Plenair Otten bij behandeling Verlengen mogelijkheid om Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid in te trekken



Verslag van de vergadering van 21 februari 2022 (2021/2022 nr. 18)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.26 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. Op 1 maart vervalt de bevoegdheid om het Nederlanderschap in te trekken van uitreizigers die zich hebben aangesloten bij een terroristische organisatie als dat noodzakelijk is op basis van de nationale veiligheid. Deze wet is in 2017 ingevoerd naar aanleiding van de Syriëgangers die zich bij de terroristische organisatie IS of andere terroristische organisaties aan hebben gesloten. Op 12 november 2020 is de motie-Yeşilgöz-Zegerius/Van Toorenburg aangenomen, die ook door een van de vorige sprekers is genoemd; ik had deze even meegenomen. Deze verzoekt de regering met een voorstel te komen om deze wet permanent te maken, in het belang van de nationale veiligheid, en daarmee mogelijk te blijven maken het Nederlanderschap in te trekken. De minister van Justitie en Veiligheid kon toen waarschijnlijk nog niet bevroeden dat zij op 21 februari 2022 de wet waartoe haar eigen motie opriep, in deze Eerste Kamer zou gaan verdedigen als minister van Justitie en Veiligheid, nota bene met de heer Van der Burg, die wij hier tot voor kort nog als collega meemaakten.

Het wetsvoorstel ziet toch weer op een verlenging van vijf jaar en niet permanent, zoals het toenmalige Tweede Kamerlid Yeşilgöz-Zegerius nog bepleitte. Wij vinden dat jammer, net als sommige andere fracties. Wij denken toch dat daar een preventieve werking van uitgaat, ook voor terroristen, om eens even twee keer goed na te denken: reis ik af naar een terroristisch gebied, als ik daarmee mijn Nederlanderschap kan verspelen? Dat geeft de nodige duidelijkheid. We zien dat er bij andere tijdelijke wetgeving veel minder moeilijk wordt gedaan over wetten in de ijskast zetten en verlengen, maar daar komen we later vandaag nog over te spreken.

Voorzitter. Onze fractie is voorstander van een integrale aanpak van terrorisme. Intrekking van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid is wat ons betreft een instrument dat in deze integrale aanpak niet kan ontbreken, naast strafrechtelijke vervolging en de mogelijkheid om naast het intrekken van het Nederlanderschap de betrokkene tot ongewenst vreemdeling te verklaren.

Van terugkeerders gaat volgens de regering een aanzienlijke potentiële dreiging uit vanwege het lange verblijf in terroristische groepen, de strijdervaring, het meemaken en toepassen van excessief geweld en de langdurige onderdompeling in de gewelddadige, jihadistische ideologie. Dit oordeel van de regering delen wij. Wat onze fractie betreft gaan we uitreizigers die bewust hebben gekozen voor een jihadistische toekomst, dan ook niet terughalen naar Nederland.

Volgens de cijfers van de regering, van enige tijd geleden, zijn er de afgelopen jaren ruim 300 personen uitgereisd naar Syrië en Irak, waarvan er ongeveer 65 zijn teruggekeerd. Graag vernemen we van het kabinet een update op deze cijfers. Hoeveel uitreizigers zijn er per heden teruggekeerd en wat is de stand van zaken ten aanzien van het aantal betrokkenen waarvan het Nederlanderschap is ingetrokken?

Dan komen we op de rechtsbescherming. De wet regelt dat bij het voornemen tot intrekking van het Nederlanderschap ambtshalve beroep wordt ingesteld bij de bestuursrechter, waarbij het besluit integraal wordt getoetst door de bestuursrechter en ook hoger beroep openstaat. Uit informatie van een tijdje terug concluderen we dat de bestuursrechter in 9 van de 12 beoordeelde gevallen tot de conclusie kwam dat het Nederlanderschap terecht was ingetrokken. Kan de regering ons een update geven van het aantal betrokkenen waarvan de nationaliteit is ingetrokken en hoeveel er door de rechter na integrale toetsing rechtmatig werden bevonden?

Dan komen we nog op de rol van de CTIVD, de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Bij de beslissing tot het intrekken van het Nederlanderschap zijn ambtsberichten van de AIVD van groot belang. Wij gaan ervan uit dat de CTIVD haar onderzoek in het kader van de Wet op intrekking van het Nederlanderschap op dezelfde wijze kan doen als wanneer er toezicht wordt gehouden op de diensten. Kan de regering dat bevestigen?

Concluderend. Onze fractie steunt dit wetsvoorstel en roept de regering op om alert te blijven op terugkerende strijders en tijdig in te grijpen waar dat noodzakelijk is. We zien uit naar de beantwoording van de bewindslieden.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Dan is het woord aan de heer Arbouw namens de fractie van de VVD.