Verslag van de vergadering van 21 december 2021 (2021/2022 nr. 12)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 9.19 uur
Mevrouw Vos i (PvdA):
Voorzitter, dank u wel. Mevrouw Karimi is nog niet volledig hersteld, dus ik zal vandaag mede namens de fractie van GroenLinks spreken. Zoals u weet, doen wij dat altijd met zeer veel plezier.
Ik wil eerst kort stilstaan bij Ed van Thijn. Naast vele andere functies is hij ook senator geweest in dit huis. Ed van Thijn was een politicus die werd voortgedreven door wat hij heeft meegemaakt in zijn vroege jeugd. Als kind je moeten verstoppen voor soldaten die de opdracht hebben om op joodse mensen te jagen. Doodsangsten uitstaan in de kast waarin je je hebt verstopt. Je familie helemaal uitgemoord. Van Thijn heeft zich in zijn volwassen leven ingezet om te strijden tegen racisme en voor een eerlijke behandeling van hen die moesten vluchten. De PvdA is hem zeer dankbaar voor het feit dat hij zich zo lang heeft ingezet voor Nederland.
Voorzitter. De beelden van mensen in nood staan ons nog heel helder voor ogen. Mensen die zich aan een vliegtuig vastklampen en daarvan afvallen. Opgepropt in een riool staan. Tot op het bot verkleumde kinderen. Het is vreselijk dat deze menselijke drama's ook nog te voorzien waren. Of als het gaat om mensen aan de oostgrens van Europa, die daar cynisch gepland zijn door leiders die daarmee hopen ons Europa te destabiliseren. Een opvangcrisis en een trage, karige reactie op een voorzienbare stroom Afghaanse asielzoekers. En achterstanden bij de IND die maar amper ingehaald konden worden. Dit waren de grote onderwerpen van het asielbeleid van het demissionaire kabinet-Rutte III.
Voor onze fractie is het de grote vraag of de nieuwe regering op tijd zal reageren op crises en of de nieuwe regering bestendig beleid en financiering voor de IND en het COA gaat invoeren. En of de nieuwe regering de rechten van asielzoekers hoog zal houden en een realistischer beleid ten aanzien van arbeidsmigratie zal voorstaan.
Vandaag bespreken we de huidige status van het Nederlandse migratiebeleid, zoals verwoord in deze begroting. In het kader van zelfreflectie en de lerende overheid zal ik de staatssecretaris vragen naar haar beoordeling. Welke fouten zijn er door de regering gemaakt? Wat kan de volgende regering doen om die fouten te voorkomen? Ik zal hierbij zowel aandacht besteden aan het beleid binnen Nederland als aan de uitgaven die de regering in de context van het Europese migratiebeleid doet.
Voorzitter. Ik begin met het binnenlands beleid. Een van de meest kenmerkende aspecten hiervan in de laatste jaren is het zogeheten jojobeleid. In tijden van een lage asielinstroom wordt er bezuinigd, waardoor er onvoldoende capaciteit is, en zodra zich onvermijdelijk weer een situatie met hogere migratie voordoet, zijn er weer tekorten. Zo ontstaan crises die je had kunnen voorkomen. In de asielopvang is hiervan heel duidelijk sprake. Het fascinerende is dat als je de CBS-cijfers bekijkt, er al die jaren sprake is van een bestendige stroom. Gemiddeld 25.000 mensen per jaar, en dat is inclusief de nareizigers. Af en toe is er een piek als gevolg van oorlog, een crisis of conflicten.
De capaciteit van het COA is jaren op een minimum gehouden. Met een gebrek aan doorstroom van statushouders naar eigen woningen, lange wachttijden voor asielbeslissingen en een verhoogd aantal asielaanvragen van Afghanen en Syriërs, leidde dit al snel tot overbelasting van de opvang. Waarom moest het eigenlijk zover komen dat asielzoekers op veldbedden en stoelen moesten slapen, op elke denkbare locatie, en daarbij ook continu weer verplaatst moesten worden? Kunt u zich voorstellen hoe dat is voor kinderen? In hoeverre acht de staatssecretaris dat de huidige situatie voldoet aan het wettelijk recht op opvang?
