Verslag van de vergadering van 7 juni 2022 (2021/2022 nr. 32)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.53 uur
De heer Van Ballekom i (VVD):
Dank u, voorzitter. Dank aan de minister voor zijn antwoorden. Ik wilde toch nog even vijf puntjes kort aan de orde stellen.
De regering blijft krachtig optreden om de democratische en rechtsstatelijke waarden te beschermen. Dat staat letterlijk in de Staat van de Unie. Het moet me van het hart, maar de minister spreekt met erg veel meel in zijn mond wanneer het gaat over de coronaherstelfondsen en het vrijgeven daarvan door de Europese Unie. Daar kan slechts een signaal van uitgaan, want ik weet niet of er überhaupt nog lidstaten zijn die tegenstemmen. Maar minister, ook dat signaal is uiteindelijk erg belangrijk. Mevrouw Stienen zegt: ik heb de dienst verlaten. Ik heb de dienst wellicht nog langer verlaten, maar de instructies zijn nog altijd hetzelfde. U dient zich aan te sluiten bij de zich aftekenende gekwalificeerde meerderheid. Dat noem ik eerder weekhartig dan krachtig optreden. Ik hoop dat de minister de suggesties die mevrouw Karimi neerlegt in de motie, volgaarne zal willen ondersteunen.
Het tweede punt, voorzitter. De minister wenst geen koppeling te leggen tussen artikel 7 en toekomstige uitbreidingen. De VVD dringt daarop aan, niet om met het vingertje na te wijzen, maar om de EU te beschermen. Zonder goede procedures op dit vlak betekent dit uiteindelijk het einde van de Europese Unie. Daarvoor is de Europese Unie voor de VVD te dierbaar. Het doet mij ook herinneren aan de tactiek van het Verenigd Koninkrijk om iets en iedereen ongeconditioneerd toe te laten tot de Europese Unie. Oekraïne, Turkije, iedereen mocht erbij. Wat was de doelstelling van het Verenigd Koninkrijk? Om het net zo'n effectieve organisatie te maken als de Verenigde Naties. Daar passen wij voor, want dan gaat er veel verloren.
Een derde onderwerp, voorzitter. De VVD heeft de minister onomwonden uitgenodigd de passages in de Staat van de Unie volmondig te onderschrijven. Daarin staat namelijk dat er geen Social Climate Fund komt, want daar is Fit for 55 niet voor noodzakelijk, geen moderniseringsfonds, en geen aanpassing van het MFK en het Eigenmiddelenbesluit. We hebben gevraagd dat te bevestigen, want dat zou onze partij erg veel deugd doen. Daar wachten wij nog op.
Ter geruststelling van velen, onder anderen mevrouw Nanninga: de VVD blijft voor handhaving van de unanimiteit. Ik vind dat beter dan vetoën. "Veto" is zo negatief; "unanimiteit" vind ik een mooier woord. Zeker op het terrein van verdragswijzigingen, inclusief toetredingen, eigen middelen en belastingen. Zeker op dat laatste punt, want er zijn meer landen die geld vragen dan die geld geven. Dan moeten we altijd op onze tellen passen.
Voorzitter, ten slotte het vijfde punt: het associatieverdrag met Oekraïne. Ik heb de minister wellicht verkeerd verstaan in zijn beantwoording, want hij zei: we kunnen aan associatieverdragen denken. Handels- en associatieverdragen bestaan al. Dat was mijn vraag ook niet. Mijn vraag was: kunnen we die associatie- en handelsverdragen zodanig oprekken dat Oekraïne daar maximaal profijt van krijgt? Dat was mijn vraag. Daar wil ik ook nog graag een antwoord op.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Ballekom. Mevrouw Faber.
Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):
Meneer Ván Ballekom heeft het over unanimiteit. Hij is daar een voorstander van. Maar dan is mijn vraag of zijn minister-president dat ook weet. Is die er ook van overtuigd dat hij vóór unanimiteit is?
De heer Van Ballekom (VVD):
Ik vraag niet altijd toestemming aan de minister-president om hier mijn standpunt naar voren te brengen, mevrouw Faber, maar ik zal het hem de volgende keer wel vragen.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Dus dan mag ik een beetje concluderen dat u hier een beetje aan het freewheelen bent, vraag ik u via de voorzitter.
De heer Van Ballekom (VVD):
Nee hoor. De VVD heeft altijd gestaan voor unanimiteit op het terrein van de belastingen en op het terrein van verdragswijzigingen, inclusief ratificatie van toetredingen. Ik ben me er niet van bewust dat dat standpunt veranderd is.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Faber.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Er moet mij van het hart dat ik het toch wel een beetje bijzonder vind. We hebben hier meneer Van Ballekom, die vóór unanimiteit is. De minister-president staat op het punt om de unanimiteit overboord te kieperen. Ja, dan is wel de vraag wie hier nu de waarheid spreekt. Is dat meneer Van Ballekom of is dat de minister-president? Nu moet ik wel zeggen dat ik, naar het verleden kijkende, het voordeel wel zie uitgaan naar meneer Van Ballekom. Hem geloof ik eerder dan de minister-president. Maar ik raak zo langzamerhand toch wel enigszins verward, hoor.
De heer Van Ballekom (VVD):
Volgens mij zit er geen licht tussen hetgeen de minister-president denkt op dit punt en de heer Van Ballekom.
De voorzitter:
Dank u wel. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Ja, dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Buitenlandse Zaken.