Verslag van de vergadering van 8 februari 2022 (2021/2022 nr. 16)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 19.44 uur
De heer Backer i (D66):
Voorzitter, dank. Dank aan de bewindslieden voor de antwoorden. Ik constateer dat, ondanks jarenlang toch negatieve, geringschattende of soms ronduit destructieve opmerkingen over de Europese Unie, er nu een andere wind waait. Het is niet meer een feestcommissie op zoek naar een feest, maar er is, denk ik, een veel constructievere houding over wat Europa voor ons land kan betekenen, en voor de Unieburgers die wij ook zijn. Ik beluister dat ook met genoegen in de antwoorden van de beide bewindslieden. Ik zie ook een zeer rolvaste minister van Buitenlandse Zaken. Die zou ik graag willen aanmoedigen krachtig in te zetten op de Raad en de Commissie om wat moediger, efficiënter en ook wat consistenter te zijn met de artikelen 2 en 7 en het rechtsstaatmechanisme werkelijk geloofwaardig en handhavend te laten optreden. Dat is goed voor de geloofwaardigheid van de Europese Unie, die zich nu aan het opbouwen is.
Voorzitter. De Europese Unie is zo'n voorbeeld — we hadden het er net al even over — van een onmogelijke opdracht waar weinigen in geloven. Toch vindt de Europese Unie, vinden de lidstaten en de instellingen, zich altijd weer opnieuw uit. Een voorbeeld is het Herstelfonds dat we eigenlijk noodgedwongen … De minister kwam met de mooie beeldspraak, vanaf zijn kampeerbed, van een koevoet. Niemand had corona voorzien. De Commissie had op dat punt eigenlijk ook geen bevoegdheden, ook niet binnen het MFK, en toch heeft men een oplossing gevonden. Uit die oplossing is ook weer een nieuw mechanisme ontstaan, de conditionaliteit, waarmee de Unie weer verder kan. Zo vinden we altijd weer nieuwe oplossingen. Dat stemt mij hoopvol.
Dank aan de minister van BZK voor de korte en enigszins afhoudende verhandeling over artikel 51, maar dat is natuurlijk ook een heel principieel debat. Dat is misschien wat verder aan de horizon, dus ik zal dat nu niet vervolgen.
Ik heb wel een reflectie gemist over het idee van de Unieburger. Ik zou dit toch nog willen aanreiken bij de discussie over de toekomst van Europa. We hoeven die nu niet te vervolgen, maar het is een concept waar ik heel weinig over hoor. Ik denk dat het een aansprekend concept is.
Voorzitter, tot slot. Gezien de tijdsbeperkingen — ik ben ook al in blessuretijd — zal ik niet de onderwerpen vervolgen waar collega Koole over begonnen is, over wetgevingskwaliteit en dergelijke. Ik zou alleen willen afronden met een compliment aan de minister van BZK, die kort in functie is en al zo in de stof zit. Dat geeft voor de komende periode alle vertrouwen in de samenwerking.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Backer. Dan geef ik nu het woord aan de heer Koole namens de fractie van de Partij van de Arbeid.