Verslag van de vergadering van 11 december 2023 (2023/2024 nr. 11)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.53 uur
De heer Van Strien i (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Om te beginnen nogmaals mijn hartelijke felicitaties aan de heer Heijnen met zijn maidenspeech. Dan liggen die felicitaties ook maar vast in het verslag.
Voorzitter. Het Belastingplan 2024 bestaat uit 17 wetsvoorstellen waarop de Tweede Kamer circa 60 amendementen heeft ingediend. Zoiets heb ik hier nog niet eerder meegemaakt. En dit zou dan een beleidsarm pakket van een demissionair kabinet moeten zijn. Of dit werkelijk het geval is voor dit geamendeerde pakket, valt te betwijfelen.
Het is ook de vraag of we hier nog van een consistent geheel kunnen spreken. Talloze wijzigingen op de ene plaats in het Belastingplan zijn gefinancierd met wijzigingen elders, en dat heeft zeker gevolgen voor de rechtszekerheid van burgers en bedrijven. Toch is het de Tweede Kamer niet te verwijten dat er zo veel aanpassingen gemaakt zijn; het was in aanvang nu eenmaal een pakket dat dramatisch uitpakte voor de reeds jaren in zijn portemonnee gepakte burger. En dat is nu nog maar zeer ten dele gecorrigeerd. Wel een unieke situatie.
Wat ook uniek is, is de steeds sterkere mate waarin de belastingen een sturend karakter hebben. Idealiter wordt belasting geheven naar draagkracht, om noodzakelijke uitgaven van de overheid te financieren. Steeds meer wordt echter ook belasting geheven om mensen hun gedrag te laten veranderen. De zogenaamde gedragsbelastingen, of "zondebelastingen" zoals ze in het buitenland wel genoemd worden, werden traditioneel geheven op alcohol, tabak en benzine, maar jarenlang links beleid heeft de maatschappijverbeteraars steeds meer vrij spel gegeven. En in het voorliggende pakket belastingplannen, door de Tweede Kamer gelukkig al enigszins gemitigeerd, gaan alle remmen los. Behalve het verminderen van de volksgezondheidskosten of het beschermen van het milieu is daar als doel ook het redden van de aarde bij gekomen. Vandaar dat we vandaag twee specifieke wetten in dat kader hebben, te weten de Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw, waarin het demissionaire kabinet de energiekosten tot ongekende hoogten verhoogt zodat de tuinders wel moeten stoppen, en de Wet fiscale maatregelen industrie en elektriciteit. Beide wetten zijn de PVV-fractie een gruwel, en daar zullen we dan ook zeker tegen stemmen. Ik kom daar nog op terug.
Maar helaas zitten ook in andere wetsvoorstellen die gruwelijke gedragsbelastingen als onderdeel. Voor de gewone man en het midden- en kleinbedrijf speelt vervolgens wat ik ook in de Algemene Financiële Beschouwingen al uitgebreid aan de orde stelde, namelijk dat de koopkracht wederom het kind van de rekening is. Die koopkracht is de afgelopen jaren al fors achtergebleven bij de economische groei. Dat is er door de klimaathysterie en de massa-immigratie niet beter op geworden. Gigantische uitgaven die de afgelopen jaren zijn betaald aan subsidies voor wind- en zonne-energieparken en aan de opvang van vreemdelingen moeten nog steeds betaald worden uit belastingopbrengsten. Dat maakt het voor een nieuw te vormen kabinet niet gemakkelijk. Het midden- en kleinbedrijf is uitgemergeld; alleen dit jaar al ging 52% meer bedrijven failliet dan vorig jaar, en de echte faillissementsgolf moet nog komen. Het mkb is eerst ernstig te grazen genomen met allerlei lockdowns in verband met corona, waarvan steeds meer blijkt hoe onzinnig ze zijn geweest. Daarna gingen de energieprijzen als een raket omhoog. En nu worden de uitgestelde belastingen geïnd, met weer faillissementen tot gevolg. Maar ook diverse grote bedrijven zijn het land uitgejaagd. Volgens het Nibud is 60% van de Nederlanders financieel ongezond of kwetsbaar. Zowel huishoudens als het mkb hebben moeite met het betalen van de noodzakelijke kosten voor levensonderhoud en zijn bezorgd over de hoge vaste lasten, omdat de torenhoge inflatie van de afgelopen jaren er keihard heeft ingehakt. Dat maakt de basis om belasting te heffen steeds smaller. Dat is verontrustend. Links Nederland denkt dat het bedrijfsleven en de miljonairs nog wel een tijdje verder uitgemolken kunnen worden, maar dat zal de uittocht van bedrijfsleven en kapitaal alleen maar versnellen, met een nog smallere basis voor belastingheffing als gevolg — over irreversibele processen gesproken, waarover in de Miljoenennota wordt gerept.