In de voorliggende begroting staat weer een bezuiniging op het COA gepland, van 128 miljoen. De staatssecretaris gaf bij de behandeling van het voorstel in de Tweede Kamer aan dat dat komt doordat de begroting is gebaseerd op de Meerjaren Productie Prognose, de MPP, van februari. Ze zei ook dat het bij de Voorjaarsnota zou worden aangepast. In de berekening van de staatssecretaris wordt er echter wel van uitgegaan dat er meer dan 11.000 statushouders, die momenteel op een eigen woning wachten, doorgestroomd zijn. Hoe realistisch is deze berekening eigenlijk, ook gezien de prognose dat dat bijna een verdubbeling van de uitstroom in 2020 zou betekenen? Riskeert de regering met deze aanname niet weer een tekort aan plekken bij het COA, als niet alles volgens plan gaat? Heel vaak gaan dingen niet volgens plan.
En waarom zou je in deze tijden überhaupt op het COA bezuinigen? Wordt hiermee niet de fout herhaald die tot de huidige opvangcrisis heeft geleid? Moet er niet algemeen ingezet worden op een ruimere capaciteit dan wat de geschatte instroom vereist? We horen graag een reactie van de staatssecretaris.
De leden van onze beide fracties lezen daarbij dat het budget voor de reservecapaciteit van het COA van 21 miljoen in 2021 wordt verlaagd naar 14 miljoen in 2025. Kan de staatssecretaris deze beslissing nader duiden? Reservecapaciteit moet toch juist voldoende zijn om situaties zoals deze het hoofd te kunnen bieden? Het lijkt erop dat de prognoses van het MPP leiden tot dit jojobeleid, dat weer leidt tot die ellendige taferelen in de opvang. Toch werd er blind op vertrouwd en wordt besparen belangrijker geacht. Degenen die hier uiteindelijk de gevolgen van moeten dragen, zijn de asielzoekers en de statushouders. Ik vraag de staatssecretaris dan ook: waar moet de nieuwe regering aandacht aan besteden om soortgelijke fouten te voorkomen? En hoe kan er verbetering gebracht worden in de schijnbaar eindeloze cirkel van het te laag inschatten van de instroom en dan overweldigd worden door een voorspelbare situatie?
Voorzitter. Het verwijt van het jojobeleid kan ook worden gemaakt over de capaciteit voor het beslissen op asielaanvragen bij de IND. Bezuinigingen in 2018 leidden tot een gebrek aan bezetting en een ophoping van zaken. De taskforce die werd ingezet om deze achterstand in te halen, functioneerde met de nodige problemen en wordt ondertussen alweer opgeheven. En ook hier geldt weer dat de gevolgen werden gedragen door asielzoekers, die regelmatig meer dan een jaar moesten wachten op een beslissing. Hoe kijkt de staatssecretaris terug op deze periode? Kan de staatssecretaris een analyse geven van de oorzaak van deze problemen, en hoe die in de toekomst voorkomen kan worden?
Ook op de IND wordt in de voorliggende begroting bezuinigd, met een grote sprong naar beneden in 2023. Kan de staatssecretaris nader verklaren waarop deze bezuinigingen gebaseerd zijn? Laat dit voldoende ruimte voor het opnemen van een deel van de taskforcemedewerkers in het vaste medewerkersbestand van de IND? Dat lijkt ons namelijk wel een goed idee. En hoe wordt voorkomen dat er vanaf 2023 niet weer capaciteitstekorten gaan ontstaan?
Verder toont de begroting dat over 90% van de asielzaken binnen de wettelijke termijn besloten moet worden. Dat is hoger dan de 79% die in 2020 gerealiseerd is. Onze fracties vinden het dan ook belangrijk dat de asielzoekers hiervoor een stok achter de deur hebben: de dwangsom bij niet tijdig beslissen. Kan de staatssecretaris toelichten waarom deze dwangsom nog niet is heringevoerd, nu de IND-taskforce de meeste achterstallige zaken heeft weggewerkt? Over dit laatste zeg ik overigens: chapeau. En is de staatssecretaris het met onze fracties eens, dat deze dwangsom nodig is om de ongelijke verhouding tussen overheid en asielzoekers enigszins in balans te brengen?
Voorzitter. We gaan naar het buitenland — en ook naar het binnenland, overigens. Mensen verlaten niet alleen hun huis en haard vanwege acute oorlogsdreiging, maar ook vanwege armoede en uitzichtloosheid. We weten dat er in Nederland veel ongedocumenteerden wonen. Ze werken in de schoonmaak, in de afwaskeukens en bij mensen thuis. Ze hebben geen papieren, maar hun kinderen gaan wel in Nederland naar school. Met de lockdown — dat hebben we vorig jaar gezien — zijn ze ineens hun werk, hun inkomen en hun huurhuis kwijt. Maar alles is beter dan weer naar de armoede in hun eigen land te gaan. Kunnen wij ons voorstellen dat je jezelf zonder pinpas, zonder swipen, zonder papieren, zonder zorgverzekering, zonder enige rechten, met alleen cashgeld waarmee je over straat moet lopen, moet zien te redden, omdat alles beter is dan in je moederland? Toch kiezen duizenden mensen voor zo'n leven. Hier werkt de marktwerking wel, de markt van vraag en aanbod op arbeid. Legale migratieopties zouden een flink deel van deze ellende voorkomen en voorzien in de behoefte aan extra handen die we in Nederland nu eenmaal hebben.
