Verslag van de vergadering van 7 juni 2022 (2021/2022 nr. 32)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.22 uur
Mevrouw Oomen-Ruijten i (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Na de val van de Muur en de democratische ontwikkeling in de landen van het vroegere Warschaupact waren we er zeker van: de wereld was veranderd; ontspanning, vrede en gerechtigheid. Met de vroegere landen uit het Warschaupact gingen we vervolgens aan de slag om te werken aan het door hen zo vurig gewenste lidmaatschap van de Europese Unie, en als het kon, ook meteen daarbij het lidmaatschap van de NAVO. De uitbreiding met tien lidstaten in 2004 ging niet zonder slag of stoot. Er werden grote inspanningen gevraagd, zowel van de kandidaten als van de Europese Unie, die met veel geld hielp met de zogenaamde pretoetreding.
Voorzitter. Wij spreken vandaag over een Europees continent waarin de zekerheden die toen, in 1990, zijn opgebouwd, teniet worden gedaan door deze door Rusland begonnen onmenselijke en wrede oorlog. Het is door de collega's al gezegd. Er is nu een oorlog aan de flanken van de Europese Unie, een oorlog die burgers in de Oekraïne van huis en haard verdrijft en die steden, dorpen en infrastructuur totaal verwoest. Die oorlog heeft gevolgen voor de Europese maar ook voor de mondiale veiligheid en de internationale rechtsorde.
Voorzitter. Wij hebben vanuit Nederland veel steun verleend aan Oekraïne. De collega's in de Raad van Europa zeggen dat ze daar ook zeer dankbaar voor zijn. We zijn nu vol sympathie voor de onverzettelijkheid van het Oekraïense volk. Terwijl er eerder bij het referendum over de associatieovereenkomst nog zeer grote twijfel over was of Oekraïne wel een keer lid zou worden, zegt nu bijna twee derde van de ondervraagden bij een enquête van EenVandaag dat zij vinden dat Oekraïne lid mag worden. Dat is dan overigens wel als men aan de eisen voldoet. De vraag over lidmaatschap, of beter gezegd, over het geven van een Europees perspectief aan Oekraïne komt heel snel, deze zomer, op de regering af. Dit wordt gevolgd door aanvragen van Georgië en Moldavië, die ook zijn doorgestuurd naar de Europese Commissie.
Voorzitter. De CDA-fractie staat niet afwijzend ten opzichte van een lidmaatschap van Oekraïne, maar is wel heel zorgelijk over de toezeggingen van de voorzitter van de Commissie over een versnelling van het toetredingsproces. Het bieden van het Europees perspectief is belangrijk, maar ook kandidaat Oekraïne zal moeten voldoen aan alle Kopenhagencriteria. Rule of law moet in orde zijn. Toezeggingen over een verkort proces van toetreding leiden — daar zijn wij als CDA-fractie van overtuigd — enkel en alleen tot teleurstellingen. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Ook het toevoegen van Georgië en Moldavië aan het lijstje van kandidaten roept bij ons de vraag op: tot hoever reikt de Europese Unie? Maar nog veel belangrijker vinden wij de vraag wat de EU aankan. Is men zich er voldoende van bewust dat er, met de landen die nu al in de wachtkamer voor toetreding zitten, straks een totaal andere EU gaat zijn? Daar zal op z'n minst het proces van besturen en besluiten op moeten worden aangepast. Er zal dus eerst verdieping moeten plaatsvinden en pas daarna uitbreiding. Overigens begrijp ik dat de Franse president een nieuwe status voor deze landen op het oog had. Graag een reactie van de minister.
In dit verband heb ik een vraag over de uitbreiding met Montenegro, Noord-Macedonië, Servië en Albanië. Zij zijn nu allemaal al kandidaat-lidstaten. Het zijn overigens landen met een groot umfeld en dus ook met veel problemen. Er is een speciaal verslag van de Rekenkamer. De vragen zijn beantwoord. Graag toch nog een reactie van de minister daarop. Wat gaat er nu gebeuren met die potentiële kandidaten? Ik betrek Bosnië en Herzegovina en Kosovo daar ook bij.
Dan heb ik nog een tweetal vragen over de Raad van Europa. Kosovo wil lid worden. Wat is de inzet van Nederland? De tweede vraag gaat over Turkije. Turkije is al lid van de Raad van Europa, maar voert arresten van het EHRM niet uit. Ik noem hier onder andere de zaak-Osman Kavala. Dat zou kunnen betekenen dat er op kortere termijn een procedure tegen Turkije gevoerd gaat worden, ook in de Raad van Europa. Wat is de houding van Nederland daarin?
