Verslag van de vergadering van 18 januari 2022 (2021/2022 nr. 13)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.52 uur
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Zoals ik al diverse malen heb aangegeven vandaag, zijn wij niet principieel tegen de aanschaf van De Vaandeldrager, al vinden we de prijs wel erg hoog. Wij snappen nu ook wel hoe dat komt. De familie Rothschild vroeg 175 miljoen. De Staat zei, onder druk van het Rijksmuseum: deal. Ja, dan betaal je de hoofdprijs.
Ik heb een paar concrete vragen. Wat is nu de volgende stap in dit proces? De staatssecretaris sprak ook over de sale and purchase agreement. Mijn vraag aan de staatssecretaris is wat daarvan op dit moment exact de status is. Wat is de voorziene timing om de sale and purchase agreement te ondertekenen? En wat is de timing van de voorziene closing, waarbij het schilderij wordt geleverd en betaald? Kunnen wij als Eerste Kamer deze sale and purchase agreement inzien, al dan niet vertrouwelijk, net als de letter of intent?
Voorzitter. Ons advies is om deze transactie beter te structureren, om wat meer "brinkmanship" in de onderhandelingen tentoon te spreiden en om niet op deze manier alles wat de verkoper vraagt braaf te doen, uit de ongegronde angst dat men het schilderij anders misschien misloopt. Ik wil de staatssecretaris ook vooral wijzen op de laatste zin van artikel 6 van de letter of intent. Daarin staan voldoende aanknopingspunten om te doen wat ik net suggereerde. Er is nog allerlei flexibiliteit wat betreft de deadline. Ik zou zeggen: lees dat artikel 6.
Belangrijker nog is dat de huidige dealstructuur er kortgezegd eigenlijk op neerkomt dat Nederland 175 miljoen overmaakt naar een of andere trust op de Cook Islands. Ik heb het net nog even opgezocht: die liggen vlak bij Tonga, het eiland dat net getroffen is door een vulkaanuitbarsting. Het geld gaat naar de Cook Islands, en dat is het dan. Mochten er later problemen ontstaan, bijvoorbeeld doordat er iets aan de hand is met het schilderij of met de eigendomsverhoudingen binnen de familie: jammer dan, geld weg. Dat vinden we toch niet heel erg zorgvuldig. Het gaat om veel geld, om belastinggeld, in een zeker moeilijke tijd, ook voor de cultuursector.
Daarom hebben wij de volgende motie, die ik nu zal voorlezen, voorzitter.
De voorzitter:
Door de leden Otten en De Vries wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Nederlandse Staat voornemens is om het schilderij De Vaandeldrager van Rembrandt aan te schaffen en daar 150 miljoen belastinggeld voor wil aanwenden;
constaterende dat het van essentieel belang is voor de Nederlandse Staat dat deze aanschaf van De Vaandeldrager met zo veel mogelijk juridische waarborgen en garanties wordt omkleed en ervoor zorg te dragen dat de Staat voldoende mogelijkheden overeenkomt met de verkoper om effectief schadevergoeding te kunnen claimen bij de verkoper indien deze garanties en waarborgen niet blijken te worden nagekomen;
verzoekt de regering de contractuele overeenkomst (de zogenaamde SPA) met de verkoper zodanig aan te passen dat de Nederlandse Staat voldoende juridische bescherming geboden wordt door de verkoper,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter G (35984).
Meneer Otten, bent u daarmee aan het einde van uw inbreng?
De heer Otten (Fractie-Otten):
Ik zie nog een vraag, voorzitter.
De voorzitter:
Ja, ik ook. Maar bent u daarmee aan het einde van uw inbreng?
De heer Otten (Fractie-Otten):
Nou, we zien uit naar de antwoorden van de staatssecretaris op onze resterende vragen. En uiteraard zijn we zeer benieuwd naar de vraag van de heer Janssen.
De voorzitter:
En daarmee bent u aan het einde van uw inbreng?
De heer Otten (Fractie-Otten):
Ja, dan ben ik aan het eind. Ik zie ook al dat ik door de tijd heen ben.
De voorzitter:
Dan ga ik het woord geven aan de heer Janssen.
De heer Janssen i (SP):
Een korte verhelderende vraag over de motie, met name het dictum. De heer Otten vraagt om de verkoop- en koopovereenkomst aan te passen, maar wij kennen de verkoop- en koopovereenkomst nog niet. Aanpassen van iets wat we nog niet kennen, lijkt mij ingewikkeld. Zou het voldoende zijn voor de heer Otten, vraag ik, want ik begrijp wat hij bedoelt, als de staatssecretaris toezegt dat zij gaat zorgdragen voor alle punten waar hij zorgen over uit? Zoals het dictum nu namelijk luidt — iets aanpassen waarvan ik de basistekst nog niet ken — wordt het heel ingewikkeld.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Daarmee wordt verzocht om die tekst te mogen inzien. Dat zou al enorm helpen. Maar ik wil daar wel iets over zeggen. De LoI spreekt ervan dat het schilderij "to the best of our knowledge" echt is. Ik zal niet in details treden, maar dat is een vrij zwakke garantie. Als je zoveel geld betaalt, is het wel gebruikelijk dat je ook keiharde garanties krijgt dat, mocht er iets mis zijn, dat voor rekening van de verkopende partij is en niet voor rekening van de koper. Zeker als het geld ook nog eens verdwijnt naar de Cook Islands of weet ik waar naartoe, want dan kun je fluiten naar dat geld. Het zal allemaal best te goeder trouw gebeuren, daar ga ik ook vanuit, maar met dit soort bedragen moet je het toch heel zakelijk regelen. Ik wil de motie best in die zin aanpassen dat we vragen om in ieder geval te waarborgen dat een dergelijk mechanisme erin komt te staan, als het er nog niet in staat. Maar het bestuderen van de LoI geeft mij aanleiding te veronderstellen dat dit niet helemaal adequaat in de SPA terechtkomt. Dat is mijn antwoord aan de heer Janssen.
De heer Janssen (SP):
Begrijp ik de heer Otten nu goed dat hij zegt: de zorgen heb ik in de overwegingen geuit en ik wil dat die in de verkoop- en koopovereenkomst op een goede manier afgedekt worden?
De heer Otten (Fractie-Otten):
Ja, dan begrijpt u het goed. Dan wil ik desnoods de motie nog wel wijzigen. Ik begrijp dat de stemming voorzien is voor vanavond. Dan is ons voorstel wel om dan ook over de moties vanavond te stemmen. Als we over 175 miljoen kunnen stemmen, dan kunnen we denk ik ook wel over een paar moties stemmen. Dat zou ik dan wel willen combineren met het stemmen over het voorstel.
De voorzitter:
Ik zal daar later vanavond een voorstel over doen. Gebruikelijk is om de moties een week later in stemming te brengen, zodat de fracties de kans krijgen om het er nog fractieberaad over te hebben. Als de Kamer anders beslist, dan doen we het anders. Maar dat komt vanzelf later vanavond aan de orde. Ik zal die vraag stellen aan de Kamer.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Of ik verzoek om de hele stemming, dus ook over de aankoop, tot volgende week uit te stellen.
De voorzitter:
De Kamer gaat over de agenda.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Oké.
De voorzitter:
Ik zal daar vanavond een voorstel over doen. Overigens vermeldt de agenda op verzoek van de commissie al dat er vanavond wordt gestemd over het wetsvoorstel. Daar is al toe besloten.
Dan ga ik nu naar de heer Atsma, die zal spreken namens het CDA.