Plenair Nanninga bij voortzetting behandeling Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 7 juni 2022 (2021/2022 nr. 32)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.38 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Nanninga i (Fractie-Nanninga):

Dank, voorzitter. Ik heb twaalf minuten en dertig seconden, afgerond dertien minuten. Nee, ik zal het u besparen, want het is laat. Mijn eerste termijn was kort. Dat heeft een reden. Je kunt het in dit soort brede beleidsdebatten over van alles hebben, maar veel ambtsgenoten snijden punten aan, stellen vragen en daar komt dan een antwoord op. Dat pak ik als het ware mee. Dat hoef ik niet allemaal over te gaan doen. Dat scheelt iedereen ook weer tijd. Bovendien vind ik het prettig om een focus aan te brengen.

De focus van mijn betoog lag bij het vetorecht. Ik stelde serieuze vragen. Ik bedank altijd de bewindspersoon, in dit geval de heer Hoekstra, voor de beantwoording, maar dat wil niet zeggen dat ik daar tevreden mee ben. Wat wil het geval? We hebben het hier over dat vetorecht. Dat is eigenlijk ingesteld om kleinere landen of landen met minderheidsstandpunten een beetje bescherming te bieden tegen landen die altijd als een blok voor of tegen iets stemmen, om een eigen nationaal geluid op de koers van de enorme olietanker die de Unie is, te drukken. Het is het mooie democratische principe van het beschermen van de minderheid tegen de tirannie van de meerderheid. Dat geef je nu weg. De minister heeft openlijk gezegd: dat vetorecht, daar moeten we maar eens van af. Nederland is een heel klein land, dus je geeft daar bescherming mee op.

Dat dat dan in de beantwoording zo wordt afgedaan, vraagt eigenlijk om een bespiegeling. Dat vraag ik dan bij dezen maar expliciet. Ik denk dat minister Hoekstra dat ook best wel wist, aangezien mijn hele betoog alleen maar daarover ging. Dat is niet voor niks. Ik vraag dat niet alleen voor mezelf. Ik vraag het ook voor heel veel Nederlanders die zich heel grote zorgen maken over de soevereiniteit van Nederland binnen de Unie. Ik zou toch wel willen dat dat iets serieuzer genomen werd, dat het ook iets serieuzer beantwoord werd en dat het niet wordt afgedaan met een bijzinnetje in een hele lange beantwoording en vervolgens, als ik daar concreet naar vraag, met een beetje flauw woordspelletje. Want wat de minister dan eigenlijk zegt, is: "Ieder land dat zich bij de Unie aansloot kreeg een gouden sleutel die toegang geeft tot alle kamers. Daar moeten we maar eens van af. We willen liever een zilveren sleutel. Dan krijg je tot iets minder kamers toegang, maar soms wel tot kamers die wij ook leuk vinden." De minister probeert dat dan te verkopen: het is eigenlijk net zo goed of misschien zelfs beter.

Ik wil mijn opgespaarde spreektijd in overdrachtelijke zin aan de minister overdragen, zodat hij wat langer de tijd kan nemen om daar eens op te bespiegelen. Ik vind het opgeven van het vetorecht zorgelijk. Ik denk dat heel veel mensen in Nederland dat heel zorgelijk vinden en dat het ook het draagvlak voor de EU ondermijnt. Wat mij betreft kan dat verder niet genoeg ondermijnd worden, maar dat kan toch de bedoeling van de minister niet zijn. Het raakt ook aan het vertrouwen dat Nederlanders hebben in de politiek in het algemeen, maar natuurlijk al helemaal in Brussel qua ver-van-je-bedshow. Als wij als heel klein landje dat heel veel netto bijdraagt, wat hier ook werd genoemd, dat recht uit handen geven, dan verdient dat een wat uitvoerigere bespiegeling.

Ik heb nog 9 minuten en 50 seconden op de klok. Ik zou zeggen: take it away in de beantwoording met die 9 minuten en 50 seconden. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Nanninga. Ik zal zeker overwegen of ik wel of niet die minuten aan de minister ga gunnen. Dan is het woord aan de heer Koole namens de Partij van de Arbeid.