Plenair Beukering bij behandeling Goedkeuring Protocollen Noord-Atlantisch Verdrag betreffende toetreding van Finland en Zweden



Verslag van de vergadering van 12 juli 2022 (2021/2022 nr. 38)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 14.37 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Beukering i (Fractie-Nanninga):

Voorzitter, dank u wel. We praten over historische en bijzondere tijden. En dat bedoelen we niet ironisch. De euro is in verval, het kabinet struikelt van crisis naar crisis, de inflatie loopt gierend uit de hand, de ECB blijft maar geld bijdrukken, de energietransitie wil niet echt lukken en de immigratiecijfers breken alle records. Tot overmaat van ramp is Poetin op 24 februari voor de tweede keer Oekraïne binnengevallen. Experts hadden er nog zo voor gewaarschuwd. Weinigen geloofden dat Poetin echt zo gek zou zijn. Het lijkt erop dat de dictator zich heeft vergist. Zeker als je praat over de eerste weken van de inval, kan er worden gesproken over bad planning, maar ook over bad execution. Het lijkt erop dat hij dacht door snel een aantal steden te kunnen innemen, de regering te kunnen laten vallen en een vazal, zoals de Belarussische Loekasjenko, te kunnen installeren.

Oekraïne bood echter heel moedig weerstand. Het Westen vertoonde ondertussen een zelden geziene eensgezindheid: sancties, militaire steun in de vorm van wapens en munitie, maar bovenal de afschrikwekkende kracht van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Alle waren en zijn factoren die de volledige Russische annexatie van Oekraïne tot op heden hebben voorkomen. Maar laat er geen misverstand over bestaan: het is de NAVO die onze veiligheid garandeert. Het is dan ook logischerwijs de NAVO waartoe Finland en Zweden willen toetreden. Wat JA21 betreft, zijn deze landen uiteraard welkom. Ik zeg dat met veel plezier, ook tegen beide ambassadeurs hier aanwezig. Deze landen voldoen aan de gestelde criteria, zoals de heer Koole zojuist al aangaf. Wat ons betreft, mag de versnelde procedure zeker worden toegepast.

Het lidmaatschap biedt niet alleen hen straks de broodnodige nucleaire paraplu, maar dit verzoek demonstreert ook waarom we niet moeten inzetten op een Europees leger. Finland en Zweden kiezen de sterkste partner om hun veiligheid te garanderen. Ze komen niet vragen om te mogen deelnemen aan een of ander semi-imaginair Europees leger. Mijn fractie is dan ook voorstander van de voorgenomen uitbreiding van de NAVO Quick Reaction Force die secretaris-generaal Rasmussen heeft voorgesteld. De veiligheid van de Europese Unie en haar landen en de veiligheid van Nederland en zijn bondgenoten zijn afhankelijk van de slagkracht van de NAVO. Daarom heeft Poetin zich zo misrekend. Door zijn invasie heeft hij een aankomende NAVO-lidstaat aan zijn Russische grenzen erbij gekregen. Dit terwijl hij juist wilde voorkomen dat de Oekraïne zich sterker aan het Westen zou vastklinken en Rusland zo een westerse dreiging aan zijn grenzen zou krijgen.

Poetin weet dat de NAVO in militaire zin de grote kracht van het Westen is. Zweden weet dat, Finland weet dat en mijn fractie weet dat. Daarom zullen wij altijd blijven pleiten voor de minimale 2% van het bnp, niet alleen in beloftes zoals in Wales zijn gedaan, maar nu echt doen en leveren. Graag een reactie van de minister of hij dat met onze fractie eens is.

Ten slotte, voorzitter, is ook mijn fractie voorstander van het goede belonen en het slechte bestraffen. Wij zijn heel benieuwd naar welke argumenten en instrumenten nu worden ingezet om uiteindelijk Turkije te overtuigen om in te stemmen met deze twee toetredingsverzoeken. Ook dat horen wij graag van de minister.

Wij zien uit naar de antwoorden. Dank u wel, voorzitter.

De heer Koole i (PvdA):

De heer Beukering noemt zelf het Europese leger, of de Europese defensie. Daar is hij fel tegen, want dat moet de NAVO vooral zijn en blijven. Hij is tegen een Europees leger.

