Plenair Doornhof bij behandeling Verlengen werkingsduur Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding



Verslag van de vergadering van 22 februari 2022 (2021/2022 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.53 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Doornhof i (CDA):

Voorzitter, ik dank u voor het woord. Gisteren hebben we hier gesproken over de verlenging van de mogelijkheid om het Nederlanderschap in te trekken. Toen heb ik namens het CDA naar voren gebracht dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid zegt dat die jihadistische beweging er op dit moment voor zorgt dat mensen radicaliseren en dat die beweging een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Het CDA is daarom van mening dat we ons blijvend moeten wapenen tegen terrorisme.

Het is daarom ook belangrijk dat je zorgt voor de verlenging van de mogelijkheid om dat paspoort af te pakken. Het is ook belangrijk dat je de bestuurlijke maatregelen handhaaft die je tegen terrorisme zou willen treffen; daar hebben we het nu over. Ik heb gisteren wel gezegd dat mijn fractie wat gemengde gevoelens heeft bij het amendement in de Tweede Kamer over de intrekking van het Nederlanderschap, dat zegt: laten we daar weer een tijdelijke wet van maken.

Het oorspronkelijke voorstel van de regering was om die mogelijkheid van het intrekken van het paspoort een permanent karakter te geven. Bij het onderhavige voorstel is het de regering zelf geweest die bij de indiening heeft gezegd: dit wordt opnieuw een tijdelijke wet. Aanvankelijk was het wel de bedoeling om ook hier een permanente wet van te maken. De motie-Segers heeft daar mogelijk een belangrijke rol in gespeeld, maar mijn fractie zou graag van de regering horen hoe dat nou precies zit. Als je kijkt naar de evaluatie van het WODC, dan is er niet veel gebruikgemaakt van deze wet. Kennelijk is de vraag of je nou frequent of niet frequent van de bevoegdheden gebruikmaakt, geen weging bij de vraag of je bevoegdheden al dan niet op dit moment handhaaft.

Voorzitter. Gisteren ... Ik ben het met collega Janssen eens dat als je bevoegdheden nodig hebt, je ook ja moet durven zeggen tegen een wet en je daar ook een permanente wet van moet maken. Is het andersom, dan maak je daar ook een keuze in. Als je dan kijkt naar de dreigingsbeelden van de NCTV en als je ziet dat terrorisme overal de kop opsteekt — de heer Arbouw heeft daar net goede voorbeelden van gegeven — dan kun je de vraag stellen of deze tijdelijke wet niet ook eigenlijk omgezet moet worden in een permanente. Mijn fractie is benieuwd naar het antwoord van de minister daarop.

Tot zover, in de eerste termijn.

De heer Recourt i (PvdA):

Er is een grote spraakverwarring. U heeft het heel helder geformuleerd in de eerste termijn: dit is een tijdelijke wet, maar eigenlijk met argumenten voor permanent. Want "tijdelijk" betekent: als het niet meer nodig is, dan gaat hij weg. Dan is het dreigingsbeeld van belang. De heer Arbouw wees daar ook op. Als je "permanent" zegt, betekent dit dat we hem in de gereedschapskist hebben en dat we hem er direct uit trekken op het moment dat dit nodig is. Hoor ik het goed dat de CDA-fractie zich eigenlijk op het standpunt van dat laatste argument stelt, namelijk: we willen hem gewoon in de gereedschapskist, dreigingsbeeld of niet, want als het nodig is, willen we hem kunnen gebruiken?

De heer Doornhof (CDA):

Ik dank de heer Recourt voor die vraag, omdat ik dan ook het standpunt van de CDA-fractie helder naar voren kan brengen. U hebt misschien gemerkt dat mijn woordvoering wat meer vragenderwijs is in de richting van de regering dan die gisteren was. Waar je het gisteren had over het intrekken van het Nederlanderschap, zou je zeggen dat er voldoende argumenten zijn om te zeggen: je moet gewoon de knoop doorhakken en die bevoegdheid moet je houden. Hier hebben we een WODC-rapport waarvan Talsma net naar voren heeft gebracht dat het wat lastig is om daar echt gebruik van te maken als je kijkt naar deze wet. Het is dus meer uit belangstelling dat ik vraag wat nu slim is om te doen. Want ja, je gaat nu toch weer een tijdelijke wet goedkeuren. Dat is wat er gevraagd wordt door de regering, terwijl wij eigenlijk zeggen: daar doen wij niet graag aan; durf daarin een heldere keuze te maken. Ik ben op dit punt benieuwd naar wat het antwoord van de minister is.

De heer Recourt (PvdA):

En in tweede termijn volgt dan die heldere keuze van het CDA?

De heer Doornhof (CDA):

Ik wil collega Recourt voorhouden dat wij daar misschien fractieoverleg voor nodig hebben. Dus of u dat antwoord meteen in tweede termijn krijgt? Maar laat ik het zo zeggen: als we hier over vijf jaar staan — ik heb al begrepen dat we dan een aantal mensen hopelijk mogen weerzien — kunnen we het daar op dat moment over hebben.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord vervolgens aan de heer Arbouw van de fractie van de VVD.