Plenair Schalk bij behandeling Afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers



Verslag van de vergadering van 6 februari 2024 (2023/2024 nr. 19)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 16.07 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Geld is toch een bijzonder middel, met name als het gebruikt wordt als prikkel, een prikkel om mensen tot iets aan te zetten dan wel om ze ergens mee te laten stoppen. In dit geval is het een middel geweest om mensen te stimuleren om aan de zonnepanelen te gaan, maar het succes leidt tot een hele hoge prikkel. Als de terugverdientijd dan te kort wordt, construeren we eigenlijk een overstimulering. Dan is het eigenlijk wel weer welletjes. Dat moet worden tegengegaan. Daarom behandelen we vandaag het wetsvoorstel Afbouw salderingsregeling voor kleinverbruikers.

Een andere constatering, voorzitter. Het jaar 2030 lijkt wel een soort toverjaar. Ook vandaag is het weer het jaar van de kanteling, in dit geval voor de afbouw van de salderingsregeling. Er blijft wel een redelijke vergoeding bestaan voor het teveel aan ingevoerde energie, maar vanaf 1 januari 2023 is er een jaarlijkse afbouw voorzien. In 2030 moet dat wel klaar zijn. Van de 28% die dan nog over is, gaat het ineens steil naar beneden, naar 0% in 2031.

Nog zo'n constatering, voorzitter. Het blijft natuurlijk wel bizar dat we al jaren bezig zijn om alles en iedereen te stimuleren om energie op te wekken, maar dat ons energiesysteem het niet aankan. Het net heeft te weinig capaciteit om te verwerken wat we opwekken; het ontbreekt aan voldoende bekabeling en transformatorstations. Mede daardoor lijkt het een crime te zijn om een nieuwe wijk of een nieuw bedrijf, laat staan een bedrijventerrein, op het energienet aan te sluiten. Hoe staat het met een deltaplan voor dit enorme probleem, zo vraag ik de minister. Logischerwijs is het probleem van de congestie, waar het vandaag al een paar keer over gegaan is, het grootst tijdens de pieken. Bij helder, zonnig weer hebben we een grote opbrengst, maar zitten we met pieken die niet te verwerken zijn. De oplossing is om die pieken zo veel mogelijk te verlagen door direct gebruik van zelf opgewekte energie. Eigenlijk heel logisch.

Mijn fractie heeft er op zich dan ook wel begrip voor dat een te royale salderingsregeling op dit gebied de verkeerde prikkel geeft. Je mag energie die in de zomer geproduceerd wordt, immers wegstrepen tegen energie die je in de winter nodig hebt. Dat is de saldering per jaar. Dat betekent in de praktijk momenteel dat zo'n 30% van de zelf opgewekte energie ook direct zelf gebruikt wordt, terwijl de rest het net op gaat. Op papier gebruik je die energie in de winter weer, maar in de praktijk natuurlijk niet, omdat er nauwelijks energie zo lang opgeslagen wordt. De energie die we in de winter nodig hebben, wordt veelal door gas- of kolencentrales opgewekt.

Voorzitter. Door onze collega van de VVD, Caspar van den Berg, is hier in de Kamer ooit een punt ingebracht dat van belang is, namelijk het punt van de rechtvaardigheid. Dat is net iets anders dan het punt van de rechtmatigheid, waar we als Eerste Kamer natuurlijk in ieder geval op dienen te letten. Bij rechtmatigheid kun je zeggen dat het erom gaat of iets "naar recht" is, oftewel: als de wet iets regelt, dient dat te worden uitgevoerd en dan is dat rechtmatig. Bij rechtvaardigheid gaat het om meer. Dan gaat het bijvoorbeeld om de vraag of gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden, oftewel of het er eerlijk aan toe gaat. Welnu, op dat punt schuurt het huidige systeem van de salderingsregeling. Immers, de baten van de salderingsregeling voor huishoudens met zonnepanelen komen deels als kosten terecht bij huishoudens zonder zonnepanelen. Die blijken niet te durven investeren, zelfs niet tegen 0%. Bovendien, heb ik begrepen — mijn vraag aan de minister is of dat waar is — zijn dit heel vaak huurders, en huurders kunnen niet eens bij het Warmtefonds terecht, meen ik. Dat zou ik graag willen weten.