De heer Beukering (Fractie-Nanninga):

Ja.

De heer Koole (PvdA):

Mijn vraag aan de heer Beukering is: wie stelt dat eigenlijk voor? Niemand stelt dat echt voor, denk ik, zeker de Nederlandse regering niet. Ik heb er weinig voorstanders van gehoord. Maar iets anders is natuurlijk een Europese poot binnen de NAVO die verstevigd moet worden. Vanmorgen hebben we met de minister van Defensie en de staatssecretaris van Defensie ook gesproken over een verhoging van de defensie-uitgaven. Daar werd heel erg de nadruk gelegd op Europese samenwerking binnen NAVO-verband. Binnen de Europese samenwerking gebeurt dat trouwens al. Ook de krijgsmachten van Finland en Zweden zijn al langer betrokken via oefeningen. Ze zullen dan, als ze toegelaten worden tot de NAVO en als iedereen geratificeerd heeft, ook formeel lid zijn van de NAVO. Maar is de heer Beukering tegen die Europese samenwerking binnen de NAVO, waarin ook Finland en Zweden kunnen deelnemen, dadelijk ook formeel? Of verzet hij zich daar ook tegen?

De heer Beukering (Fractie-Nanninga):

Ik ben blij met de vraag van de heer Koole, want om even een misverstand uit de wereld te helpen: ik ben niet — en mijn fractie is dat gelukkig zeker niet — tegen een Europese samenwerking. Sterker nog, in mijn laatste functie bij Defensie was het mijn dagelijkse werk om dat te bevorderen. Ik heb aan de wieg gestaan van bijvoorbeeld de integratie van landmachteenheden in de Duitse landmacht. Dus internationale samenwerking? Prima. Maar wij hebben geen extra hoofdkwartieren nodig. We hebben slagkracht nodig. We hebben geen duplicering van bestaande capaciteiten nodig. Als je kijkt naar wat de toegevoegde waarde is van de Amerikaanse inzet in de NAVO, dan zie je dat wij niet zonder Amerikaanse inzet kunnen. Wij moeten dat ook niet willen. Wij moeten niet gaan dupliceren. Ik pak alleen maar het voorbeeld van de satellieten, de raketten en de communicatiesystemen. Wij moeten dat in NAVO-verband doen. Wij moeten niet gaan leunen op een in Parijs of Brussel bedacht idee om dat zelfstandig in Europees verband te gaan doen.

De heer Koole (PvdA):

Dat ben ik met de heer Beukering eens. Het is alleen zo dat eigenlijk niemand pleit voor die Europese samenwerking, dat Europese leger. Je hoort soms vanuit Frankrijk nog weleens iets wat in die richting gaat, maar voor de rest toch eigenlijk niemand. Die samenwerking binnen de NAVO is er, maar dat betekent dat er binnen de Europese Unie toch ook een beetje een eigen, parallelle structuur is in de zin van die rapid deployment forces die nu zijn aangekondigd van 5.000 troepen, met een eigen commandostructuur, wellicht afgestemd met de NAVO, maar wel parallel. Dus helemaal gelijk zal de heer Beukering op dat punt niet krijgen. Ook daar zullen Zweden en Finland namelijk welkom zijn, neem ik aan, ook volgens de heer Beukering.

De heer Beukering (Fractie-Nanninga):

Ja, ja. Voorzitter, sorry.

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Beukering (Fractie-Nanninga):

Wij zijn er zeker voor als zij volwaardig lid zijn en willen deelnemen aan die EU Battlegroups of reaction forces, of hoe we ze straks ook gaan noemen. Daar zullen ze aan deelnemen, want dat verhoogt alleen maar de kwaliteit en de slagkracht van de eenheden. Maar waar het om gaat, en wat iedereen, ook hier in ons huis, zich moet realiseren, is dat de nationale legers capaciteiten moeten hebben. Die moeten slagkracht hebben. Die moeten inderdaad kunnen samenwerken, maar wat ons betreft dan onder de paraplu van de NAVO.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Beukering (Fractie-Nanninga):

Ik was klaar.

De voorzitter:

U bent klaar. Dan ga ik het woord geven aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.