Verslag van de vergadering van 10 juli 2023 (2022/2023 nr. 41)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.17 uur
De heer Schalk i (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Laat ik beginnen met complimenten, met name voor de toelichting die de staatssecretaris gaf op hoe omgegaan wordt met de nabestaanden van overleden kinderen. Ze gebruikte zelf de woorden "extreem gevoelig". Het moeten gespecialiseerde medewerkers zijn, een apart team, die respectvol met mensen kunnen omgaan, juist op dat specifieke punt. Dat is heel goed.
Het tweede punt dat ik wil noemen, is de rechtsongelijkheid. Ook andere collega's hebben daarover gesproken. Ik heb het in een interruptiedebatje ook even geprobeerd. Mevrouw Karimi heeft het zojuist goed verwoord. Zij zei: het is blijkbaar niet uit te leggen. Althans, het lukte vanavond niet om het heel goed aan ons uit te leggen, terwijl wij geprobeerd hebben om de wet te doorgronden. Hoe leg je aan partners die gewoon bij elkaar zijn gebleven uit dat ze veel minder geld krijgen dan mensen die uit elkaar zijn gegaan? Misschien moet je dan maar duidelijk zeggen dat je het niet kunt uitleggen: het is geweldig dat u bij elkaar gebleven bent; het kost alleen wat. Ik weet het anders ook niet. Als je probeert om iets uit te leggen maar het alleen maar diffuser maakt, zijn we verder van huis. Dan is wel de consequentie dat je wellicht mensen bij de rechter krijgt die zeggen: klopt dat wel, want ik word niet gelijk behandeld? Ik ben benieuwd of de staatssecretaris daar nog wat meer woorden aan kan wijden.
Ten slotte het punt van de uitvoering. De heer Van Apeldoorn zei: ik ben de eerste die in de tweede termijn moet en ik kon dus het kortste nadenken. Ik heb een paar minuten langer kunnen nadenken. Ik heb gezocht op welke manier we hier misschien uit kunnen komen. Ik proef bij allen dat we eigenlijk wel graag willen overgaan tot stemming en misschien zelfs tot aanneming van deze wet. Ik ben het zeer met de heer Van Apeldoorn eens. Het gaat over een amendement. Het amendement is al opgenomen in de wet. De wet moet dus gewoon worden uitgevoerd, want zo werkt dat in ons geweldige land.
Hoe moeten we nu zorgen dat er voldoende gevoel bij deze Kamer is dat dit toch op de juiste manier gaat, ook als de staatssecretaris nu al moet aangeven: wij redden het niet om dat per 1 januari 2024 helemaal in gang te zetten? Uit het snel scannen van de brief begrijp ik dat ze aangeeft dat dit wellicht wel in de loop van 2024 gefaseerd kan worden ingevoerd. Ik heb dan misschien wel net zo lief dat we morgen voor de stemmingen een goed stroomschema krijgen van wanneer we gefaseerd wat kunnen verwachten. Anders wordt het inderdaad heel erg lastig, omdat we dan stemmen over een wet waarvan we zeggen dat die wordt uitgevoerd, terwijl we van tevoren al weten dat dit niet gebeurt. Dan moeten wij misschien de verantwoordelijkheid op ons nemen dat we accepteren dat een deel van die wet gefaseerd wordt ingevoerd. Dan wil ik eigenlijk wel een beetje weten op welke termijnen. Kortom, zou een stroomschema voor de stemming morgen ons kunnen helpen? Dat is natuurlijk een vraag aan de staatssecretaris. Terwijl de staatssecretaris daar straks op reageert, kunnen we daar als collega's misschien nog even over nadenken.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Wenst een van de leden nog in de tweede termijn het woord? Dat is niet het geval. Staatssecretaris, bent u in de gelegenheid om direct op de vragen te reageren?
Staatssecretaris De Vries:
Ik moet even overleggen.
De voorzitter:
Hoe lang wenst u?
Staatssecretaris De Vries:
Tien minuten.
De voorzitter:
Tien minuten.