In het nieuwe regeerakkoord staan een paar zinnen over circulaire migratie. Zeer logisch en ik denk ook heel gewenst, gezien de behoefte aan arbeid en de behoefte aan een tijdelijk veilig heenkomen voor veel mensen. In de begroting staat ook dat er gewerkt gaat worden aan de bluecard. Maar waarom is de bluecard alleen voor hoogopgeleiden? Als we alleen al in Nederland naar de vacatures kijken, zijn het vooral praktisch opgeleiden die worden gevraagd. We hebben het hier al eerder over gehad, maar heeft de staatssecretaris inmiddels initiatieven ontplooid om de behoefte aan arbeid te koppelen aan de ontwikkeling van de bluecard? Staat ze hierover in contact met VNO-NCW?
Voorzitter. Migratiebeleid is per definitie Europees beleid. Nederland is geen eiland. We zijn afhankelijk van de situatie en de keuzes in andere lidstaten, maar vooral van het Europese migratie- en asielbeleid. Het handelen van Frontex baart ons grote zorgen. Het agentschap ligt al tijden onder vuur met beschuldigingen van mensenrechtenschendingen. Momenteel wordt Frontex door een Syrisch gezin voor het Hof van Justitie gedaagd wegens een pushback. Toch blijft het budget van het agentschap groeien en levert ook Nederland daaraan zijn deel. In hoeverre worden aan onze bijdragen voorwaarden gesteld om te verzekeren dat Nederland niet bijdraagt aan mensenrechtenschendingen? Waren de problemen naar de mening van de staatssecretaris onvoorzienbaar, of zijn ze een symptoom van een bredere tendens binnen het Europese migratiemanagement? En het belangrijkste is: hoe nu ver? Ik hoop dat we daar later nog veel over spreken.
Ten tweede Belarus, Wit-Rusland. Als reactie op de instroom van asielzoekers naar Polen vanuit Belarus heeft de Commissie maatregelen afgekondigd. De registratieperiode wordt van drie tot tien dagen naar vier weken verschoven en de asielprocedure mag tot vier maanden lang aan die grens worden gehouden. Deze maatregelen vormen naar de mening van onze fracties een ernstige inbreuk op het recht op toegang tot asiel. Wat vindt de staatssecretaris van deze maatregelen in het kader van het principe van verantwoordelijkheid nemen? Is de staatssecretaris van mening dat het terugduwen van mensen een mensenrechtenschending is? Die no-gozone van 3 kilometer in Polen is Europees grondgebied. Daar mogen journalisten en hulpverleners nu niet komen. Kan de staatssecretaris zich hardmaken voor de toegang van journalisten en hulpverleners op dat stukje Europees grondgebied?
Tot slot het asiel- en migratiepact. Het voorstel zoals dat er nu ligt, baart onze fracties ernstige zorgen. Maatregelen zoals grensprocedures leiden de facto tot detentie en samenwerking met derde landen brengt ook risico's op mensenrechtenschendingen met zich mee. Een ernstig gebrek aan waarborgen wordt de norm. Hoe ziet de staatssecretaris deze ontwikkeling in het kader van haar bewindsperiode? Hoe verwacht de staatssecretaris dat het pact verder gevormd zal worden? En hoe worden de rechten van asielzoekers hierin gewaarborgd?
Voorzitter. Met dit begrotingsdebat sluiten we ook de regeringsperiode van Rutte III op dit terrein af. Onze fracties hopen zeer dat de staatssecretaris een diepe reflectie kan geven op de ontwikkelingen die we hier besproken hebben en dat zij de nieuwe regering daarbij handvatten kan geven om gemaakte fouten te vermijden. En het ís mogelijk, realistisch migratiebeleid met respect voor de rechten van vluchtelingen. Dat vergt empathie voor mensen op de vlucht, diplomatiek talent om zaken te kunnen doen met landen van herkomst, een bereidheid om te leren van de geschiedenis en een bereidheid om te leren van de actuele stand van de wetenschap.
Mede namens de collega's van mijn fractie en de leden van de fractie van GroenLinks: dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Hattem. Hij zal spreken namens de fractie van de PVV.