Verslag van de vergadering van 18 januari 2022 (2021/2022 nr. 13)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.21 uur
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Het is even wennen in deze nieuwe zaal. Ik weet niet hoe het met de anderen is, maar ik kreeg spontaan een déjà vu naar mijn scheikundelokaal op de middelbare school, inclusief het periodiek systeem der elementen dat aan de muur hing met allemaal kleurtjes. Maar dat is misschien mijn persoonlijke ervaring.
Voorzitter. Wij zijn vandaag in deze nieuwe zaal de hele dag aan het debatteren over een investering van 150 miljoen in De Vaandeldrager van Rembrandt. Dat is een stuk langer dan de 40 minuten die wij in deze Eerste Kamer debatteerden over het Nationaal Groeifonds van 20 miljard euro. Dat was een debatje dat dankzij onze fractie nog snel even kwam en in één termijn werd afgeraffeld. Zo gaat dat in Nederland: lang discussiëren over kleinere investeringen, maar niet over megalomane miljardenfondsen van 20 miljard.
Voorzitter. Onze fractie is op zich niet tegen de aankoop van De Vaandeldrager van Rembrandt, al vinden wij de prijs wel aan de hoge kant, zoals ook al door een aantal andere fracties is gememoreerd. Maar als je dan zo'n schilderij koopt — en ik neem aan dat de onderhandelingen met name door de voorganger van de staatssecretaris zijn gedaan, dus we moeten het maar niet te persoonlijk nemen — dan moet je het wel goed doen. Wij hebben deze deal uitgebreid bestudeerd. Voor degenen die het nog niet weten: mijn achtergrond ligt met name in de fusies en overnames, dus het is ook beroepshalve iets waar ik met veel interesse naar kijk. Onze fractie heeft ook de letter of intent die de Nederlandse staat heeft gesloten met de verkoper uitgebreid bestudeerd, en dit document verdient een duidelijke kwalificatie: het is juridisch broddelwerk.
Mijn eerste vraag is dan ook: wie is de juridische adviseur van de Staat die bij dit traject heeft geadviseerd en die LoI heeft opgesteld? Graag vernemen wij het antwoord van de staatssecretaris, met name omdat het heel belangrijk is wat in de sale and purchase agreement staat. Voor de mensen die het niet weten: je sluit een letter of intent en dan moeten wij het allemaal goedkeuren en dan komt er een sale and purchase agreement, een SPA, en die wordt zo snel mogelijk nadat wij gestemd hebben, getekend. Wij willen die SPA graag zien voordat wij gaan stemmen, want de LoI biedt ons niet zo heel veel vertrouwen. Verhoogde paraatheid is dan ook geboden voor de Staat, want het onderhandelingstraject tot nu toe geeft ons niet erg veel comfort. Waarom niet?
Als je zo'n schilderij koopt voor 175 miljoen, waarvan 150 miljoen belastinggeld, dan moet je wel zeker weten dat je echt het goede schilderij koopt. Is er goed onderzoek gedaan naar de titel van het schilderij? Ik heb dat gisteren zelf ook een beetje geprobeerd te onderzoeken. Ik kwam ook tot 1848. Er was ook iemand die het in 1797, geloof ik, verkocht had, voor 1.200 franc. Die moest het toen in 1801 met verlies verkopen. Uiteindelijk is het toen via Christie's bij de Rothschildfamilie beland. De heer Janssen had er ook al wat research naar gedaan, zag ik, dus ik zat net al even wat ervaringen uit te wisselen.
Maar je moet dus heel goed weten dat je het juiste schilderij koopt en daarnaast dat je zakendoet met de juiste familiepersoon en de juiste vertegenwoordiger van de familie, die ook het eigendom van het schilderij heeft. Het is nogal een uitgebreide familie, met verschillende staken en takken. Weten we dat? En mocht het in de familie toch problemen geven, wat helemaal niet ondenkbeeldig is, is er dan recourse van de Nederlandse Staat om de deal te ontbinden en het geld terug te krijgen?