Voorzitter. De Staat van de Unie zoals gepresenteerd door deze minister van Buitenlandse Zaken is compleet en ademt ook, tot groot genoegen van de CDA-senaatsfractie, een pro-Europese atmosfeer. Dat geldt overigens niet alleen voor de CDA-senaatsfractie. Ook de huidige Tweede Kamerfractie heeft die positiviteit.
Voorzitter. Er zijn drie thema's in samenhang waarop ik nader wil ingaan. Dat zijn onder meer de Conferentie over de toekomst en het Strategisch Kompas. Dat zijn onderwerpen die nauw met elkaar verweven zijn. Het zijn onderwerpen die ook passen in een wereld waarin de internationale verhoudingen drastisch zijn gewijzigd, maar ook zijn verhard. Meer dan ooit zijn we namelijk in de Europese Unie aangewezen op onszelf. Dat werd mooi uitgedrukt in de Staat van de Unie: de EU moet een sterke en slagvaardige geopolitieke speler zijn in plaats van een speelveld. Dus: slagvaardiger, economisch sterker, veiliger en groener. Daarin wil Nederland een leidende rol spelen in een Unie, die overigens ook sterk is omdat het fundament van democratie en rechtsstaat erin zijn veranderd. Maar niet elk EU-lid heeft — mag ik het zo voorzichtig eens uitdrukken? — na het bereiken van het lidmaatschap nog een passende verhouding tot de rechtsstaat. Polen en Hongarije voldoen niet aan de criteria die horen bij een rechtsstaat waarin het recht onafhankelijk en onpartijdig wordt toegepast. Het is een schande dat in Hongarije het huidige leiderschap al jaren met Europees geld z'n macht veiligstelt. Om daar iets aan te doen hebben we die rechtsstaatverordening. Maar gaat deze ook tot uitvoering komen, vragen wij ons af, of wordt deze ingeleverd om een compromis mogelijk te maken over een boycot van Russisch gas? Is, zo vraag ik me af, de naamswijziging van het Hof van Cassatie in Polen, toch al voldoende garantie voor het herstel van de rechtsstaat in dat land, zoals onlangs in Polen gemeld werd door de voorzitter van de Commissie. Graag een reactie van de minister die onze zorgen kan wegnemen.
Voorzitter. Het is een coïncidentie, en ja, de voorbereidingen waren al lange tijd in gang gezet, maar het Strategisch Kompas over een betere samenwerking op het terrein van defensie komt op een meer dan ooit gewenst tijdstip. Ik zou ook vanaf deze plaats hulde willen geven aan de interim-minister van Buitenlandse Zaken, de heer Knapen, die dit gevoelig dossier toch ook in Nederland vlot wist te trekken. De noodzaak om de Unie in de komende vijf à tien jaar sterker en slagvaardiger te maken op het terrein van defensie en veiligheid is er meer dan ooit. Ik zeg daarbij dat zonder de onrust aan de oostflank van de Unie de samenwerking op defensieterrein nooit zo snel gerealiseerd zou kunnen worden.
Voorzitter. Ik zie ook dat er opnieuw handen en voeten gegeven wordt aan een samenwerking tussen de EU en de NAVO. Die zal er in elk geval toe leiden dat er in alle lidstaten voornemens zijn tot een verhoging van de uitgaven aan defensie. De voorstellen van het kompas worden door de CDA-fractie van ganser harte ondersteund.
Voorzitter. Ik begon met defensie en veiligheid, maar ook het EU-buitenlands beleid is dringend aan hervorming toe. Wanneer de EU ook geopolitiek het sterke blok wil zijn, het blok van recht en waarden, en dat ook in het extern optreden wil waarmaken, dan moeten we hervormen. We kunnen niet leveren op het internationale speelveld, wanneer door de unanimiteitsvereiste de eenheid van optreden wordt geboycot. Daar moeten we gewoon vanaf. Wat de CDA-fractie betreft moeten alle GBVB-besluiten met gekwalificeerde meerderheid genomen worden. Daar heb je geen verdragswijziging voor nodig. Dat kan door gebruik te maken van de passerelles.
