. Dan had het kabinet tevens laten zien dat het nieuwe kabinet werk maakt van een open bestuurscultuur waarin oppositie en coalitie vruchtbaar met elkaar samenwerken aan de grote opgaven, elkaar stimuleren en elkaar successen gunnen. Graag een reflectie van de minister op deze gedachtegang.

Nu dat niet zo is gelopen, vraag ik: wanneer kan deze Kamer realistisch gezien met het nieuwe kabinet inhoudelijk van gedachten wisselen over wat die vele miljarden uit het coalitieakkoord voor de natuur en de boeren in petto hebben? Ik hoor graag een termijn waarop de minister dit realistisch acht.

De stugge reactie op ons procedurevoorstel heeft bij ons de zorg in het leven geroepen dat de woorden uit het coalitieakkoord over parlementaire samenwerking vooral mooie woorden zijn, maar het eigenlijk de bedoeling is dat de welwillende oppositie komt stempelen bij het kruisje. Dat zou ontzettend jammer zijn. Kan de minister, die zelf nauw betrokken is geweest bij de totstandkoming van dit coalitieakkoord, wat duiding geven? Hoe wil het nieuwe kabinet dit in de toekomst beter doen? Zou het kabinet openstaan voor een open beleidsproces, inclusief debat in deze Kamer en een open gesprek met de overkant over de transitie die nodig is?

Mevrouw Jorritsma-Lebbink i (VVD):

Het gaat nu toch echt te ver. Volgens mij probeert u nu deze minister van dit kabinet aan te spreken op wat zij gaat doen. We weten niet of de minister terugkomt en welke portefeuille ze dan zou krijgen. We weten nog niet wanneer het nieuwe kabinet er komt. U probeert van haar uitspraken te krijgen over de toekomst van het nieuwe kabinet. Dat kan niet, mevrouw Kluit. Dat kabinet is er nog niet. Voorzitter, ik vind dat u zou moeten ingrijpen op het moment dat een minister een vraag krijgt over iets wat die minister niet aangaat.

De voorzitter:

Mevrouw Kluit, u hoort het.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ik denk dat onze fractie principieel van mening verschilt met de VVD over de noodzaak tot versnelling van beleid op het vlak van natuur. Wij beginnen niet nieuw met het nieuwe kabinet. De coalitie begint nieuw, maar de problemen in de buitenwereld zijn heel urgent en zeer actueel en wij willen graag voortgang op dat gebied.

De voorzitter:

Mevrouw Jorrits...

Mevrouw Jorritsma-Lebbink (VVD):

Maar dat was niet ... Pardon, voorzitter. Dat is niet de vraag die ik aan mevrouw Kluit heb gesteld. Als de voortekenen ons niet bedriegen, zou het kunnen zijn dat we volgende maand een nieuw kabinet hebben. Dan is het toch raar dat u vandaag dit vraagt? Het is niet zo dat binnen een maand tijd de natuur nog veel erger verslechterd in uw, en mijn, ogen ten opzichte van deze maand. Ik zeg u: ik vind het ongepast dat mevrouw Kluit — ik moet via u spreken, voorzitter — aan een minister uit dit kabinet vragen stelt die echt de minister van een nieuw kabinet aangaan. Over het proces waarin zij in zit, kan deze minister toch geen uitspraken doen? Zij gaat daar toch niet over?

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Dit is precies de reden waarom mijn fractie heeft voorgesteld om deze behandeling van deze begroting uit te stellen tot er wel een nieuwe minister zit. Maar onder andere de VVD-fractie was het daar niet mee eens.

Mevrouw Jorritsma-Lebbink (VVD):

Deze begroting is gemaakt door dit kabinet. Dit kabinet is daarvoor verantwoordelijk. Dat moet gewoon afgehandeld worden, volgende maand of zoveel langer als het duurt. Ik weet het niet; ik hoop dat het snel gaat. Ik had gehoopt dat het al veel eerder klaar was. Ik geloof trouwens dat GroenLinks daar op de een of andere manier ook een beetje bij betrokken is geweest. Het had misschien eerder gekund. Maar goed, dat zo zijnde, moeten we nu even wachten. Het nieuwe kabinet komt met nieuw beleid en niet een zittend kabinet dat een begroting al door de Tweede Kamer heeft gehaald, waar uw fractie overigens gewoon voorgestemd heeft.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Mijn fractie heeft niet voorgestemd, maar ...

Mevrouw Jorritsma-Lebbink (VVD):

Heb ik gezien dat uw fractie tegen een begroting heeft gestemd? Ik geloof er niets van.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

U heeft het niet gezien, maar we hebben het wel gedaan.

