Verslag van de vergadering van 7 juni 2022 (2021/2022 nr. 32)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.30 uur
Mevrouw Huizinga-Heringa i (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Ook dank aan de minister voor de beantwoording van de vragen, maar er zijn er een paar blijven liggen. Omdat ik nog vier minuten in tweede termijn heb, wil ik die gebruiken om ze nog eens onder de aandacht van de minister te brengen.
De eerste vraag gaat over de subsidiariteit. De minister zei tegen mij: ik heb het er even over gehad. En: ik neem aan dat dat voldoende antwoord is op deze vraag. Maar ik zou graag willen dat de minister nog eens echt op mijn vraag ingaat. Ik heb gezegd dat subsidiariteit op papier meer helder is dan in de praktijk, dat het voor mijn fractie vaak een zoektocht is en dat wij de gedachte hebben dat dit begrip opnieuw doordacht zou moeten worden, ook door het kabinet bijvoorbeeld. Ik zou daar graag een antwoord op hebben.
De tweede vraag was die ene waar u net naar verwees, te weten over het interview met Jaap de Hoop Scheffer, die waarschuwt voor de toekomst van de NAVO na 2024, wanneer er mogelijk weer een machtswissel in het Witte Huis is. Hij denkt dat Europa, los van de ontwikkelingen binnen de NAVO, de bereidheid moet hebben om ook zelfstandig militair op te treden. Of hij het dan heeft over een Europees leger of dat hij dat anders ziet, weet ik niet, maar ik zou graag van de minister horen hoe hij deze uitspraak van zijn partijgenoot beoordeelt.
Dan een derde vraag waarop ik het antwoord niet heb gehoord. De minister schrijft in de Staat van de Unie dat hij een rol ziet voor Nederland als een van de zes oprichters bij het noodzakelijke versterken van de Unie. Mijn vraag was: waarom is het van belang dat Nederland een van de zes oprichters is? Hoe kan dat onze rol versterken? En met welke maatregelen kunnen de transparantie en democratie dan versterkt worden? Op die laatste vraag is door de minister enigszins ingegaan, maar op de eerste vraag — waarom het zo belangrijk is dat Nederland een van de zes oprichters is — wil ik graag een nog wat helderder beantwoording.
Voorzitter. Bij deze drie vragen wil ik het laten. Ik dank de minister bij voorbaat al voor zijn beantwoording. Dan heb ik toch nog anderhalve minuut over.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Huizinga. Dan is nu het woord aan mevrouw Oomen-Ruijten namens het CDA.