De verdieping waarover ik eerder sprak en die vooraf moet gaan aan de EU-uitbreiding brengt mij ook bij de conferentie over de toekomst. De organisatie van deze conferentie was niet sterk; te laat van start, onduidelijkheid over de rollen, drie covoorzitters en dan de nationale parlementen als vierde partij in de bijwagen. En dan de burgers want daar moest het van komen, bottom-up, maar zij waren niet allemaal gelijkwaardig geïnformeerd en ook vaak "gebruikt" door de best gestroomlijnde organisatie, die ik ook heel goed ken, en waar ik grote waardering voor heb, en dat is het Europees Parlement.
Die burgerdialogen waren nodig om het vertrouwen in Europa te herstellen of te hervinden, zo staat het geschreven. Ik stel tot mijn verdriet vast dat dat niet alleen geldt voor Europa, maar dat dat ook voor de Haagse politiek in zijn algemeenheid geldt, dat tanende vertrouwen. En dan vraag je je af: wat weet nou de doorsneeburger van Europa? Geert Mak heeft iets gedaan met De eeuw van mijn vader en later met Grote verwachtingen. Dat is ook verfilmd, goed gedocumenteerd en aan het publiek kenbaar gemaakt. Maar de vraag is: wat doet de regering of wat gaat de regering doen aan het tekortschieten van de kennis die er over Europa is? We hebben twee moties aanvaard gekregen, van collega Koole en collega Backer; de motie om het SCP te vragen om de baten te gaan herijken. Collega Koole vroeg om nou eens te komen met echt onderzoek naar hoe je in alle aspecten van samenwerking de EU beter voor het voetlicht kunt laten komen. Ik vraag aan de minister of hij daarover ideeën heeft, maar dat zou wel moeten.
Voorzitter. De voorstellen die er nu liggen voor aanpassing van de EU-instrumenten voor het nemen van besluiten kunnen rekenen op instemming van de CDA-fractie. Het Europees Parlement heeft in een resolutie gevraagd om te komen tot een conventie ter voorbereiding van het wijzigen van het verdrag. Allereerst is er de wens tot het overall afschaffen van het besluiten met unanimiteit. En dan denk ik dat je nu al moet zien dat ongeveer 90% van alle besluiten op EU-niveau al met gekwalificeerde meerderheid genomen kunnen worden, zoals over migratie, klimaat en energiezekerheid. Wat je wel zou moeten doen is bij het realiseren van die 5% op het gebied van het buitenland- en defensiebeleid gebruik te maken van de passerelles.
Dan hebben ze nog de wens om te komen met transnationale lijsten. Daar hebben we ook geen verdragswijziging voor nodig, omdat het ook nu al kan. Ook voor het systeem van spitzenkandidaten heb je geen verdragswijziging nodig. Voor de CDA-fractie zou unanimiteit in elk geval gehandhaafd moeten blijven bij uitbreiding, toetreding van nieuwe leden en ook bij wijzigingen van het verdrag, want wij vinden dat dat zwaarwegende voorstellen zijn.
Kortom, wij zouden het volgende willen meegeven aan de minister. Als die conventie moet, doe het dan, maar doe het dan om te kijken hoe je die passerelles voor die 5% kunt benutten. Als je daarvoor die conventie opzet, met een timetable, is dat voor ons prima. Dan kun je later zien of de overtuiging er ook is om bij unanimiteitsbesluiten tot een gekwalificeerde meerderheid te komen.
Voorzitter. Overigens wil ik namens de fractie wel zeggen dat van alle zaken die nu op het wensenlijstje staan, de zaken die het burgerbelang in de EU dienen wat ons betreft voorop moeten staan bij de invulling van het wensenpakket. Ik noem hierbij de gewenste gezondheidsunie. Ik noem ook grensoverschrijdend verkeer. Ik zie namelijk vaak dat de burger die woont in het ene land en werkt in het andere land, in de knel komt wanneer het geld kost. Dat geldt niet alleen voor de Tozo-regeling voor zelfstandigen, maar zorgt nu ook voor problemen bij thuiswerkende grensarbeiders.