Mevrouw Jorritsma-Lebbink (VVD):

Soms denk ik weleens "jammer dat een begroting wordt aanvaard", maar dat heeft andere consequenties dan die u wenst.

De voorzitter:

Mevrouw Kluit, ik stel voor u uw betoog vervolgt, in aanmerking nemende de oproep van mevrouw Jorritsma. Uiteraard gaat u over uw vragen en de minister over haar antwoorden, maar dit is toch wel een belangrijke aanwijzing. Gaat uw gang.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ik ben het daar niet mee eens, dus ik ga mijn betoog toch verder voeren zoals ik het had opgezet. Even kijken waar ik gebleven was.

De vraag is dus: zou het kabinet, het nieuwe kabinet, openstaan voor een open beleidsproces? Of laat ik het anders formuleren om toch tegemoet te komen aan mevrouw Jorritsma. Wat zou de meerwaarde kunnen zijn van een open proces waarin oppositie en coalitie het gesprek met elkaar aangaan aan de voorkant van de beleidsvorming en niet aan de achterkant? Wij denken dat dat van belang is, juist in de domeinen waar grote transities op het spel staan die commitment van meerdere kabinetten vragen. Ik denk dat wij met z'n allen moeten constateren dat, of het nou gaat over de transitie in de landbouw, de transitie in het landelijk gebied of de energietransitie, die transities een periode van vier jaar te boven gaan en dat het goed is dat het draagvlak ervoor breed is. Graag een reactie.

Voorzitter, terug naar de voorliggende begroting. Deze levert in 2022 helaas onvoldoende voor de natuur. Ze schiet daarmee ook tekort voor de boeren en initiatiefnemers van woningbouwprojecten en daardoor ook voor de maatschappij als geheel. Om met dat laatste te beginnen: kijk naar het woonprobleem van vele Nederlanders. Deze begroting biedt onvoldoende aanknopingspunten om de stikstofdeposities stevig terug te brengen en schiet dus ook tekort voor de bouw van voldoende woningen. Hierdoor zullen in 2022 vele mensen onnodig blijven vastzitten in onwenselijke woonsituaties.

Een tweede voorbeeld is dat het met deze begroting niet lukt om Schiphol, het prestigeproject van Rutte I tot en met III, op het gewenste niveau operabel te houden. Nou weet de minister wel dat ik het persoonlijk geen probleem vind als de vluchten van Schiphol beperkt zullen worden, maar we vinden het wel een probleem dat het kabinet weigert om de natuur te beschermen door de vereiste maatregelen te treffen die samenhangen met de omvang van Schiphol en een natuurvergunning te verlenen die klopt met ons huidige recht en zo het bestaande rechtsvacuüm voor de natuur en dus ook voor de boeren en de burgers op te heffen. Graag een reactie op de vraag wanneer het kabinet Schiphol weer onder een natuurvergunning wil hebben gebracht. Kan de minister daarbij in het bijzonder ingaan op de vraag hoe het kabinet zijn rol ziet in relatie tot de bescherming van de rechtsstaat? Want ik lees veel over de bescherming van Schiphol en de rechten van Schiphol, maar hoe zit het met die van omwonenden en van de natuur?

Om de doelen van de wet stikstofreductie en natuurherstel en die van het Natuurpact te halen, is versnelling onvermijdelijk. In feite moet het tempo voor het Natuurpact zelfs verdubbelen, wil de regering deze doelen behalen. Waar zijn de instrumenten om die doelen te behalen, bijvoorbeeld onteigening of het recht van eerste koop voor gemeenten? Enige vorm van groenpolitiek lijkt toch echt onmisbaar bij het oplossen van de natuurproblemen. Kan de minister daarop ingaan? Is zij bereid onteigening en met name het recht van eerste koop door gemeenten uit te werken, zodat dit betrokken kan worden bij het Programma Landelijk Gebied? En waar is het geld in 2022 om deze problemen voortvarend aan te pakken?

Hetzelfde geldt voor de Voedsel- en Warenautoriteit. De signalen stapelden zich de afgelopen jaren op dat deze organisatie overbelast is, de medewerkers bedreigd worden en men achter de criminaliteit aan blijft lopen doordat de middelen tekortschieten. Ook hier geldt dat een welwillende lezing van het coalitieakkoord laat zien dat daarin geïnvesteerd gaat worden. Er is sprake van een aanzienlijke investering, maar toch dringt dan de onvermijdelijke vraag zich op waarom we daar niet al komend jaar mee beginnen. Er wordt wel geïnvesteerd in de NVWA, maar dat is vooral compensatie van personeelskosten.

Ik zie iemand staan, voorzitter.

De voorzitter:

Dat is de heer Berkhout en ik geef hem het woord voor een interruptie.