Omdat veel zonnepanelen op dezelfde momenten pieken, vaak op momenten dat de vraag naar energie niet het grootst is, bijvoorbeeld midden op de dag in de zomer, is de marktwaarde van die energie relatief laag ten opzichte van de energie die huishoudens nodig hebben op momenten dat ze zelf onvoldoende produceren en er energie ingekocht moet worden. Dat brengt systeemkosten met zich mee en die kosten belanden ook op het bordje van de huishoudens die zelf geen zonnepanelen hebben of geen zonnepanelen kunnen betalen. Hoe meer huishoudens wél zonnepanelen krijgen, hoe zwaarder dit zal gaan doordrukken, juist op de mensen met een smalle beurs. Je kou kunnen zeggen: eigen schuld, dan moet je maar zonnepanelen plaatsen. Maar feit is dat een deel van de huishoudens die investering van enkele duizenden euro's in zonnepanelen in de verste verte gewoon niet kan betalen. Dat brengt dit stukje onrechtvaardigheid met zich mee: degenen die het goed kunnen betalen, hebben een voordeel, dat echter deels betaald moet worden door degenen die niet mee kúnnen profiteren. Ook als de salderingsregel afgebouwd wordt, blijft het de vraag hoe de mensen die het niet zo breed hebben, ook zouden kunnen meedoen aan de duurzaamheid, zodat ze ook hun eigen energie kunnen gaan opwekken en gebruiken. Is het mogelijk dat de minister ideeën aanlevert om dat te gaan bewerkstelligen?

Dat brengt ons op de toekomst. De salderingsregeling is een prachtige stimulans voor huishoudens om zonnepanelen aan te schaffen. De regeling heeft succes en dat willen we ook graag. Maar ziet de minister mogelijkheden om een andersoortige regeling te bedenken of subsidies te verstrekken die de investering ook voor mensen met die smalle beurs mogelijk te maken?

De SGP heeft dus ergens wel begrip voor het afbouwen van de salderingsregeling. De vraag is immers of de huidige regeling reëel en houdbaar is. Als we ons realiseren dat de zonnepanelen in vijf of zeven jaar terugverdiend zijn, terwijl de royale salderingsregeling daarna blijft doorlopen en zonnepanelen wel zo'n 25 jaar of langer mee kunnen, dan is de salderingsregeling een relatief dure maatregel voor het slechten van een investeringsdrempel. Alles afwegend is de SGP voor aanpassing of afbouw van de salderingsregeling. Zoals de regeling nu is, kan zij eigenlijk niet blijven bestaan. Voor de SGP staat voorop dat investeringen in zonnepanelen op daken wel aantrekkelijk moeten blijven door te zorgen voor een goede en een redelijke terugverdientermijn. De vraag is nu of het voorliggende wetsvoorstel met het afbouwpad naar volledige afbouw in combinatie met de minimale terugleververgoeding hier voldoende aan tegemoetkomt. Moet er niet een nieuwe regeling worden ingezet die wél de prikkel in zich heeft, maar niet leidt tot oversubsidiëring?

Voorzitter. Door de aangekondigde afbouw van de salderingsregeling hebben veel huishoudens hun plannen voor de aanschaf van zonnepanelen blijkbaar in de ijskast gezet. Een nieuwe ontwikkeling is dat enkele energieleveranciers inmiddels een kostenvergoeding of heffing in rekening brengen of overwegen voor de teruglevering van energie aan het net. Dat is naar mijn idee indertijd niet meegenomen in de berekeningen van TNO. Tegelijkertijd zijn door de afkoeling van de markt vanwege de aangekondigde afbouw van de salderingsregeling en de heffing van energieleveranciers voor nieuwe klanten de prijzen van de zonnepanelen natuurlijk sterk verlaagd. Dat is dan weer positief voor de terugverdientermijn, maar het is misschien een tijdelijk effect. We kunnen er niet van uitgaan dat dit zo blijft.

