Verslag van de vergadering van 30 mei 2023 (2022/2023 nr. 34)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.14 uur
De heer Schalk i (SGP):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik zal het kort en praktisch houden. Wat is het eigenlijk bijzonder om de gelegenheid te krijgen om een fout te herstellen. Dat gebeurt nu door de herinvoering van de basisbeurs. Want wat was het een misser om de basisbeurs in te wisselen voor het leenstelsel. De stress die dat heeft veroorzaakt, de schuldenlast die gecreëerd is: het is eigenlijk allemaal wel treurig. Misschien vind ik het nog wel het lastigste dat juist de jongeren die het thuis niet zo breed hebben, hierdoor belemmerd zijn in hun studiezin. Het is dus heel goed dat de regering op haar schreden terugkeert en dat we vandaag spreken over de herinvoering van de basisbeurs.
Bij die herinvoering moeten we ook voorkomen dat er bij de basisbeurs straks weer allerlei situaties ontstaan die onzekerheid en stress veroorzaken. Daarom is de fractie van de SGP content met het feit dat de bijverdiengrens helemaal wegvalt. Die was vastgesteld op maximaal €16.000, voordat die trouwens werd stilgelegd. Maar de last van het bijhouden van de bijverdiensten en de problemen die het oplevert als er later weer zou moeten worden terugbetaald, zijn hierdoor van de baan.
Uit de beantwoording van mijn vragen blijkt dat de basisbeurs niet toegekend wordt op het vermogen of op het inkomen van de student, maar op dat van de ouders van de student. Blijft natuurlijk wel de vraag of het helemaal goed gaat als studenten een studielast hebben die zo licht is dat ze er van alles en nog wat bij kunnen doen, zodat ze in staat zijn om forse bedragen bij te verdienen. Gaat de regering dat wel monitoren of wordt het thema van de bijverdiensten helemaal losgelaten, is mijn vraag aan de minister.
Het is overigens heel goed dat dit ook geldt voor de mbo-studenten. Vaak zijn daar doeners bij die hun studie wat opfleuren door alvast te gaan werken in werk dat past bij hun studiekeuze. Daarbij zijn er ook nogal wat studenten die na stages worden vastgehouden door bedrijven, juist om opgedane kennis voor de toekomst te verzilveren. Dat is nuttig voor die bedrijven, maar ook leuk voor de beurs van de betreffende studenten.
Mijn fractie heeft nog wel wat vragen over de halvering van collegegelden voor bepaalde sectoren. Die maatregel wordt afgeschaft. Daarmee raak je eigenlijk wel een interessante prikkel kwijt om studenten te lokken voor sectoren waar een grote arbeidsbehoefte is, nu of in de toekomst. Ik denk dan met name aan de zorgsector. Daar zit men nu al te schreeuwen om handen aan het bed. De regering constateert via de evaluatie van de Wet verlaagd wettelijk collegegeld dat er te weinig effect was en met name dat deze "niet aantoonbaar heeft bijgedragen aan instroom in het hoger onderwijs en de lerarenopleiding".
Maar wat betekent het nou eigenlijk dat er geen effect of bijna geen effect was? Als er wordt gezegd dat er bijna geen effect is, of weinig effect, dan is er in ieder geval nog wel iets aan effect. Waarom blijven we het niet gewoon proberen, en misschien meer en beter promoten, met deze regeling om de collegegelden voor bepaalde sectoren te halveren?
Mevrouw Fiers i (PvdA):
Ik kom weer even met een interruptie over ons verzoek om meer gedegen onderzoek te doen. Dit is ook weer zo'n voorbeeld dat je leest dat het geen effect heeft gehad, maar je kan bij die evaluatie allerlei vragen stellen, zoals: wat zijn andere effecten die daar misschien op in hebben gespeeld? Hoe kijkt u aan tegen het voorstel om verschillende maatregelen die in de loop der tijd genomen zijn en dan weer zijn afgeschaft en dan weer ingevoerd, goed te monitoren? Dan hebben we ook een wat minder grillig verloop van alles wat we doen op het gebied van studiefinanciering.
De heer Schalk (SGP):
Ik vind dat een belangrijke en goede suggestie van mevrouw Fiers, want juist dat dan weer wel en dan weer niet, daar worden mensen ontzettend vermoeid van; ik ook. Maar het is ook zo rigide. Op het moment dat je zegt dat het bijna geen effect heeft, voor ons gevoel, dan kan je zeggen: dus laat maar zitten. Maar je kan ook zeggen: hebben wij misschien iets verkeerd gedaan waardoor het zo weinig effect had? We constateren dat we zitten te springen om mensen, zoals bij het voorbeeld dat ik noemde van de handen aan het bed, dus mensen in de zorg, en we weten dat studenten toch heel graag voorkomen dat ze in de schulden en dergelijke komen. Kun je die twee niet zo mooi met elkaar matchen dat je daar toch wat meer body aan geeft? Onderzoek vragen is altijd goed. Ik ben heel benieuwd hoe de minister gaat reageren op deze suggestie van mevrouw Fiers, die ook min of meer in mijn inbreng besloten was. Mijn vervolgzin zou geweest zijn: immers, een beetje effect is ook effect.
Mevrouw Fiers (PvdA):
Heel goed. Nou, dan wachten wij samen in spanning de reactie van de minister af.
De heer Schalk (SGP):
Vooral die spanning blijft oplopen vanavond.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Schalk (SGP):
Er komt nog iets bij. Het blijkt ook dat "de maatregel met name effect heeft gehad voor studenten van wie de ouders in een minder goede financiële situatie verkeren en deels voor studenten met een migratieachtergrond". Die zin citeer ik gewoon uit de beantwoording van de minister. Dan zeg ik: en dus? Is het dan niet van groot belang om juist deze groepen blijvend te ondersteunen en te pushen om te gaan studeren in de richtingen waarin er een gebrek aan arbeidskrachten is? Dus als de minister zelf, vanuit de evaluatie, constateert "het had weinig effect en het enige effect was voor de mensen die een beetje een smalle beurs hebben", zeg ik: daar is die juist voor bedoeld. Ik zou dus zeggen: op naar dat onderzoek en mik niet alles meteen uit de gereedschapskist. Oké, de regering geeft aan dat er sectorspecifieke maatregelen genomen worden om de krapte op de arbeidsmarkt te bestrijden. Ja, dat kennen we ook allemaal. Maar deze maatregel kan toch ook sectorspecifiek worden ingezet?
Voorzitter. Een laatste interessante waarneming was wat mij betreft nog de volgende. Ik las dat de regering aangeeft dat thuiswonende studenten goed kunnen rondkomen en dat uitwonende studenten goed kunnen rondkomen als ze een bijbaan van 12 uur per week hebben. Een bijbaan van 12 uur per week kost ongeveer 48 uur per maand. Je zou dus kunnen zeggen dat ze per maand een week studietijd kunnen hebben als ze gewoon thuiswonend zijn. Bij een studie van vier jaar kan je dus een jaar inlopen. Misschien dat dit nog wat extra kan stimuleren om sneller te studeren of misschien een extra studierichting op te pakken.
Voorzitter. Ik heb maar een paar vragen, maar ik ben benieuwd naar de antwoorden. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we daarmee gekomen aan het einde van de eerste termijn van de kant van de Kamer. Ik heb begrepen dat de minister tien minuten nodig heeft, dus ik schors de vergadering tot 20.35 uur.