De heer Berkhout i (Fractie-Nanninga):

Via u vraag ik graag het volgende aan mevrouw Kluit. Ik hoor spreken over onteigeningen. Bedoelt zij daar ook gedwongen onteigeningen van boerenbedrijven mee?

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ja. Om de transitie naar het landelijk gebied kosteneffectief en zo snel mogelijk te doen, zodat boeren zo snel mogelijk helderheid hebben, is het belangrijk dat hele zware piekbelasters snel uitgekocht kunnen worden, zodat er aanzienlijk meer boeren kunnen blijven boeren dan wanneer wij als samenleving blijven wachten op de piekbelasters die vrijwillig het moment kiezen om over te stappen.

De heer Berkhout (Fractie-Nanninga):

Vindt u niet dat de rechtsbescherming van boeren belangrijker is dan het van overheidswege gedwongen onteigenen van particulier bezit?

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Volgens mij is dat niet zo'n zwart-witte zaak, want als die piekbelasters niet gedwongen onteigend worden, betekent dat dat de rechtszekerheid voor alle andere boeren in het gebied die ook een belasting leveren op een Natura 2000-gebied, veel onzekerder wordt. Ik denk dus juist dat je voor onteigening, ook gedwongen onteigening, zou moeten zijn als je de rechtszekerheid van boeren wil verbeteren in een transitie die snel moet plaatsvinden. Daarbij wil ik wel zeggen dat het absoluut de voorkeur heeft om dit op vrijwillige basis en in goed gesprek met elkaar te doen.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog. O, de heer Karakus.

De heer Karakus (PvdA):

Ik heb een vraag aan de heer Berkhout. Waarom denkt hij dat er bij onteigening geen rechtszekerheid is? Want het is een procedure …

De voorzitter:

Meneer Karakus, u kunt de heer Berkhout nu niet interrumperen. Dat kan straks wel, want hij is de volgende spreker. Dus als u nog even geduld heeft, kunt u met hem in debat.

De heer Karakus (PvdA):

Dan heb ik mijn vraag alvast gesteld.

De voorzitter:

Dan kan hij er alvast over nadenken. Mevrouw Kluit, vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Met uw welnemen gaan we terug naar de NVWA. Toch nog een jaartje gewacht; wij denken dat dat niet kan. Dus hoe gaat de minister zorgen voor die groei? Is de minister bereid om de toezegging te doen om binnen drie maanden met een plan voor versterking te komen?

Dan de landschapselementen. Voor het einde van het jaar zou de minister ons informeren over de aanzienlijke plannen voor landschapselementen. Ik hoor daar mooie geluiden over, maar kan de minister daar wat over zeggen? Wat zijn de huidige plannen en waar staan we daarmee?

Voorzitter. Ik begon deze speech met de derogatie en ik sluit daar ook mee af. Waarom heeft de minister een plan ingediend waarmee de doelen niet in beeld kwamen? Nu blijft er op deze begroting geld liggen. Was de minister verbaasd dat de Europese Unie het plan on hold gezet heeft? Of was de overtuiging in het kabinet werkelijk dat de Europese Unie dit in afwijking van de eigen regels zou toestaan vanwege eventuele hoopvolle signalen over een missionair kabinet? Het resultaat is dat 2022 ook voor de desbetreffende boeren een verloren jaar dreigt te worden. Dat kan toch niet het gewenste resultaat zijn? Boeren vragen continu één ding: voorspelbaarheid en helderheid en nu stranden die in december voor het jaar dat volgt.

Voorzitter. In 2006 scoorde de Amerikaanse zangeres JoJo een hit met het nummer Too little, too late. Daarin zingt zij: "You say the words, but it doesn't feel right". In het coalitieakkoord lees ik op veel onderdelen mooie en veelbelovende woorden, maar mijn fractie wacht daar al heel lang op. Wij hadden dat ook graag voor 2022 gezien. Om die reden voelt het hier nog niet "right". We hebben dan ook grote twijfels om voor deze begroting te stemmen, omdat we van mening zijn dat het natuurherstel niet nog een jaar uitstel kan dulden. Maar ik ga rustig naar de beantwoording door de minister luisteren. Daarbij spreek ik van harte de hoop uit dat de coalitiepartijen erin zullen slagen om de mooie woorden van het coalitieakkoord over natuurontwikkeling kracht bij te zetten en dat die met nieuw en zichtbaar elan in het natuur- en milieubeleid impact gaan hebben, en dan niet over een jaar maar vanaf dag één. Dan zal de nieuwe coalitie ook altijd met ons het gesprek kunnen voeren.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kluit. Dan is nu het woord aan de heer Berkhout namens de Fractie-Nanninga.