Verslag van de vergadering van 22 november 2022 (2022/2023 nr. 9)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.07 uur
De heer Backer i (D66):
Dank, voorzitter. Ik zie hier één minuut staan, maar ik heb in collegiaal overleg een transactie gedaan met de heer Talsma. Ik hoop dat ik, met uw toestemming, zijn twee minuten mag benutten als ik ook namens hem zeg dat zijn antwoorden …
De voorzitter:
Nee, zo werkt het niet. Maar u weet hoe flexibel ik ben. Begint u gewoon, en dan kijken we hoever we komen.
De heer Crone i (PvdA):
Die halve minuut is nu voorbij!
De heer Backer (D66):
Nee, ik heb nog tijd. Voorzitter, ik reken een beetje op uw coulance.
Dank voor de uitvoerige beantwoording door de bewindslieden en de beantwoording van de ontelbare vragen. Ik deel ook de observatie van collega Karimi dat het met enthousiasme, inzet en kundigheid werd gedaan. Door de staatssecretaris van Fiscaliteit werd het eigenlijk met zo veel kundigheid gedaan dat we bijna in een belastingdebat terechtkwamen. Maar dat kan ik hem niet euvel duiden, want het is ook interessant en belangrijk.
Voorzitter. Er is een hele fundamentele discussie gevoerd over het Stabiliteits- en Groeipact. Ik denk dat dat zich zal ontwikkelen. De minister heeft dat ook aangegeven. De woorden van de heer Van Kesteren over Europa waren mij uit het hard gegrepen. Het is een waardegemeenschap en een politiek project. Ik zie een merkwaardige inconsistentie in de redeneringen van sommige collega's, waarin de minister van Financiën wordt aangespoord om zich vooral niet aan de Brusselse regels te houden als het gaat om staatssteun, maar er buitengewoon misprijzend wordt gesproken over de Italianen, de Spanjaarden en de anderen omdat ze zich niet aan de regels houden. Dan moeten we ook zelf consistent zijn en naar onszelf kijken.
Voorzitter. De regels van dat nieuwe begrotingspact hebben één punt dat eigenlijk nog niet genoemd is, maar dat wel door de Raad van State genoemd is, namelijk dat landen waar wij kritiek op hebben hun begrotingsautoriteit versterken, zoals wij dat doen met de Raad van State. Ik denk dat dat een institutioneel punt is dat het kan versterken.
Ik dank de minister voor de toezegging over de aanvullende studie voor het CPB. Ik ga ervan uit dat zij die discussie dan voert vanaf de laatste zin van de brief van minister Blok van 22 februari vorig jaar. Daarin zei hij: er wordt nog onderzoek naar gedaan. Dat onderzoek moet nu verder worden gedaan. Zo begrijp ik haar toezegging, namelijk als: dat wordt uitgevoerd.
Voorzitter. Een ander onderwerp dat de minister heeft meegenomen in de brede welvaart, was het punt van gender budgeting. De vraag was eigenlijk of de minister dit ziet als een belangrijke methode om de begroting gendersensitiever te maken. Daarbij kunnen we van Canada leren. Wellicht kunt u dat schriftelijk beantwoorden, zodat we daar niet vanavond nog uitgebreid over hoeven te debatteren, maar als u op dat punt zou ingaan, dan zou ik dat zeer waarderen.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Backer (D66):
Voorzitter, zou ik mogen afronden?
De voorzitter:
Als u dat heel kort kunt doen, want u heeft de heer Talsma al geconsumeerd, tenzij er nog een derde lid is met wie u ...
De heer Backer (D66):
Nee, de heer Talsma had twee minuten en ik had er één. Dat is samen drie.
De voorzitter:
Dat klopt, maar u staat nu op min twee, dus u heeft nu drie minuten en vijftien seconden gesproken.
De heer Backer (D66):
Voorzitter, ik maak hier toch een beetje bezwaar tegen. Ik heb heel weinig geïnterrumpeerd. Er is een tijdverdeling waarbij een fractie van één lid elf minuten krijgt en een fractie van zeven leden zeventien minuten.
De voorzitter:
Meneer Backer, dan ...
De heer Backer (D66):
Nee, ik vind het ongelofelijk kinderachtig.
De voorzitter:
Daar wil ik best wel op ingaan.
De heer Backer (D66):
Nee, voorzitter, ik vind dat ik dit zou mogen afmaken.
De voorzitter:
Ik wil daar best even op reageren. De afspraak over de tijdverdeling bij dit soort debatten is voor mijn tijd gemaakt. Toen was u ondervoorzitter. Die afspraak handhaaf ik gewoon. Dus daar kan ik verder niks aan doen. Als u dat anders wilt ... U bent lid van de tijdelijke commissie CARO, die op dit moment het Reglement van Orde wijzigt. Daar kunt u een voorstel doen. Ik vind het prima als het daar gewijzigd wordt, maar dit heeft de Kamer afgesproken. Ik doe niets anders dan dit handhaven, en dat blijf ik ook doen. Het salderen van spreektijd is niet gebruikelijk. Ik heb dat wel toegestaan en dat neemt u mij blijkbaar kwalijk. Dat spijt me dan, maar uw spreektijd is nu echt voorbij. Gaat u zitten. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Strien.