Niettemin moet er wel belasting geheven worden. Dat betekent dat wij slechts knarsetandend akkoord zullen moeten gaan met een groot deel van de voorliggende wetsvoorstellen. Maar niet dan nadat ik toch op een aantal punten onze ernstige bezwaren naar voren gebracht heb. Ik zou een paar belangrijke vragen beantwoord willen zien.
Op de eerste plaats de vraag waarom er geen begin is gemaakt met de afbouw van het toeslagenstelsel, dat er samen met het inkomensafhankelijk maken van vrijwel alle kortingen voor zorgt dat het laagste deel van de middenklasse aanloopt tegen marginale belastingtarieven van inmiddels zelfs meer dan 90%, wat langer werken of soms überhaupt werken in de weg staat. Jaarlijks wordt zo'n 12,8 miljard euro aan toeslagen rondgepompt aan 5 miljoen huishoudens. Het kabinet heeft er anderhalf jaar met missionaire status gezeten. Maar de wens om dit probleem op te lossen, is zo breed dat er het afgelopen halfjaar gewoon aan doorgewerkt had kunnen worden, als men eraan was begonnen. Ik vraag de staatssecretaris: is er überhaupt een begin gemaakt aan de verbetering van ons belastingstelsel, en zo ja, in welk opzicht? Wij zien er in ieder geval nog niets van.
Een ander punt vormen de grenseffecten veroorzaakt door de veel lagere btw en accijnzen in de ons omringende landen. We kunnen dat wel allemaal meten en mooie grenseffectenrapportages maken, maar ik vrees dat de bedrijven en winkels die verdwenen zijn als die effectenrapportages allemaal klaar zijn, niet meer terugkomen. De accijnzen op brandstof mogen dan, door amendering in de Tweede Kamer, even niet verder stijgen; sigaretten, tabak, alcohol en frisdrank knallen door de accijnsverhoging gewoon weer verder omhoog. In de sfeer van autobelastingen gaat de bpm omhoog, evenals de wegenbelasting voor campers, oldtimers en auto's op gas. Alles gaat weer omhoog. Dat is de afgelopen twaalf jaar, jaar op jaar, hetzelfde, behalve dan bij de tijdelijke stimulering van elektrische voertuigen voor de elite, die overigens geen gram CO2 bespaard heeft, maar wel miljarden aan belastingheffingen gekost heeft.
De heer Hartog i (Volt):
Met permissie, de heer Van Strien noemt opnieuw de grensoverstijgende effecten en terecht, denk ik. Ook bij de Algemene Financiële Beschouwingen heeft hij die een paar keer genoemd. Maar mijn vraag is eigenlijk: wat stelt hij voor? Volgens mij heb je drie mogelijkheden: ofwel je past je unilateraal aan de buur aan, ofwel je doet helemaal niks en laat het zo lopen, ofwel je gaat naar een soort harmonisering toe. Dus welke van die opties stelt de heer Van Strien voor?
De heer Van Strien (PVV):
Een heel simpel recept: verlagen.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van de heer Hartog.
De heer Hartog (Volt):
Dat is eigenlijk geen antwoord op mijn vraag. Verlagen? Hoe dan? Alleen Nederland? Dus wij doen gewoon ons eigen ding en laten ons niks gelegen liggen aan de buren? Dat vraag ik aan de heer Van Strien. Ik begrijp dus niet wat zijn oplossing is voor het grensoverstijgende verschil in belastingen.
De heer Van Strien (PVV):
Wij zitten nu aanmerkelijk hoger in accijnzen en belastingen dan de ons omliggende landen. Natuurlijk is Nederland niet te isoleren van de ons omringende landen. Daar moet je wel naar kijken, maar dat is tot nu toe niet gebeurd. Dat verwijten wij de regering juist. We zijn veel hoger uitgekomen dan de ons omringende landen en liggen daar al jaren. Mensen rijden inmiddels zo ongeveer vanuit Utrecht naar het buitenland om daar inkopen te doen en te tanken.