Hoe aantrekkelijk blijft het investeren in zonnepanelen voor huishoudens, ook op langere termijn? Kan de minister waarborgen dat de terugverdientijd voor huishoudens die investeren in zonnepanelen aantrekkelijk genoeg blijft, mede gelet op de genoemde ontwikkelingen? Zijn er andere varianten mogelijk dan het huidige afbouwpad? Zijn die overwogen? Zijn ze denkbaar, mede gelet op de bezwaren in deze Kamer? Ik denk aan een regeling die ervoor zorgt dat er een prikkel komt voor zo veel mogelijk direct eigen gebruik van zelf opgewekte energie én die het royale karakter van de huidige regeling afbouwt. De regeling moet wel voldoende stimulans blijven bevatten om huishoudens over de investeringsdrempel heen te helpen. Mijn fractie overweegt een motie op dit terrein.

Voorzitter. De afbouwregeling geldt alleen voor het gedeelte dat wordt ingevoerd op het net. Achter de meter kan de kleinverbruiker elektriciteit gebruiken vrij van elektriciteitsprijs, energiebelasting en ODE. Ofwel: burger gebruik je eigen opgewekte elektriciteit of zorg voor opslag daarvan achter de meter. Misschien kan dat een nieuwe stimuleringsmaatregel zijn. Is het misschien een idee om in vervolg op de huidige regeling, die gericht is op de zonnepanelen, nu een stimuleringsregeling op te zetten voor de aanschaf van thuisaccu's of wat dan ook?

Voorzitter. Mijn laatste vraag gaat over het volgende. Door de Tweede Kamer is bij motie om monitoring gevraagd op dit punt. Mijn vraag aan de minister is of hij kan aangeven hoe deze motie wordt opgepakt.

Ik zie natuurlijk uit naar de reactie van de minister.

De heer Panman i (BBB):

Ik heb een vraag aan de heer Schalk. Het is een goed voorstel om eens te kijken of we vormen van opslag van energie, zoals thuisbatterijen, kunnen stimuleren. Maar zo'n regeling is er nog niet. Hoe ziet de heer Schalk dat, zolang die er nog niet is en de saldering eventueel wel wordt afgeschaft? Hoe ziet de Schalk dat dan voor zich?

De heer Schalk (SGP):

Dat vind ik een hele goede vraag van de heer Panman, maar hij gebruikt één woord dat niet helemaal klopt. Hij zegt: "De salderingsregeling wordt afgeschaft." Dat is dus niet het geval. De salderingsregeling wordt afgebouwd. Dat gebeurt in een periode van zeven jaar. Ik mag hopen dat er in die tussentijd initiatieven en innovatieve ideeën komen om bijvoorbeeld die thuisbatterijen, maar misschien zijn er nog andere ideeën, op te bouwen. In die zin ben ik wel blij dat het niet de "wet afschaffing" is, maar dat er sprake is van afbouw van de salderingsregeling. We hebben even tijd.

De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):

Ik heb een vraag in vervolg op die van de heer Pasman.

De heer Schalk (SGP):

Panman.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Panman, ja. Ik aarzel ook steeds. Die wet is nu een beetje het centrum geworden van alle discussies in de hele energiesector. Daar heb ik zelf aan bijgedragen. Maar we zeggen ook allemaal dat het fout is om de regeling nu af te schaffen. U zegt ook dat het gaat om afbouwen, maar het is toch wel afschaffen als je die wet aanneemt.

