Plenair Schalk bij voortzetting debat naar aanleiding van de regeringsverklaring



Verslag van de vergadering van 15 februari 2022 (2021/2022 nr. 17)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.08 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter, hartelijk dank, en natuurlijk ook dank aan de minister-president voor de beantwoording van de vragen. Naar goed gebruik in SGP-kringen heb ik nog drie punten.

Het eerste punt is een nog onbeantwoorde vraag. Ik kwam daar zojuist achter. Ik had gevraagd of staatssecretaris Van Rij de kloof tussen een- en tweeverdieners nu echt gaat aanpakken en of hij op de marginale druk bij de laagstbetaalden zou willen letten. Dat is het eerste punt.

Het tweede punt. De minister-president was erg direct in zijn antwoord toen het in het kader van het armoedebeleid ging over het intrekken van het wetsvoorstel over het niet-indexeren van de kinderbijslag. Dat vond ik wel jammer. Daarom de volgende motie.

De voorzitter:

Door de leden Schalk, Van Dijk, Koffeman, Janssen, Mei Li Vos, Van der Linden, Faber-van de Klashorst, Otten, Rosenmöller, Van Rooijen en Raven wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het wetsvoorstel 35845 met betrekking tot "niet-indexeren basiskinderbijslagbedrag over de jaren 2022, 2023 en deels over 2024 of totdat de beoogde dekking is gerealiseerd" door de Tweede Kamer is aanvaard;

overwegende dat het kabinet niet tijdig heeft gereageerd op het voorlopig verslag zoals uitgebracht door de commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en voorts heeft aangegeven dat het niet-indexeren per 1 januari 2022 niet kon ingaan, maar dat het wetgevingsproces zomaar vervolgd kan worden;

overwegende dat de prijsstijging momenteel significant is, met een inflatie van ruim 7%, wat voor gezinnen tot forse koopkrachtdalingen kan leiden, en dat het niet-indexeren langdurig effecten heeft;

constaterende dat gezinnen met kinderen, met name in de lagere inkomensgroepen, zwaar worden getroffen door het niet-indexeren, waardoor steeds meer kinderen onder de armoedegrens terechtkomen, terwijl dit strijdig is met de ambitie van dit kabinet om het aantal kinderen in armoede te halveren;

verzoekt de regering het wetsvoorstel 35845 over het niet-indexeren basiskinderbijslagbedrag over de jaren 2022, 2023 en deels over 2024, of totdat de beoogde dekking is gerealiseerd, in te trekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter P (35788).

De motie maakt deel uit van de beraadslaging onder 35788, letter P van Peter.

De heer Schalk (SGP):

Dank u wel, voorzitter. U hebt de motie een heel mooie letter meegegeven.

Mijn derde punt gaat over de wijze les die ik nog wil meegeven aan de minister-president. Dat heb ik in mijn eerste termijn beloofd. Het ging al over de jongen, de mol en de vos. Dan nu nog de ontmoeting met het paard.

Als ook het paard meereist door de wildernis komt er een gesprek op gang: "Wat is het moedigste wat je ooit hebt gezegd?" vroeg de jongen. "Help!" antwoordde het paard. Voorzitter, ik hoop dat de minister-president het hoorde: "Help!" "Is dat moedig dan, om hulp vragen?" "Jazeker, want om hulp vragen betekent niet dat je opgeeft" zei het paard. "Het betekent dat je weigert op te geven."

Laat dat een les zijn, zowel voor ons als parlementariërs als voor de nieuw aangetreden regering, want juist de kwetsbaarheid van de hulpvrager maakt hem of haar tot een krachtig leider. Het is geen teken van zwakte als je om hulp vraagt. Het kan wel een teken zijn van afhankelijkheid, van je collega's, van je ambtenaren, van het parlement wellicht. En meer nog: om hulp vragen in afhankelijkheid van God.

Voorzitter. Ik wil de start van het kabinet absoluut niet vergelijken met het begin van een kerkdienst, maar de woorden die in de kerk elke zondag klinken, zijn woorden van afhankelijkheid: "Onze hulp is in de naam van God, die hemel en aarde gemaakt heeft, die trouw houdt en die niet laat varen wat Zijn hand begon." Die afhankelijkheid wens ik de regering van harte toe.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Dan is het woord aan de heer Otten namens de fractie Otten.