De voorzitter:
Nog een laatste vervolgvraag, meneer Hartog.
De heer Hartog (Volt):
Dan begrijp ik — ik hoop dat ik het goed heb — dat de heer Van Strien zegt: laten we ons gewoon aanpassen aan de buren. Dat scheelt ook heel veel debatten in deze Kamer.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Van Strien, vervolgt u uw betoog.
De heer Van Strien (PVV):
Ja.
Voor de kleine ondernemers dreigt een extra ramp: het zogenaamde zero-emissiebeleid in steden met linkse gemeentebesturen, oftewel het verbod op dieselbusjes en bestelwagens. Over anderhalf jaar zijn deze voertuigen niet meer welkom in tientallen Nederlandse gemeenten. Een absurde maatregel, want elektrische voertuigen zijn algauw twee keer zo duur, hebben te weinig trekkracht en een te kleine actieradius. Mensen worden door de overheid voor de keuze gesteld: ze nemen accu's of lading mee. Beide kan niet. Uiteraard hebben we het hier over gemeentelijke maatregelen, maar die zij wel uitgelokt door de rijksoverheid.
Ik herinner me in dit verband nog dat, toen ik dit punt vorig jaar aansneed, de heer Crone, toen nog van de Partij van de Arbeid, naar voren kwam met het verhaal dat de ANWB een of andere elektrische auto als de beste trekauto geselecteerd had. Dit leek mij toen al buitengewoon ongeloofwaardig. Later bleek die auto het beste te zijn van de elektrische auto's. Pure linkse misleiding, dus. Drie keer niks blijft gewoon niks.
Voorzitter. Ook de spaartaks stijgt weer fors. Het kabinet had al een tariefverhoging van 2% gepland. Daar is nog eens 2% bovenop gekomen ter dekking van de verhoging van het minimumloon, terwijl ook het heffingsvrije vermogen niet geïndexeerd wordt. Er lopen meerdere cassatieprocedures bij de Hoge Raad waarin de vraag centraal staat of het rechtsherstel in box 3 voldoende in lijn is met het zogenaamde "Kerstarrest" van 2021. Het advies van de advocaat-generaal aan de Hoge Raad is dat het wettelijk rechtsherstel voor 2017 tot en met 2022 nog steeds discriminerend uitwerkt en botst met het eigendomsgrondrecht. Als de Hoge Raad dit advies volgt, kan dit ook doorwerken voor het overbruggingsregime dat gebaseerd is op het wettelijk rechtsherstel. Mijn vraag aan de staatsecretaris: maken deze tariefsverhogingen de kans om door de Hoge Raad teruggefloten te worden niet groter? Met andere woorden: hoe groot is de kans dat deze tariefsverhogingen als een boemerang terugkomen en zelfs geld gaan kosten?
Dan de Wet aanpassing fiscale bedrijfopvolgingsfaciliteiten. Keer op keer horen we hoe belangrijk de familiebedrijven zijn voor Nederland. Inmiddels hebben we in Nederland het laagste percentage familiebedrijven in de EU. En voor de heer Holterhues: wij kijken daarbij dus wel degelijk naar de ons omringende landen. We hebben gezien hoe bedrijven de nek is omgedraaid in de coronacrisis en hoe bedrijven het mes op de keel gezet wordt om in coronatijd verkregen belastinguitstel nu te betalen. Het water staat veel familiebedrijven aan de lippen. En dan concluderen een paar linkse ambtenaren bij het CPB dat de BOR niet doelmatig is omdat er bij een aanmerkelijk deel van de bedrijfsoverdrachten voldoende middelen zijn om de erf- en schenkbelasting te betalen. 25% van de Nederlandse familiebedrijven kan het zich niet veroorloven om het bedrijf aan de volgende generatie door te geven. De PVV-fractie wenst de BOR dan ook niet te verslechteren.