De heer Schalk (SGP):

Op termijn.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Op termijn. Ik wil nu liever niet iets weggeven, namelijk afbouw inclusief afschaffing, als ik niet weet wat ik ervoor terugkrijg. Die batterijen thuis, maar ook batterijen in de buurt, samenwerking in de buurt, samenwerking tussen bedrijven met gezinnen, coöperaties: dat komt allemaal over een, twee, drie maanden in de Tweede Kamer. Dat is niet zolang. Moeten we dus niet ergens een bruggetje vinden met elkaar? Los van het feit dat we er niet over gaan als Eerste Kamer, gaan we, als we nu een beslissing nemen over wat het moet worden, iets forceren in de Tweede Kamer. Dat zullen ze overigens helemaal niet erg vinden. Maar dan blijft het ook weer maar een onderdeel van het hele energiedebat. Ik vind dus dat je het woord "afbouwen" niet moet onderschatten. Als de wet wordt aangenomen, is het namelijk weg.

De heer Schalk (SGP):

Als de wet wordt aangenomen, wat natuurlijk nog maar de vraag is, dan hebben we dus te maken met een afbouwtraject van zeven jaar. In die zin hebben we dus wel wat tijd. Ik ben het zeer eens met wat verschillende sprekers zeiden, de heer Panman net en de heer Crone nu, namelijk dat we moeten oppassen dat niet we bij wijze van spreken het kind met het badwater weggooien. Daarom heb ik aangegeven dat we daar misschien in deze Kamer iets aan kunnen doen, met een motie op dat gebied. Kunnen we niet iets bedenken waardoor we die te dure regeling, die waarschijnlijk op termijn moeilijk houdbaar is, kunnen ombouwen naar iets nieuws, waar we de komende periode tijd en energie in kunnen steken? "Energie" bedoel ik dan uiteraard op twee manieren.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

De kans dat we de wet wegstemmen is niet denkbeeldig, als we volgen wat de Tweede Kamer heeft gedaan. Dan moet een nieuwe minister ooit iets nieuws indienen. Dat kan uiteraard geen demissionaire minister zijn. Als we de wet aannemen, dan hebben we het weggegeven. Dat was mijn stelling net. Dan kun je niet meer zeggen: een volgende minister trekt hem weer in. Dan is hij aangenomen. Ik zoek naar een soort tussenweg. Moet het nu zo snel of moeten we het even combineren met de Energiewet? Dan hebben we een vertraging. Dat is niet erg, want mensen zullen eerder zenuwachtig zijn omdat de wet afgeschaft wordt dan omdat hij nog een jaartje blijft.

De voorzitter:

De heer Schalk, tot slot.

De heer Schalk (SGP):

Ik denk dat de heer Crone net als ik weet dat je bij scenarioplanning altijd vier scenario's nodig hebt. Twee kun je er zo wegstrepen en dan ga je toch nadenken … Het mag ook met drie, maar vier is interessanter. Ik ben realistischer dan de heer Crone. Ik neem er altijd vier, want dan kun je in ieder geval nog diep nadenken over twee scenario's die heel erg dicht bij elkaar zitten. Ik vind dat als deze wet hier wordt afgewezen, zoals hij zojuist suggereerde, het toch interessant is om alvast via een motie te regelen dat we gaan nadenken over de toekomst. Op welke manier moeten we gaan zorgen dat de mensen met een smalle beurs, voor wie ik vandaag een paar keer in de bres ben gesprongen, niet gaan weglopen van datgene wat ze nu als extra kosten krijgen maar wellicht gesteund worden in het meedoen aan het duurzaam maken van Nederland?

Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):

Graag een reflectie van de heer Schalk op de volgende analyse. De heer Schalk zegt dat het een te dure regeling is. Hij stelt voor om de regeling af te bouwen en daarmee geld bij huishoudens weg te halen. De regeling is succesvol gebleken om zonnepanelen op daken te bewerkstelligen. Waarom hanteren we diezelfde analyse van een te dure regeling niet bij andere subsidies, zoals fossiele subsidies? We zijn nu aan het debatteren over het weghalen van geld bij huishoudens, maar we vinden het blijkbaar heel erg moeilijk om geld weg te halen bij grote bedrijven. Kan de heer Schalk daarop reflecteren?

