Plenair Raven bij behandeling Goedkeuringswet vijfde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 17 mei 2022 (2021/2022 nr. 28)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.56 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Raven i (OSF):

Dank u wel, voorzitter. Een paar maanden geleden hebben we hier gediscussieerd over de vierde verlenging. Dat was geen gemakkelijke discussie voor het kabinet, want er waren best wel de nodige vragen, opmerkingen en discussiepunten. Dat leidde tot een besluit dat niet heel breed gedragen werd — laat ik het zo maar formuleren — maar dat in elk geval de eindstreep nog haalde.

Voorzitter. Ik moet de minister in elk geval complimenteren met het moedige besluit om de vijfde verlenging voor te leggen. Ik hoor in de bijdrages tot nu toe namelijk heel veel terug van wat er de vorige keer ook al is ingebracht. Dan is het moedig. Ik geef er een compliment voor, maar ik twijfel er een beetje over. Je kunt het namelijk ook over de koppigheid van het kabinet hebben om dit door te zetten. De vraag is of dit de aanpak is die we nu nodig hebben.

Voorzitter. Dan de vijfde verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19. Vanwege coördinatieproblemen en ter vervanging van de noodverordeningen in de regio's werd deze tijdelijke wet eind 2020 ingevoerd. Dat gaf de centrale overheid meer mogelijkheden om de pandemie adequaat te bestrijden met landelijke maatregelen. Decentrale organen kregen minder bevoegdheden op grond van de Wpg. Met de tijdelijke wet werden diverse grondrechten van burgers ingeperkt. De basis hiervoor lag in artikel 22 van de Grondwet, dat de overheid opdraagt om de gezondheid van de bevolking te waarborgen. Het uitgangspunt van de tijdelijke wet was — ik wil dat toch nog eens herhalen — om zo spoedig mogelijk terug te keren naar de normale situatie.

Voorzitter. Niets is zo structureel als tijdelijke maatregelen. De vraag daarbij is altijd: wanneer kan die tijdelijkheid worden opgeheven? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden, zeker in dit geval, aangezien deze discussie velen raakt. Gisteren betoogden de ziekenhuisdirecteuren nog dat Nederland gevaar loopt bij een nieuwe pandemie. Als reden hiervoor noemden zij een kennelijk tekort aan personeel, maar daarvoor zijn zij juist zelf verantwoordelijk. Zij zouden in een normale situatie in eerste lijn zelf verantwoordelijk zijn om ervoor te zorgen dat er voldoende en adequaat personeel aanwezig is. Natuurlijk zijn er heel veel problemen op de arbeidsmarkt, maar dat betekent niet dat de overheid altijd degene is die het in eerste lijn moet oplossen. Ik denk dat de duurbetaalde directeuren daar ook iets aan moeten bijdragen.

Voorzitter. Voor de OSF staat vast dat de tijdelijke wetgeving moet worden beëindigd vanwege de niet-noodzakelijke inperking van de grondrechten. Kan dat nu, zo vragen we de minister. Wat gebeurt er als de Kamer de tijdelijke wet vandaag niet verlengt? Ons inziens ontstaat dan de juridische situatie dat niet de minister, maar de veiligheidsregio's op grond van de Wpg weer hun zeggenschap terugkrijgen en alles weer normaal gaat functioneren, zoals dit overigens al heel lang in voorgaande jaren heeft gefunctioneerd voordat de crisis uitbrak. Klopt onze constatering? Vallen we weer gewoon terug in de situatie van 2019 en voorafgaande jaren? Welke onoverkomelijke risico's loopt Nederland dan als de burgemeesters weer gewoon binnen hun regio's hun werk kunnen c.q. moeten doen, gecoördineerd door de veiligheidsregio's? Wat is daar mis mee? Die vraag, en met name het antwoord op die vraag, is voor ons bepalend voor hoe wij vanavond omgaan met de stemming. Op het moment dat er een alternatief is waarbij problemen voorkomen kunnen worden door een structuur die jarenlang goed gefunctioneerd heeft, dan vragen wij ons namelijk af waarom je die tijdelijke wet dan nu nog een keer moet doorzetten, terwijl er geen enkele argumenten meer voor zijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu wel het woord aan mevrouw Prins.