Ik kom bij de Wet fiscale maatregelen industrie en elektriciteit. Dit voorstel voorziet in het afschaffen van vrijstellingen voor metallurgische en mineralogische procedés in de energiebelasting, het afschaffen van vrijstellingen voor het duaal en non-energetisch gebruik van kolen en het verhogen van de minimum-CO2-prijs voor de elektriciteitssector en de industrie. Dit wetsvoorstel behoort tot de meest onbegrijpelijke wetsvoorstellen uit het pakket dat we vandaag behandelen. Ongeveer de helft van het gebruik door energiedragers door de Nederlandse industrie betreft non-energetisch verbruik. In de chemische industrie is dat aandeel veel groter dan het gemiddelde. Dat wil zeggen dat energiedragers niet worden verbrand maar omgezet in andere stoffen, zoals kunststoffen, kunstmest, synthetische vezels, cosmetica en noem maar op. Bij deze omzettingen komt geen of nagenoeg geen CO2 vrij. Waar de energiedragers wel opgebrand worden, is bijvoorbeeld in de baksteenindustrie, maar daar zijn nauwelijks alternatieven. Ook de in opdracht van het ministerie van Financiën uitgevoerde impactanalyse naar het afschaffen van de vrijstellingen voor de metallurgische en mineralogische procedés constateert dat de verduurzamingsmogelijkheden op korte termijn beperkt zijn, dit aangezien verduurzaming van de metallurgische en mineralogische sector met name samenhangt met de ontwikkeling van de infrastructuur voor groen gas, waterstof en elektriciteit. Tegelijkertijd is de verwachting dat richting 2030 de mogelijkheden om te verduurzamen snel zullen toenemen. Dus omdat er in 2030 alternatieven zouden zijn, gaan we de industrie in 2025 kapot belasten. Deze wet betekent gewoon verplaatsing van de productie naar het buitenland met meer energieverbruik door het dure transport en nog weer duurdere huizen. Ik merk hierbij op dat Duitsland juist onlangs een belangrijk stimuleringspakket voor de industrie heeft gepresenteerd. De Duitse regering gaat de industrie de komende vijf jaar helpen met de hoge elektriciteitskosten, die al lager zijn dan in Nederland. Daar wordt de belasting op stroom verlaagd en krijgen de energie-intensieve bedrijven extra subsidie. Ik herhaal nog maar eens wat ik hier al eerder betoogd heb: bij de huidige stand van de energieproductie wordt het marginale verbruik van elektriciteit geproduceerd met koolwaterstoffen. Elektrische ovens hebben evenals elektrische auto's als het gaat om CO2-besparing pas zin als er voldoende door kerncentrales geproduceerde elektriciteit is. De ondanks de miljardeninvesteringen nog steeds beperkte wind- en zonne-energie die thans geproduceerd wordt, kan immers niet zonder bijstook door centrales op koolwaterstoffen. Mijn vragen aan de minister zijn dan ook de volgende. Wat is de logica om industrieën die deze producten maken extra te gaan belasten in het kader van het klimaatbeleid?
De voorzitter:
Ik neem aan dat u deze vraag stelt aan de staatssecretaris.
De heer Van Strien (PVV):
Ik neem aan dat die door de minister beantwoord wordt, maar in ieder geval stel ik mijn vraag aan de regering, wie de vraag dan ook beantwoordt. Twee. Waarom is Nederland het enige land dat deze maatregelen overweegt? Ik put hiervoor uit een impactanalyse van 30 augustus 2023, in opdracht van het ministerie van Financiën gemaakt. Drie. Is de regering het met de PVV-fractie eens dat het gebruik van koolwaterstoffen niet gesubsidieerd wordt, maar dat er alleen sprake is van veel of weinig belasting heffen? Vier. Is afbraak of wegjagen van de Nederlandse industrie naar het buitenland soms de bedoeling van dit kabinet? Zo niet, wat is dan wel het doel van deze maatregelen?
Ik kom bij de Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw. Dit wetsvoorstel voorziet in het afschaffen van de verlaagde energiebelastingtarieven, de introductie van een CO2-heffing voor de glastuinbouw en het beperken van de vrijstelling voor elektriciteitsopwekking voor de industrie en de energiesector. De gedachte hierbij is dat als je het gebruik van aardgas en elektriciteit in de glastuinbouw maar voldoende duur maakt, je daarmee de tuinbouwers automatisch stimuleert duurzamere warmte- en elektriciteitsbronnen te gebruiken, waardoor de CO2-uitstoot in de glastuinbouwsector vermindert. Maar misschien heb ik het verkeerd en is het de bedoeling dat ook tuinbouwgebieden plaatsmaken voor migrantenhuisvesting.