De heer Schalk (SGP):

Ik kan dat wel, maar ik vind het ingewikkeld. Ten eerste ligt dat nu niet voor. Op het moment dat we dat debat gaan voeren, verknopen we een heleboel onderwerpen met elkaar. Ik snap dat mevrouw Visseren dat boeiend en interessant vindt. Ik ben dan ook heel benieuwd naar de reactie van de minister daarop. Als we nu zeggen dat deze regeling niet langer houdbaar is en misschien iets onrechtvaardigs heeft voor gewone burgers in het land, is dat een andere redenering dan die waar we mee te maken hebben bij het afschaffen van subsidies op fossiele energie.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Ik vind het belangrijk om af en toe in het debat te reflecteren op waar we mee bezig zijn. We noemen een succesvolle regeling te duur, terwijl we er moeite mee hebben om andere regelingen, die veel kwalijker gevolgen hebben voor de samenleving, af te bouwen. Ik vind het belangrijk om af en toe in het debat te reflecteren op waar we mee bezig zijn, en dat kan eigenlijk alleen maar door het in een breder perspectief te plaatsen, ook al realiseer ik me wat er vandaag op de agenda staat. Maar als je niet de verbinding tussen die verschillende debatten legt, maken we misschien wel verkeerde keuzes in het debat dat vandaag wordt gevoerd.

De heer Schalk (SGP):

Ik begrijp eigenlijk wel dat mevrouw Visseren dat zegt. Dat is misschien wel de reden waarom ik niet heel strak zeg dat het prima is dat deze afbouw — niet afschaffing — er is. Het leidt misschien uiteindelijk wel tot afschaffen. We moeten daar de tijd voor nemen. Ik kom met voorstellen om te voorkomen dat het een hele rigide regel wordt, die dan inderdaad wordt afgeschaft omdat we die te duur vinden of wat dan ook. Maar ik vind het lastig om het met het andere onderwerp te verknopen. Het is het recht van mevrouw Visseren om dat toe te voegen aan het debat. Ik heb daar kennis van genomen. Ik heb vandaag eerlijk gezegd geen oplossing voor hoe we dat met fossiele energie moeten gaan doen.

De heer Panman (BBB):

Heel goed dat de heer Schalk ook zegt dat we de tijd moeten nemen en dat we wijze besluiten moeten nemen. Is het dan misschien niet raadzaam om deze wet even te parkeren, aan te houden, op de plank te leggen, en een besluit te nemen op het moment dat de aanvullende maatregelen die nodig zijn, zoals misschien een thuisbatterij, beschikbaar zijn?

De heer Schalk (SGP):

Ik denk dat de heer Panman dat eigenlijk niet aan mij moet vragen, maar aan de minister, namelijk of hij bereid is om te zeggen: ik wacht nog een paar jaar en ik ga eerst een paar andere dingen bedenken. Op zich is dat natuurlijk een mogelijkheid, maar dat voorstel ligt nu niet voor. Er ligt nu voor dat er een wet behandeld wordt, en natuurlijk kan de heer Panman bijvoorbeeld een motie indienen waarin hij vraagt: zullen we het een tijdje opschorten? Maar of daarmee het probleem opgelost is, is wel de vraag.

De heer Panman (BBB):

Nu stel ik dan even de vraag aan de heer Schalk of zijn fractie dan eventueel bereid is om die mede te ondertekenen.

De heer Schalk (SGP):

Dat ga ik toch eerst even heel rustig afwegen. Ik vind het wel een leuke vraag. Ik zou 'm ook hebben gesteld, als ik in uw plaats was, maar op dit moment ligt deze wet voor en daar heb ik op gereageerd zoals ik dat heb gedaan.

Voorzitter, ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Dan is nu het woord aan mevrouw Aerdts van de fractie van D66.