Ik zie in die LoI een zeer matige due diligence-clausule. De uitkomst van de due diligence is eigenlijk helemaal niet van belang voor de deal. De garanties zijn echt onvoldoende voor een deal van dergelijke omvang. De familie Rothschild zegt: "to the best of our knowledge" is het een echte Rembrandt. Ik vind dat je voor zo'n bedrag meer garanties moet vragen. In die deal staat ongeveer: het is "naar beste weten", "ik weet niet beter" en "het hing altijd aan de muur dus het zal wel een echte zijn". Voor zo'n deal, dus ook na de reps and warranties en dus de garanties van de deal, is dat echt onvoldoende. Daarom willen wij ook die sale and purchase agreement zien, want die "best knowledge qualifier" vinden wij niet acceptabel.
De voorzitter:
De heer Schalk van de SGP heeft een interruptie.
De heer Schalk i (SGP):
Ik denk dat de heer Otten terechte vragen stelt, met name over het onderhandelingsproces. Alleen, hij vroeg heel expliciet: wie heeft die onderhandelingen gedaan? Ik mag aannemen dat hij niet naar de naam van een persoon vraagt, maar naar een organisatie of iets dergelijks.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Ja.
De heer Schalk (SGP):
Want de enige naam die we vandaag in dit huis moeten noemen, is Rembrandt, denk ik. Als we personen gaan bespreken, denk ik dat we de weg kwijt zijn.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Ik wil graag weten welke juridische adviseur de Staat gebruikt heeft. Is dat bijvoorbeeld de landsadvocaat? Want als expert op dit gebied — dat mag ik toch wel over mijzelf zeggen — vond ik de LoI nogal knullig in elkaar gezet. Ik wilde dus graag weten wie dat doet en of misschien niet iemand anders met nog meer kennis van zaken er ook nog even naar moet kijken. Want dit gaf me niet helemaal een goed gevoel, zeg ik tegen de heer Schalk.
De heer Schalk (SGP):
Dank u wel voor het antwoord. Zo is in ieder geval duidelijk dat we, volgens de mores van dit huis, niet over personen gaan spreken die zoiets hebben gedaan. Dan hebben we dat scherp.
De voorzitter:
Dat klopt. Daar sluit ik me bij aan.
De heer Otten (Fractie-Otten):
De heer Schalk ziet dingen die er niet zijn, denk ik.
Ik rond zo af, voorzitter. Er was nog een ander aspect dat ons opviel aan deze koopovereenkomst. Het kabinet — het is hier vaak in deze Kamer aan de orde gekomen, nog onlangs bij de behandeling van het Belastingplan — hecht erg aan het voorkomen van belastingontwijking. We zijn dus wat dieper in de hele transactie gedoken en wij kwamen tot de conclusie dat de Nederlandse Staat dit schilderij van Rembrandt koopt van een trust die gevestigd is op de Cook Islands, middenin de Pacific, waarvan de holding gevestigd is in Saint Vincent en de Grenadines, een belastingparadijs tussen Martinique en Barbados in de Caribische Zee, voor diegenen die niet weten waar dat ligt.
Ik zal het u allemaal besparen, maar voor de liefhebbers staat in dit document de hele fiscale structuur van de verkoper van het schilderij. De reden dat wij dit allemaal weten, is dat dit allemaal is onthuld in de zogenaamde Panama Papers en allemaal publiekelijk kan worden uitgezocht. Hoe verhoudt deze transactie zich tot het beleid van de Nederlandse regering om belastingontwijking tegen te gaan, is onze vraag aan de staatssecretaris. Mkb'ers en zzp'ers die een dagje te laat zijn met hun btw-aangifte krijgen meteen een forse boete. Waarom werkt de Staat mee aan dergelijke constructies?
We horen graag de beantwoording van de staatssecretaris en vragen haar dan ook om de transactie met de verkoper open te breken en deze overeenkomst te heronderhandelen met deugdelijke garanties, waarbij we ook zeker weten dat we dit schilderij van de juiste persoon kopen en waarbij het schilderij ook geverifieerd is en we weten dat het de echte Rembrandt is. Dan kan er misschien tegelijk ook wat gedaan worden aan de zeer hoge prijs van dit schilderij, want zoveel kopers zijn er nou ook weer niet voor De Vaandeldrager. Daar is ook al door andere sprekers aan gememoreerd.
Wij zien uit naar de beantwoording van de staatssecretaris.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Dan geef ik het woord aan de heer Atsma, die zal spreken namens het CDA.