Voorzitter, dit is mijn laatste punt. Het is interessant dat in de Staat van de Unie staat dat op het dossier van de mogelijke wijzigingen in het Stabiliteits- en Groeipact samenwerking is gezocht met Spanje. Ik vraag me af aan welke wijzigingen u denkt. Als straks met een hogere rente bijvoorbeeld de renteverschillen tussen de kern en de rest van de zone oplopen, wat gaat er dan gebeuren? Tot welke aanpassing is Nederland bereid, zo vraag ik deze minister. Dit geldt ook ten aanzien van belastingvoorstellen binnen de EU, omdat daar nog steeds een unanimiteitsvereiste is. Dat kan ongewenste gevolgen hebben. Dat bleek onlangs weer, toen Polen een veto uitsprak over het voorstel voor de invoering van een minimumwinstbelasting in de EU. Eén lidstaat legt dan 26 andere lidstaten zijn wil op. Ook daar moeten we kijken naar het veto.
De voorzitter:
De heer Otten.
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Dit is de eerste interruptie in deze wat ongebruikelijke setting van de Kamer; van mijn kant dan, neem me niet kwalijk. Ik hoor mevrouw Oomen net zeggen dat de rente oploopt. Dat geeft natuurlijk toch weer problemen met Zuid-Europa, waar de rente voor de Italiaanse staatsschuld enorm hoog is. Die staatsschuld gaat richting de 180% en wordt wel heel snel onbetaalbaar. Het risico is dan toch levensgroot dat we een transferunie in gerommeld worden? Hoe ziet het CDA dat, vraag ik aan mevrouw Oomen.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Ik houd niet van het woord "rommelen". We hebben een Groei- en Stabiliteitspact. Ik lees in de Staat van de Unie dat er gesprekken zijn over de aanpassing van dat Groei- en Stabiliteitspact. Ik leg nu net de vraag voor: als bij die opkomende rente meer problemen ontstaan tussen de kern van Europa en een aantal lidstaten, wat gaan we dan doen? Die vraag leg ik voor aan de minister. Ik ben dus niet aan het rommelen.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Wat is dan volgens mevrouw Oomen de oplossing? Want er zijn eigenlijk maar twee oplossingen mogelijk. Dat is ofwel dat bepaalde landen uit de eurozone gaan en alle schulden in een pot worden gegooid, wat tot nu toe eigenlijk altijd gedaan is, ofwel dat je op een heel ondoorzichtige wijze verder in die collectieve schulden gerommeld wordt. Wat zou uw voorkeur hebben?
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Ik leg die vraag voor aan de minister, die daar volgens mij vanuit zijn oude beleidsterrein een verstandig antwoord op kan gegeven. Dat is één. Twee. Ik houd niet van het woord "rommelen". Daar houd ik niet van. Wat er niet zal gebeuren, is dat landen uit de Economische en Monetaire Unie worden gezet. Dat is niet met Griekenland gebeurd. Dat is nergens gebeurd, dus dat gebeurt niet. Ik denk dat er een manier gevonden zal moeten worden om de landen die in de problemen zitten, te helpen. Dat is met Griekenland gebeurd en ik denk dat dit straks ook met een aantal zuidelijke lidstaten zal gebeuren. Dat zou ook mijn wens zijn.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Koole.
De heer Koole i (PvdA):
Ik heb twee vragen, kort. De ene gaat over de mogelijke toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie. Mevrouw Oomen zegt dat zij tegen het voorstel van voorzitter Von der Leyen is om een versnelling in het proces aan te brengen. Dat kan ik nog wel begrijpen. Maar is mevrouw Oomen ook überhaupt tegen het nu afgeven van het signaal dat Oekraïne de kandidaat-status, de aanvraagstatus zou kunnen krijgen? Dan nog moet Oekraïne uiteindelijk, na zoveel jaar, aan alle verplichtingen voldoen, maar je zou op dit moment het signaal kunnen afgeven.
Mijn tweede vraag gaat opnieuw over de conferentie over de toekomst van Europa. Mevrouw Oomen zegt met zoveel woorden dat die op sommige punten echt tekortgeschoten is. Geert Mak wordt aangehaald. Is mevrouw Oomen met mij van mening dat de regering veel meer zou moeten doen? En dan bedoel ik niet alleen het ophalen van informatie bij burgers en panels, maar veel meer het op een evenwichtige manier informeren van burgers en daar de komende jaren echt veel actiever in zijn om het draagvlak onder de burgers voor de politiek in Europa hoog te houden.