Warmte-krachtkoppeling, het gelijktijdig opwekken van warmte en elektriciteit, is jarenlang door de overheid gestimuleerd vanwege de significante voordelen. Daarbij is er namelijk sprake van lager brandstofverbruik, lagere CO2-uitstoot en tegenwoordig vooral van belang: geen extra belasting van het elektriciteitsnet. Alleen al in de industrie staat zeker 3 gigawatt opgesteld vermogen. Ook in de glastuinbouw staat een aanmerkelijk wkk-vermogen opgesteld, vooral bij de koplopers qua klimaatbeleid. De PVV-fractie vraagt zich dan ook af wat het werkelijke doel is van dit economische kamikazebeleid, waarmee juist de modernste bedrijven het hardst geraakt worden. CO2-besparing kan het niet zijn, want het sluitende gevolg zal zijn dat de betreffende sectoren naar het buitenland verplaatst worden, met ernstige gevolgen voor zowel onze economie als voor de consument.
Voorts hebben we nu reeds een enorme congestie op het elektriciteitsnet. Dat is veroorzaakt door zonder een fatsoenlijk plan ongecoördineerd her en der windparken neer te plempen, weilanden vol zonneparken te bouwen en tegelijkertijd en al even ongecoördineerd met miljardensubsidies te trachten het autopark te elektrificeren en gezinnen warmtepompen door de strot te duwen. Ik merk op dat ik al jaren geleden op deze plek over dit onderwerp van het niet bijhouden van de elektriciteitsinfrastructuur begonnen ben. Het gevolg is nu dat hele nieuwbouwprojecten, zoals recent in Almere, niet aangesloten kunnen worden op een overbelast stroomnet. De elektrische kookplaat, de magnetron en de warmtepomp kunnen niet aan. Na de industrie, die hier op tal van plaatsen al ernstige hinder van ondervond, worden nu ook woningbouwprojecten niet aangesloten vanwege een overbelast stroomnet. Schadeclaims en rechtszaken voor zo'n nieuwe aansluiting zijn nu nog incidenten, maar nemen snel in aantal toe.
Voorzitter. Ik hoorde de minister voor Klimaat en Energie enige tijd geleden zeggen dat kerncentrales nuttig zijn in aanvulling op wind- en zonne-energie. Het is jammer dat hij er niet bij is, maar ik wou toch even kwijt dat je het dan echt niet begrepen hebt. Kernenergie levert continue, goedkope en betrouwbare elektriciteit en vereist niet de miljardeninvesteringen in het elektriciteitsnet die bij wind op zee nodig zijn. Wat de PVV-fractie betreft valt er niet te praten over verdere plannen voor de elektrificering van Nederland en over deze Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw in het bijzonder als we niet eerst voldoende kerncentrales hebben gebouwd en de infrastructuur op orde hebben. Tot die tijd behoort deze wet in de categorie "economische kamikazeacties".
Tot slot, voorzitter. Ondanks de wijzigingen die in de Tweede Kamer in dit Belastingplan zijn aangebracht, resteert er een Belastingplan dat het voor de Nederlandse burger en het ondernemingsklimaat in Nederland verder verslechtert. Ik ben benieuwd naar de antwoorden van de regering. Ik hoop voor volgend jaar van het nieuwe kabinet op een plan waarin alle generaties weer perspectief hebben op werk, wonen en welzijn.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Strien. Ik hoorde dat u naar aanleiding van een interruptie over de familiebedrijven en de grenseffecten de heer Holterhues aansprak, maar volgens mij was het een opmerking richting de heer Hartog.
De heer Van Strien (PVV):
Pardon?
De voorzitter:
Ik zet het even recht voor de Handelingen. U sprak de heer Holterhues aan, maar de opmerking was bedoeld voor de heer Hartog.
De heer Van Strien (PVV):
Excuses.
De voorzitter:
Er is nog een interruptie van de heer Van Apeldoorn.
De heer Van Apeldoorn i (SP):
De heer Van Strien begon zijn betoog met de opmerking dat het in Nederland slecht gesteld is met de koopkracht van heel veel gewone mensen en dat dit kabinet te weinig doet om die koopkracht te verbeteren. Zo heb ik althans zijn woorden geproefd. Ik ben het helemaal met de PVV-fractie eens dat er maatregelen moeten worden genomen om die koopkracht te verbeteren. Erkent de heer Van Strien dat dat dan ook geld kost? En dan is vervolgens mijn vraag: waar moeten we dat van betalen? Ik heb de rest van het betoog van de heer Van Strien beluisterd, maar ik heb niet goed begrepen hoe de PVV-fractie dat dan wil financieren.
