Verslag van de vergadering van 1 november 2022 (2022/2023 nr. 5)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.35 uur
Mevrouw Karimi i (GroenLinks):
Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. Ik moet zeggen dat ik het een moeizaam debat vond met de staatssecretaris, om te beginnen over de grondslag van dit wetsvoorstel. Artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht zegt: "Het bestuursorgaan vervult zijn taak zonder vooringenomenheid." Dus op het moment dat je dat niet doet als bestuursorgaan, als overheid, ben je al in overtreding. Dat is heel simpel. Het zou goed zijn als de staatssecretaris dat hier ook volmondig erkent.
De voorzitter:
Sorry. Mag ik een beetje rust aan die kant van de zaal? Als u graag met elkaar wil communiceren, doe dat dan even in de Hall. Gaat uw gang, mevrouw Karimi.
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Voorzitter, de tijd loopt.
De voorzitter:
Ja, maar daar ga ik wel voor corrigeren.
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Oké, dank u wel. Wij hebben vandaag het gesprek gehad met de Hoge Raad. De les die wij geleerd hebben van dit hele schandaal is dat de wetsgeschiedenis heel helder moet zijn. Want wat beogen wij met deze wet? Daarom wil ik hier, mede namens een aantal andere collega's en fracties, een motie indienen waarin duidelijk wordt gemaakt wat wij verstaan onder onrechtmatig handelen.
De voorzitter:
Door de leden Karimi, Crone, Essers, Van Apeldoorn, Prast en Verkerk wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
stelt vast dat er door de Belastingdienst in de kinderopvangtoeslagaffaire sprake is geweest van discriminatie van ouders op grond van nationaliteit en etniciteit;
stelt vast dat deze discriminatie het gevolg is van institutionele vooringenomenheid en dat deze discriminatie onrechtmatig is jegens de ouders die hierdoor zijn getroffen;
stelt vast dat er in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire ook op andere wijze onzorgvuldig en onrechtmatig is gehandeld jegens betrokken ouders en kinderen, bijvoorbeeld door dossiers te vernietigen en/of ouders en de rechter geen juiste informatie te verstrekken;
stelt vast dat door de staatssecretaris in de brief van 12 maart 2021 aan de Tweede Kamer zelf nog andere voorbeelden van onrechtmatig overheidshandelen in deze affaire zijn benoemd (onder B: voorbeelden uit de praktijk);
spreekt uit dat de ouders van wie is vastgesteld dat zij slachtoffer zijn van discriminatie of ander onrechtmatig overheidshandelen in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire in aanmerking komen voor compensatie in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter G (36151).
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Voorzitter. In mijn eerste termijn ben ik op vijf punten ingegaan. Het eerste punt ging over informele schulden. Ik moet zeggen dat het antwoord van de staatssecretaris buitengewoon teleurstellend was. Ik denk dat de staatssecretaris aan de slag kan gaan met het aannemelijk maken dat dat gebeurd is. Dus nogmaals de vraag: gaat u daarmee aan de slag?
Het tweede punt ging over ouders die er zelf al alles aan gedaan hebben om de schulden te betalen en die daar dus minder compensatie voor krijgen. Daar heb ik ook een motie over, want ook op dit punt is de staatssecretaris de Kamer helaas niet voldoende tegemoetgekomen.
De voorzitter:
Door de leden Karimi, Crone, Van Apeldoorn en Prast wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er nog veel gedupeerde ouders zijn die het proces van herstel moeten doorlopen en dat we in dat proces de menselijke maat willen waarborgen;
overwegende dat een groep gedupeerde ouders als gevolg van de grote terugvorderingen in de kinderopvangtoeslagaffaire zich middels leningen en tweede banen in moeilijke bochten heeft moeten wringen om rond te komen;
overwegende dat een deel van deze ouders schade heeft ondervonden van extra banen en leningen omdat zij de verloren tijd en inkomsten niet voor andere bestedingen hebben kunnen aanwenden, zoals investeringen in hun kinderen;
overwegende dat afbetaalde schulden niet onder de regeling voor private schulden vallen, en dat dit wrang en onrechtvaardig aanvoelt voor de ouders die soms zeer ingrijpende gevolgen hebben ondervonden van het moeten terugbetalen van schulden waar ze zelf niets aan konden doen;
verzoekt de regering naar manieren te zoeken om een deel van opgelopen schade die het gevolg is van inmiddels (deels) afbetaalde leningen en verloren tijd vanwege extra opgenomen werk, die zijn ontstaan als gevolg van het kinderopvangtoeslagenschandaal, alsnog kan worden gecompenseerd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter H (36151).
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Voorzitter. Mijn andere punt was ten aanzien van de schulden van kinderen. Daar heeft de staatssecretaris helaas ook niet voldoende antwoord op gegeven. Daarom de volgende motie.
De voorzitter:
Door de leden Karimi, Crone, Van Apeldoorn en Prast wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat compensatie voor kinderen momenteel €2.000 tot €10.000 bedraagt en dat dit ambtshalve wordt toegekend;
overwegende dat er nog vele gedupeerde ouders zijn die het proces van herstel moeten doorlopen en dat we in dit proces de menselijke maat willen waarborgen;
overwegende dat een deel van de kinderen van gedupeerde ouders zichzelf in de schulden heeft gestoken via studieleningen, informele schulden of anderszins, of extra is gaan werken om bij te dragen aan het gezinsinkomen;
overwegende dat een deel van de kinderen van gedupeerde ouders hierdoor niet of minder in zichzelf heeft kunnen investeren en op relatief jonge leeftijd schulden op de naam heeft staan, met alle gevolgen van dien op financieel, juridisch, psychologisch en sociaal vlak, en hierdoor een minder kansrijke start heeft dan zonder het kinderopvangtoeslagschandaal het geval zou zijn geweest;
verzoekt de regering om voor de hierboven beschreven groep kinderen van gedupeerde ouders een regeling voor compensatie van hun schulden te introduceren, en hiertoe een voorstel aan beide Kamers te doen toekomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter I (36151).
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Karimi. Dan is het woord aan de heer Verkerk namens de ChristenUnie.