Verslag van de vergadering van 20 december 2022 (2022/2023 nr. 14)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 12.10 uur
De heer Beukering i (Fractie-Nanninga):
Dank u wel, voorzitter. Mijn fractie wil net als GroenLinks de situatie wat betreft de mensenrechten in Iran heel kort aan de orde stellen. Mijn fractiegenoot Annabel Nanninga heeft tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op 18 oktober per motie opgeroepen om namens Nederland op te roepen tot de verwijdering van Iran uit de VN-vrouwenrechtencommissie. Deze motie is door bijna iedere fractie in deze Kamer gesteund. Toch lazen wij tot onze grote verbazing in een Kamerbrief van 24 november jongstleden dat minister Hoekstra niet overtuigd is van de opportuniteit om Iran uit deze commissie te verwijderen. Deze commissie zou fungeren als een forum om met VN-landen afspraken te maken over vrouwenrechten. Daarnaast zou het Nederland voor de uitdaging stellen een consistente benadering te hanteren richting landen met een vergelijkbaar negatief trackrecord, met name op vrouwenrechten. Mijn fractie is het niet eens met deze redenering. Waarom ziet de minister het als een uitdaging om een consistente benadering te hanteren richting republieken zoals Iran? Zou het niet juist getuigen van een helder en ethisch correct buitenlandbeleid als Nederland hier wél consistent in is? Zou deze consistente benadering, waar de minister zo bang voor is, niet juist een afschrikkende en daarmee positieve werking kunnen hebben op andere landen?
Enfin, door goed leiderschap van beschaafde landen is Iran inmiddels gelukkig verbannen uit de vrouwenrechtencommissie van de VN. De vraag rest nu of minister Hoekstra zich ook heeft ingezet om Iran te verwijderen. Gelet op zijn eerdere commentaren lijkt het daar helaas niet op. Het lijkt erop dat de minister de motie naast zich heeft neergelegd. Kan de minister ons wellicht andere stukken overhandigen, bilateraal of multilateraal, op basis waarvan wij kunnen concluderen dat hij zich inderdaad heeft ingezet om Iran te verwijderen uit de VN-vrouwenrechtencommissie? Of geeft de minister ruiterlijk toe dat hij onze aangenomen motie niet heeft uitgevoerd? We zien de antwoorden met belangstelling tegemoet.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
U ook dank voor uw bijdrage. Dan is vervolgens het woord aan de heer Raven. Hij spreekt namens de fractie van de OSF.