Verslag van de vergadering van 31 mei 2022 (2021/2022 nr. 31)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.41 uur
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Voorzitter. Dit is geen exacte wetenschap, hoorden wij de bewindslieden vandaag regelmatig antwoorden op vragen van deze Eerste Kamer. Nee, dit is business. Wij concluderen na dit debat dat er van de zijde van de Nederlandse Staat vooral toch wel deals gedaan worden op basis van wishful thinking en het accommoderen van andere zakenpartners. Op veel vragen was het antwoord van minister Kaag: nee, dat kan niet, want dat wilde men niet. Dat is het verschil tussen de Franse en de Nederlandse aanpak. De Fransen hebben een masterplan, het zijn goede technocraten en ze regelen hun nationale belangen effectief. Dit kabinet neemt liever een sprong in het duister van 220 miljoen, erop vertrouwend dat het allemaal wel goed komt met de Nederlandse posities in de board.
Voorzitter. Wij zijn nogal verbaasd dat er blijkbaar geen shareholders' agreement is tussen de grote aandeelhouders, waaronder de Nederlandse Staat, en Air France-KLM. Dat lijkt ons toch wel vrij elementair bij een dergelijke transactie en bij dit soort bedragen.
Voorzitter. De Franse overheid investeert 650 miljoen in de claimemissie en ontvangt 1,6 miljard uit de opbrengst van de claimemissie. Nederland verhoogt hiermee zijn totale exposure op KLM en Air France-KLM met 220 miljoen tot 3,4 miljard euro; dat was namelijk al 3,2 miljard, vanwege de gedeeltelijk niet gebruikte leningen. Dat vinden wij niet verstandig. Daarom hebben wij de volgende motie, voorzitter.
De voorzitter:
Door de leden Otten en De Vries wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering voornemens is om te participeren in de claimemissie van Air France-KLM met een bedrag van circa 220 miljoen euro teneinde het 9,3%-belang van de Nederlandse Staat in Air France-KLM op peil te houden;
overwegende dat de Nederlandse Staat in 2020 een achtergestelde lening van 1 miljard euro aan KLM heeft verschaft, dat de Nederlandse Staat 90% heeft gegarandeerd van 2,4 miljard euro revolving credit facility die aan KLM is verstrekt door een syndicaat van banken;
overwegende dat KLM op dit moment slechts voor circa 600 miljoen euro gebruikmaakt van deze door de Nederlandse Staat verstrekte en gegarandeerde leningen en dat KLM onlangs al 311 miljoen euro heeft afgelost;
constaterende dat Air France-KLM op 24 mei 2022 bekend heeft gemaakt als doelstelling voor 2023 een net debt-to-EBITDA ratio van 2,0x tot 2,5x na te streven;
overwegende dat circa 1,6 miljard euro van de opbrengst van de claimemissie door Air France-KLM wordt gebruikt om een lening van de Franse staat af te lossen en de Franse staat derhalve zijn totale exposure op Air France-KLM aanzienlijk verlaagt, terwijl de Nederlandse Staat zijn exposure met 220 miljoen euro verhoogt door deel te nemen aan de claimemissie;
verzoekt de regering om in overleg met KLM te treden over de mogelijkheden om het totaal van de uitstaande leningen en garanties verstrekt door de Nederlandse Staat aan KLM uiterlijk eind 2022 met minimaal 500 miljoen euro te verminderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter A (36108).
De heer Otten (Fractie-Otten):
Voorzitter. Als we volgens het kabinet dan toch echt mee moeten doen aan deze emissie, dan zou ons advies zijn: zorg dan in ieder geval dat je exposure enigszins teruggebracht wordt op je totale exposure op de groep en de KLM. Die faciliteiten worden namelijk toch niet gebruikt, en het bedrijf heeft aangekondigd de schulden fors terug te willen dringen. Dat lijkt ons een zakelijke benadering. We hopen ook dat de regering daar begrip voor heeft. We hopen dan ook dat deze motie oordeel Kamer krijgt.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Dan is het woord aan mevrouw Prast namens de Partij voor de Dieren. Maar niet nadat de heer Vendrik nog een vraag heeft kunnen stellen aan de heer Otten, die nu spoorslag terugloopt naar het spreekgestoelte.
De heer Vendrik i (GroenLinks):
Het is altijd bijzonder om de heer Otten mee te maken in een debat. Maar ik miste eigenlijk de laatste drie zinnen uit zijn bijdrage. Wat is het oordeel over de voorgenomen claimemissie, de participatie, het wetsvoorstel dat nu voorligt? Wat gaat zijn fractie doen?
De heer Otten (Fractie-Otten):
Dat zei ik: we wachten even de beoordeling van het kabinet van onze motie af. Als je het dan toch doet … Het kabinet is ervan overtuigd dat dit de juiste benadering is. Net als de heer Vendrik, maar om andere redenen, heb ik daar ook wel wat twijfels bij, gezien de boardpositie. Dat is natuurlijk allemaal uitgebreid … Het is een beetje een sprong in het duister, want je hebt niet echt een keiharde shareholders' agreement met allerlei rechten. Ik zou dat zelf dus persoonlijk anders aangepakt hebben. Maar goed, dat is nu een gepasseerd station. Daarom was ons idee: ga net als de Fransen in ieder geval je exposure een klein beetje reduceren op de hele groep. Als je er 220 miljoen in stopt, haal dan in ieder geval wat van die niet gebruikte faciliteit af.
De voorzitter:
Heeft u al een antwoord op meneer Vendrik?
De heer Otten (Fractie-Otten):
Dus ik wacht even op wat minister Kaag daarop te zeggen heeft. Dan zullen wij ons eindoordeel vellen. Dat zeg ik tegen de heer Vendrik.
De voorzitter:
De heer Otten wacht nog eventjes.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Het wordt een derde of misschien vierde termijn; ik hoor het. Dat kan niet anders.
De voorzitter:
Of een stemverklaring. Dat kan ook nog, hè. Dank aan meneer Otten. Dan is het woord aan mevrouw Prast namens de Partij voor de Dieren.