De voorzitter:
Dank u wel. Uw vraag is duidelijk. Mevrouw Oomen.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Ik herhaal wat ik gezegd heb toen ik begon, dat de CDA-fractie niet afwijzend staat ten opzichte van een kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne. Maar ik heb er wel een voorwaarde aan verbonden. Voordat men lid is, zal men moeten werken aan de rechtsstaat. Men zal alle Kopenhagencritieria moeten invullen. Ik heb kritiek gehad op de vijfjaarstermijn. Ik vind dat je dat niet kunt zeggen. Ten tweede …
De heer Koole (PvdA):
Voorzitter, op dit punt misschien. Is het CDA dan tegen het nu afgeven van een signaal om de aanvraagstatus toe te kennen?
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Nee.
De heer Koole (PvdA):
Oké, dat is duidelijk.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Ik heb gezegd wat ik gezegd heb.
De voorzitter:
Dan de tweede vraag van de heer Koole.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
De tweede vraag. Ik heb zonet al gezegd dat er meer gedaan zou moeten worden om positieve en negatieve elementen die zeker aan Europa kleven beter voor het voetlicht te brengen. Ik heb de moties genoemd die door deze Kamer zijn aangenomen. Aan de ene motie over het SGP is gewerkt. Uw motie is zeer zuinig en erg laat uitgevoerd. Dus ik vraag aan de minister wat hij gaat doen om het anders te doen.
Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):
Mevrouw Oomen zegt dat het CDA niet tegen de kandidaat-status van Oekraïne is, maar dat wel moet worden voldaan aan de criteria. Maar voldoet Oekraïne momenteel aan de criteria?
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Nee, op het moment dat je kandidaat wordt, hoef je nog niet te voldoen aan de criteria. Dat gebeurt namelijk in de onderhandelingen daarna. Dus alles wat komt na de toetreding. Dan moet je gaan kijken aan welke hoofdstukken wordt voldaan. Het zijn iets van 25 hoofdstukken, waarin geregeld is op welke terreinen je wat moet doen. Maar dat komt daarna pas.
De heer Van Ballekom i (VVD):
Heb ik mevrouw Oomen goed begrepen dat zij de unanimiteit alleen op verdragswijzigingen en toetredingen wil handhaven? Dat betekent dus dat ze op het terrein van belastingwetgeving en eigen middelen in de toekomst ook wil besluiten met een gekwalificeerde meerderheid.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Wat ik gezegd heb, is dat er ook op het terrein van belastingen zeer ongewenste gevolgen zijn van het uitgesproken Poolse veto over de invoering van een minimumwinstbelasting. Nou, daar moet je vanaf. Als dat alleen maar kan met het inleveren van de unanimiteit, dan moet dat echt goed bekeken worden. Waar in elk geval de unanimiteit gehandhaafd moet worden — het mag best op meer terreinen zijn, maar in elk geval op dit terrein — is bij het lidmaatschap van de club. Want je wordt geen lid van een golfclub; je wordt lid van de Europese Unie. En daar zijn zware eisen aan te stellen. Dus daar moet je unanimiteit hebben. Voor een verdragswijziging is dat idem dito. Daar moet je unaniem voor zijn.
De voorzitter:
Dank. Ik zie dat de heer Van Rooijen nog een opmerking heeft.
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Twee punten. In de eerste plaats, in aansluiting op collega Van Ballekom, de fiscaliteit. Je kunt toch niet over de soevereiniteit ten aanzien van fiscale zaken, die wij hooghouden en die naar mijn fractie vindt moet blijven, vanwege de incidenten over de minimumwinstbelasting door een Pools tijdelijk veto zeggen dat we dan maar van dat fiscale veto af moeten? Dat is duidelijk. Mijn vraag is de volgende. Mevrouw Oomen had het over de kandidaat-landen en noemde ook Servië. Vindt de CDA-fractie, gelet op de ontwikkelingen in Servië en de hele relatie of connectie met Rusland, dat we op die weg moeten voortgaan? Ik ben blij met de opvatting van de CDA-fractie over Oekraïne, dat het starten van hun kandidatuur mogelijk zou moeten zijn, maar is het niet heel cynisch en wreed te moeten constateren dat wij gewoon blijven doorpraten over de toelating van bijvoorbeeld Servië? Ik vind dat toch een apart punt, want als ze eenmaal lid zijn en die connectie zou blijven, ook na Poetin, wat niet uitgesloten is, kunnen ze er niet meer uit en hebben we na Hongarije een tweede groot probleem.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Dit is een als-dandiscussie. Servië is kandidaat en met Servië wordt onderhandeld. Ik kan mij echt niet voorstellen dat wanneer Servië positie kiest zoals men op dit moment doet, Servië lid zou worden. Dat is een afweging die straks komt.
