Verslag van de vergadering van 1 november 2022 (2022/2023 nr. 5)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.15 uur
Mevrouw Nanninga i (Fractie-Nanninga):
Laat ik beginnen te zeggen dat ik hoop dat mijn twee moties overbodig zullen blijken na de beantwoording van de premier. Mocht dat nou het geval zijn, mevrouw Jorritsma, dan zal ik ze intrekken. Zo zijn we ook wel weer bij JA21.
Voorzitter. In de eerste termijn van dit debat vroeg ik aandacht voor de nog immer voortdurende terreur van het Iraanse regime tegen de eigen bevolking. Ik vroeg de premier onze diplomaten terug te halen uit de Islamitische Republiek Iran en de Iraanse diplomaten alhier onmiddellijk uit te zetten. Het antwoord van de premier was een kwinkslag over hoe het afkappen van diplomatieke banden te vergelijken is met het eten van een Marsreep. Het geeft even voldoening, maar daarna voel je je toch wat spijtig en leeg. Hoewel ik een grap in een zware discussie op zich wel kan waarderen, bleef deze cynische opstelling van de minister-president de afgelopen weken toch knagen. Het is niet grappig dat er sinds dat debat alweer tientallen jonge mensen zijn vermoord of gevangengezet door de moraalpolitie van de ayatollahs. De diplomatie is ook geen grap. Het doorsnijden van diplomatieke banden is vaker gebeurd. Mijn vraag aan de premier is: wanneer zou hij dat wel doen? Wat moet er dan nog wel gebeuren voordat de Nederlandse regering een ander land geen waardige gesprekspartner meer acht?
We begrijpen het argument van het openhouden van de dialoog, maar een schurkenstaat als Iran houdt zich doof voor alle internationale regels en doof voor iedere redelijkheid. Er is geen gesprek meer mogelijk. Het uitzetten van de Iraanse diplomaten zou slechts een bevestiging zijn van de situatie zoals die al feitelijk is. En als dat niet klopt — misschien heb ik dat helemaal verkeerd — kan de premier dan toelichten of er momenteel nog gesprekken gaande zijn en waarover? Kan de premier garanderen dat hier niet gewoon kille, zakelijke belangen spelen en dat het lijden van de Iraanse bevolking hieraan niet ondergeschikt wordt gemaakt? Welke sancties wil Nederland dan wel nemen? Niet de EU, niet de VN, maar Nederland! Dit kabinet! Ik heb de volgende motie om het kabinet te manen tot maatregelen.
De voorzitter:
Door de leden Nanninga, Berkhout, Beukering, Van Pareren en Hermans wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in Iran massale demonstraties gaande zijn tegen het regime en tegen verplichte bedekkende kleding voor vrouwen;
constaterende dat het regime, om die demonstraties neer te slaan, extreem geweld gebruikt, in het bijzonder tegen vrouwen;
overwegende dat Nederland om een diplomatiek of politiek signaal af te geven eerder diplomaten heeft uitgezet;
constaterende dat Nederland vooralsnog geen diplomaten heeft teruggeroepen uit Iran, of Iraanse diplomaten in Nederland heeft uitgezet;
overwegende dat de situatie in Iran, met name het extreme geweld tegen vrouwen, om een reactie van Nederland vraagt;
overwegende dat begonnen kan worden met het uitzetten van Iraanse diplomaten in Nederland;
verzoekt de regering op de kortst mogelijke termijn ferme maatregelen te treffen tegen het Iraanse regime, zoals onder andere het uitzetten van diplomaten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter C (36200).
Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):
Voorzitter. De Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern heeft de VN-vrouwenrechtencommissie opgeroepen Iran uit deze commissie te zetten. Wij zouden graag zien dat de premier haar voorbeeld volgt. Nederland is immers altijd dol op vooroplopen in statements, zoals in allerlei progressieve kwesties in peperduur en voor een land als Nederland nauwelijks zinvol klimaatbeleid et cetera. Laat ons dan ook eens vooroplopen in het benoemen van Iran voor wat het is: een schurkenstaat, die geen plaats verdient in welke mensenrechtencommissie dan ook. Ook daartoe dienen wij een motie in, mede geadviseerd door mevrouw Karimi van GroenLinks en medeondertekend door de leden Vos en Raven, waarvoor dank.
De voorzitter:
Door de leden Nanninga, Berkhout, Van Pareren, Beukering, Hermans, Raven, Rosenmöller en Mei Li Vos wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Iraanse regime extreem geweld gebruikt om betogingen voor meer vrijheid voor vrouwen en meisjes neer te slaan;
constaterende dat er hierdoor naar schatting honderden doden en duizenden gewonden zijn gevallen;
constaterende dat Iran lid is van de VN-vrouwenrechtencommissie;
constaterende dat de regering van Nieuw-Zeeland een beroep heeft gedaan op VN-lidstaten om op te roepen tot verwijdering van Iran uit de VN-vrouwenrechtencommissie;
overwegende dat een duidelijk teken van afkeuring tegen het Iraanse regime nodig is;
overwegende dat Nieuw-Zeeland wat dit betreft het goede voorbeeld geeft;
verzoekt de regering om namens Nederland op te roepen tot verwijdering van Iran uit de VN-vrouwenrechtencommissie en elk voorstel dat daartoe gedaan wordt te steunen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter D (36200).
Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):
Voorzitter. Dan een volgend deel van mijn betoog in een APB waarin alle tekorten en de piepende en krakende verzorgingsstaat vaak zijn genoemd: het terughalen van twaalf IS-terroristen en hun kinderen naar Nederland. Nederland kan dit niet aan. Bovendien is het onrechtvaardig. Ik ben niet de enige die dit vindt. Ik citeer — dat doe ik even van mijn telefoon, want het nieuws is heet van de naald — "D66 en de ChristenUnie nemen de veiligheid van de Nederlandse samenleving niet serieus. De VVD is absoluut tegen het terughalen van kinderen omdat ouders dan het recht hebben om erachteraan te komen. We halen ze niet terug, we hoeven ze niet terug en we voorkomen dat ze hier terugkomen." Een ander citaat: "Het is heel belangrijk dat er werk wordt gemaakt van lokale berechting van Syriëgangers. Dat de Iraakse rechtbank in sommige gevallen nog steeds de doodstraf hanteert, daar staat de VVD pragmatisch in." Dat zijn citaten van toenmalig VVD-Kamerlid Dilan Yeşilgöz, die nu als minister uit een heel ander vaatje tapt.
De premier zal zich ongetwijfeld verschuilen achter uitspraken van de rechter, maar dat betreft slechts een inspanningsverplichting voor kinderen. Zo'n inspanningsverplichting is vrij zacht. Er zijn geen diplomatieke banden. Het land is gevaarlijk. Je gaat natuurlijk geen Nederlandse staatsburgers in gevaar brengen om die mensen terug te halen. Je kunt dus aan de inspanningsverplichting voldoen zonder meteen helemaal in de houding te springen en die twaalf vrouwen en al hun kinderen kritiekloos terug te halen.
De andere rechterlijke uitspraak gaat over berechtingen in Nederland. Als we dat willen, moeten die vrouwen binnen een bepaalde termijn worden teruggehaald. Maar de VVD wilde dat eerst helemaal niet. Die wilde ze niet in Nederland berechten. Die dacht: laat het maar aan de Iraki's over. Vanwaar die draai? Een krachtige oproep van JA21. Wij roepen het kabinet op: "Nee! Doe dit niet. Het kan niet."
Even kijken, voorzitter. Dan mijn vraag aangaande de bewindspersonenoverleggen die de coalitiefracties plegen te houden. Mijn fractie begrijpt ook wel dat afstemming nu eenmaal plaatsvindt, maar we krijgen er geen vinger achter of dit de oppositiefracties benadeelt in hun informatiepositie bij het controleren van de regering. Ik noem als voorbeeld de gewobde informatie naar aanleiding van het kinderopvangtoeslagenschandaal. Daaruit bleek dat de coalitiepartijen wel degelijk een informatievoorsprong hadden door deze overleggen en vaker breder werden ingelicht dan de oppositiepartijen. Bij de formatie is in het kader van het dualisme toegezegd dat dit niet meer zou gebeuren, maar wij hebben geen enkele manier om dit te controleren. Worden deze overleggen genotuleerd? Zijn die eventuele notulen onderhavig aan de Woo, de Wet open overheid? Is er nog wel sprake van dualisme? Is hier geen sprake van inkapseling van de coalitiefracties door de bewindspersonen? Is de premier zelf aanwezig bij de bewindspersonenoverleggen van de VVD? Zijn de Kamervoorzitters, van respectievelijk D66 aan de overkant en de VVD hier, aanwezig bij dit overleg?
Voorzitter. Tot zover mijn vragen en moties in de tweede termijn.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Nanninga. Dan is het woord aan de heer Knapen namens de fractie van het CDA. Excuus, er is eerst een vraag van mevrouw Faber.
Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):
Mevrouw Nanninga is erg kritisch op het regime van Iran. Dat is ook begrijpelijk. Ze heeft er ook moties over ingediend. Maar we weten allemaal nog dat de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Kaag — gelukkig is ze in de zaal, dus ik kan de vraag stellen — gesluierd naar de ayatollahs ging. Keurt u dat gedrag dan ook af?
Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):
Ja. Ik vind dat Nederlandse kabinetsleden en bewindspersonen dat niet moeten doen. We zien ook dat andere vrouwelijke buitenlandse staatshoofden dat niet per se deden in Iran.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Dat is een duidelijk antwoord.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Nanninga. Het woord is aan de heer Knapen namens de fractie van het CDA.