De heer Van Strien (PVV):
Ik heb daar bij de Algemene Financiële Beschouwingen al wat over gezegd. De grote kostenposten waar we laatste tijd voor staan en waar we voor gesteld zijn, betreffen de enorme investeringen in alternatieve energie. Die zijn veel groter dan in onze economie verantwoord is. Ik wijs op de enorme kosten die doorberekend worden op de energierekening van de burger. Die bepalen aan de andere kant dus ook weer de koopkracht. Dat is één aspect. En aan de andere kant is er de massa-immigratie, die ons werkelijk miljarden en miljarden kost. Zo simpel is het. We kunnen niet alles.
De voorzitter:
De heer Van Apeldoorn voor een vervolgvraag.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Zo simpel is het volgens de SP-fractie helemaal niet als het gaat om de zogenaamde massa-immigratie. Asielzoekers maken volgens mij maar 12% uit van de totale migratie naar Nederland. Natuurlijk kan er op bepaalde kosten bezuinigd worden. Daar wil ik niet over in discussie gaan met de heer Van Strien. Maar hij zei op een gegeven moment nog iets anders wat mij opviel, namelijk: linkse partijen willen de belasting op vermogen gaan verhogen en miljonairs gaan belasten, en dat gaat helemaal niets opleveren. Als je iets wilt doen aan de onderkant, zou je dan niet ook wat meer van de bovenkant moeten halen? Kan het allemaal opgelost worden met de maatregelen die de heer Van Strien noemt? Is het zo simpel? Of moeten we hier ook gewoon herverdelen?
De heer Van Strien (PVV):
De heer Van Apeldoorn draait het probleem eigenlijk om. Hij vraagt: denkt u niet dat je bij de hogere inkomensklasse moet zijn om de lagere inkomensklassen te bevoordelen? Als je het alleen weghaalt bij de hogere inkomenscategorie, dan worden daarmee niet per se de lagere inkomenscategorieën bevoordeeld. Ik denk dat je een totaal nieuw belastingstelsel nodig hebt dat er vooral ook voor zorgt dat de marginale tarieven in de middencategorie omlaaggaan. Ik denk dat dat het allerbelangrijkste is. Dat betekent dus dat je echt fundamenteel aan de slag moet met het belastingsysteem. Mensen moeten er echt weer behoefte aan hebben of zin in hebben om een paar uur extra te werken. Want dat is ook een probleem: we hebben te weinig mensen. Ik denk dat er een zeer groot potentieel is aan mensen die willen en kunnen werken, maar die nu eigenlijk gehinderd worden om dat te doen, omdat het gewoon niks oplevert. Dus dat is de belangrijkste categorie waar je naar zult moeten kijken.
De voorzitter:
Meneer Van Apeldoorn, de laatste maal in deze interruptie.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Met het invoeren van een miljonairsbelasting zou je bijvoorbeeld het afschaffen van het eigen risico kunnen financieren. Dat zou je daarmee kunnen regelen. Volgens mij is de PVV-fractie daar ook voor. Maar is de heer Van Strien dan ook tegen de invoering van een minimumvermogensbelasting voor miljardairs op mondiaal niveau?
De heer Van Strien (PVV):
Ik neem aan dat de heer Van Apeldoorn ook Het Financieele Dagblad van vandaag heeft gelezen. Daarin wordt de minimumbelasting voor bedrijven eigenlijk al ter discussie gesteld, omdat er gewoon hele werelddelen zijn die zich daar niet aan houden. Hij heeft het over een mondiale vermogensbelasting. Ik denk dat we daar nog wel een heel eindje vandaan zijn. Ik geloof niet dat we die problemen vandaag gaan oplossen.
De heer Van Apeldoorn (SP):
De PVV-fractie in de Tweede Kamer …
De voorzitter:
U spreekt via de voorzitter, meneer Van Apeldoorn.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Sorry, voorzitter.
De voorzitter:
Ik geef graag voor verdere interrupties het woord aan mevrouw Visseren-Hamakers van de Partij voor de Dieren. Ga uw gang.
Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):
Ik heb naar het betoog van de heer Van Strien geluisterd. Ik vraag me het volgende af: als de PVV niet wil investeren in klimaatmitigatie, wat zijn dan de plannen van de PVV voor investeringen in de dan benodigde klimaatadaptatie?
De heer Van Strien (PVV):
In klimaatadaptie? Zeker, daar moeten we in investeren. Dat gebeurt nu ook. Ik heb dat al bij de Algemene Financiële Beschouwingen gezegd. Dat doen we al vanaf de dertiende eeuw. Vanaf het moment dat we dijken zijn gaan bouwen, hebben we geïnvesteerd in dijken.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
U weet ook dat de klimaatveranderingen van vandaag de dag en de geprognosticeerde klimaatverandering in de toekomst niet te vergelijken zijn met de klimaatveranderingen van de afgelopen eeuwen. Klimaatadaptie zal dus in de toekomst van een andere orde zijn. Ik vraag dus nogmaals aan de heer Van Strien: als u niet wilt investeren in klimaatmitigatie, hoe gaat u dan de benodigde klimaatadaptatie financieren?
De heer Van Strien (PVV):
Mevrouw Visseren suggereert dat, als we nou maar een paar miljard extra in dat klimaat investeren, de temperatuur van de aarde gelijk met weet ik hoeveel honderdste of duizendste van een procent omlaag gaat. Die correlatie is er absoluut niet, alleen al omdat we zo'n klein land zijn. Ik heb niets tegen het investeren in klimaatmaatregelen, maar wel tegen investeringen met een orde van grootte die buitensporig veel afwijkt van wat de rest van de wereld doet.
De voorzitter:
Mevrouw Visseren-Hamakers voor de laatste maal.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Ik zou hopen dat we een langetermijnvisie hebben voor een gezonde, duurzame Nederlandse economie in internationale context, waarin we met elkaar onze ecologische boterhammen kunnen verdienen en een gezonde, duurzame langetermijneconomie vormgeven met elkaar.
De voorzitter:
En uw vraag is?
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Hoe kan dat in de huidige context zonder klimaatmitigerende maatregelen?
De heer Van Strien (PVV):
Dat kan door de klimaatuitgaven niet zodanig hoog te laten zijn dat daarmee de Nederlandse economie de nek wordt omgedraaid. Zo kan dat.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Ik denk dat we hier van mening verschillen.
De voorzitter:
Sorry, u spreekt via de voorzitter, mevrouw Visseren-Hamakers. Zoals ik zei, was het uw laatste interruptie.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Sorry, ik zou nog één afsluitende opmerking willen maken.
De voorzitter:
Ik heb iedereen qua vragen drie rondes gegeven bij een interruptie. Bewaart u die even voor een later moment.
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Dan bewaar ik 'm voor mijn eigen eerste termijn. Dank u wel.
De voorzitter:
Ik zie nog een interruptie van de heer Hartog van Volt.
De heer Hartog (Volt):
De laatste opmerking van de heer Van Strien ging over het excessief afwijken van andere landen. Ik haak daar even op in. Is het niet juist fijn dat we als Nederland die soevereiniteit hebben om gewoon te doen wat we zelf willen en dat we lekker kunnen afwijken van anderen? Dat is toch juist wat we willen, niet?
De heer Van Strien (PVV):
Dank aan de heer Hartog voor deze vraag. Dan kan ik mijn fout van daarstraks corrigeren. Het is heel fijn dat je je eigen economie te gronde kan richten, maar ik geloof niet dat wij hier zitten om onze eigen economie te gronde te richten. Wij zitten hier om onze economie een gezond karakter te geven. Daar dient deze Kamer onder andere toe.
De voorzitter:
Ik zie een vervolgvraag bij de heer Hartog.
De heer Hartog (Volt):
Ik wil er een mooie afsluiter van maken. Is de heer Van Strien het met mij eens dat het juist heel goed is om met elkaar samen te werken en samen oplossingen te vinden? Het zal u niet verbazen dat ik dat met name in Europese Unieverband zie. Eigenlijk zijn we het eens. Klopt dat?
De heer Van Strien (PVV):
Samenwerken om problemen op te lossen, daar ben ik het helemaal mee eens.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik nu graag het woord geven aan de heer Martens van GroenLinks-PvdA, die mede namens de fractie van OPNL zal spreken. Meneer Martens, ga uw gang.