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Ik had toch nog een vraag over de mogelijke toekenning van het kandidaat-lidmaatschap aan Oekraïne. Kandidaat-lid betekent niet dat je lid wordt, want er gaan onderhandelingen plaatsvinden en uiteindelijk zou de uitkomst kunnen zijn dat Oekraïne niet aan de voorwaarden voldoet. Het is inderdaad belangrijk om dat onderscheid te maken. Toch doe je dat normaliter pas, een kandidaat-lidmaatschap toekennen aan een land, als je er vertrouwen in hebt dat het land binnen een termijn die stappen zal kunnen zetten. Mijn vraag aan mevrouw Oomen is hoelang die termijn voor Oekraïne zou zijn.
De voorzitter:
Een heldere vraag. Mevrouw Oomen.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Dat weet ik niet en dat kan ik niet vaststellen. Dat moet ik ook niet willen vaststellen. Op het moment dat aan Oekraïne een Europees perspectief geboden wordt, gaat men met dat land in onderhandeling. Maar kunt u zich voorstellen dat men gaat onderhandelen met een land dat in oorlog is? Nee, dat zal niet gebeuren. Men gaat onderhandelen op het moment dat Oekraïne weer stabiel is. Na het bereiken van die stabiliteit gaan we kijken welke hoofdstukken men kan openen en sluiten, waar men aan voldoet en waar men niet aan voldoet.
De voorzitter:
Mag ik vragen of u zou kunnen afronden?
De heer Van Apeldoorn (SP):
Ik heb nog een korte vervolgopmerking
De voorzitter:
Ik kijk ook even naar de klok. Heel kort dan.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Ik zal het heel kort houden. Neem het geval van Turkije. Turkije is al 23 jaar kandidaat-lidstaat. Macron heeft gezegd dat het voor Oekraïne misschien nog wel drie decennia zou kunnen duren voordat we klaar zijn. Vandaar ook mijn vraag, omdat ik eerder de positie van de Nederlandse regering bij monde van de minister-president heb gehoord. Die had volgens mij aarzelingen, ook bij het verlenen van de status van kandidaat-lid aan Oekraïne, juist ook omdat het land nog in oorlog is.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Ik heb niet anders gezegd. Dus ik bevestig wat u zegt. Met Turkije wordt overigens niet onderhandeld op dit moment.
De voorzitter:
Oké. Dan zou ik u willen vragen om af te ronden.
Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):
Voorzitter. De EU-milieuheffingen kunnen nu op grond van artikel 192 op basis van een gekwalificeerde meerderheid besloten worden. Het zou makkelijker zijn om EU-milieubelastingen in te voeren. In het voorstel voor de nieuwe eigen middelen van de EU wordt echter geen voorzet gedaan voor een eigen EU-milieubelasting, maar voor een afdracht door de lidstaten. Wij vragen ons af wat je daarmee zou moeten doen.
Voorzitter, tot slot. Ik wil graag een trotse Nederlander in een goed functionerend Europa zijn, maar ik zie ook vaak onnodige irritatie omdat wetten en/of Europese regels in Nederland strikter dan nodig worden opgepakt. Voor veel van die irritaties zorgen we zelf, zijn we zelf verantwoordelijk. Als het gaat om problemen met de uitvoering van Europese regels is overleg met Brussel ook een manier om tot oplossingen te komen, maar dat betekent wel dat men daartoe bereid moet zijn.
Ik dank u wel, voorzitter, en ik zie uit naar de antwoorden.
De voorzitter:
Dank u zeer. Zoals aangekondigd is er omstreeks 12.30 uur de schorsing voor de lunchpauze. Wij vervolgen om 13.30 uur de vergadering met de hamerstukken en het vervolg van de eerste termijn van de kant van de Kamer over dit onderwerp, de Staat van de Unie. Ik kan u alvast mededelen dat de vergadering wordt vervolgd in de plenaire zaal. De techniek laat ons hopelijk niet meer in de steek. Dank voor uw flexibiliteit vanmorgen. Ik schors de vergadering.
De beraadslaging wordt geschorst.
De vergadering wordt van 12.43 uur tot 13.30 uur geschorst.