Plenair Jaspers bij behandeling Actualisering diergezondheidsregels



Verslag van de vergadering van 21 mei 2024 (2023/2024 nr. 32)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Jaspers i (BBB):

Voorzitter. Laat ik beginnen met iets wat we vanmorgen eigenlijk niet afgesproken hebben. Kamerleden, minister, publiek en allen die dit debat via de livestream volgen: van harte welkom. Dank u wel dat ik het woord mag voeren namens BBB over de diergezondheidswet. Ik vind het nog steeds bijzonder dat wij het geluid van het platteland mogen vertegenwoordigen.

Laat ik beginnen met een spreekwoord: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Dat is naar onze mening van toepassing op deze wet. De minister constateert terecht dat de in deze Kamer aangenomen wet niet uitvoerbaar is door het amendement-Vestering. Dit zal immers het einde betekenen van de gangbare veehouderij en paardenhouderij in Nederland. Om maar niet te spreken van de kansenongelijkheid ten opzichte van andere landen in Europa.

Zoals gebruikelijk in een maidenspeech zal ik eerst iets over mijzelf vertellen. Ik ben opgegroeid op het Brabantse platteland met uitzicht op het Limburgse land en ben nog steeds woonachtig op de plek waar mijn ouderlijk huis staat. Getrouwd met Nellie, trotse vader van drie kinderen en een zeer trotse opa van zes kleinkinderen. Zoals in die tijd gebruikelijk was in het katholieke zuiden, ben ik geboren in een groot gezin van tien kinderen, waar ik de jongste van ben. Mijn vader en moeder hadden een gemengd bedrijf met kippen, varkens, koeien en paarden om het werk mee te doen. Deze paarden spelen nu nog een belangrijke rol in mijn leven, als houder van het Nederlandse trekpaard, in de volksmond beter bekend als de Zeeuwse of Belgische knol. Ik kom later in mijn betoog nog terug op deze paarden.

Omdat mijn vader al op jonge leeftijd overleed, ben ik op mijn 17de jaar, na het afsluiten van de lagere landbouwschool, in het bedrijf gestapt, samen met mijn moeder en mijn broer. Voor u staat dus een in de praktijk opgeleid persoon. Wat leven we in een andere tijd. Mijn vader heeft destijds de varkenshouderij uitgebreid met de toen geldende WIR-subsidie, want "er mocht nooit meer honger zijn in Nederland". Al vrij snel hebben mijn broer en ik het bedrijf verder gespecialiseerd in varkens- en melkveehouderij. In 2004 hebben wij de varkenstak beëindigd en de rechten omgezet naar melkvee en paarden. Ikzelf ben toen aan de slag gegaan bij een boomkwekerij, waar we 1 miljoen stekjes per jaar van de blauwe bes opkweekten voor de handel, voornamelijk in Europa.

Ook bestuurlijk heb ik mij altijd ingezet voor het platteland. Eerst bij de KPJ, toen bij de varkenshouders studieclub en later bij de ZLTO als afdelingsbestuurder en -voorzitter in Someren. Ook dan kom je in aanraking met de politiek vanuit de lokale belangenbehartiging. Als je iets wilt bereiken, dan moet je daar zijn, vind ik. Daarom heb ik mij ingezet namens een lokale partij in de gemeenteraad en als wethouder in Someren. Ook bij het Waterschap Den Dommel ben ik een zestal jaren actief geweest namens Ongebouwd. Verder heb ik nog enkele andere maatschappelijke bestuursfuncties vervuld, zoals voorzitter van de muziekvereniging, kerkbestuur en bij het paardenstamboek van de KVTH, Koninklijke Vereniging "Het Trekpaard en de Haflinger".

Voorzitter. Dat de BBB diergezondheid en dierenwelzijn belangrijk vindt, mag duidelijk zijn. Ik citeer uit ons verkiezingsprogramma voor Europa:

"BBB hecht aan dierenwelzijn. BBB wil dat de hoge Nederlandse dierenwelzijnsstandaarden overal in de EU gaan gelden. Als dat niet mogelijk blijkt, moet Nederland in de pas met de Europese regels gaan lopen om een gelijk speelveld voor het houden van landbouwhuisdieren te krijgen.

Voor een gelijk speelveld is het daarnaast van belang dat dierenwelzijnsnormen meetbaar en vergelijkbaar zijn. Daarnaast dient dit gelijke speelveld op internationaal niveau te worden geborgd door dierenwelzijnsnormen in handelsverdragen mee te nemen. Daarnaast moeten dierenwelzijnsnormen niet eenzijdig worden vastgesteld, maar worden afgewogen tegen andere beleidsdoelstellingen, zoals het verminderen van de milieuvoetafdruk, sterfterisico en ziektedruk. Ook moet bij kostenverhogingen de impact op andere delen van de productieketen in de belangenafweging worden meegenomen.

BBB staat voor hoge diergezondheidsnormen op Europees niveau. Dierveiligheid is een belangrijke voorwaarde voor de toekomst van de Europese en Nederlandse veehouderij. BBB pleit voor vaccineren tegen dierziektes zoals vogelgriep waar dit effectief is. Via internationale afspraken moet de EU voortaan voorkomen dat producten van gevaccineerde dieren moeilijker of niet afgezet kunnen worden."

Voorzitter. Dan wil ik nu een reflectie geven op hoe wij dieren willen houden, en hoe wij soms onderdelen hiervan heel normaal vinden. Ik noem toch even het voorbeeld van huisdieren. De eigenaar van een hond die zijn hond een stukje leverwort of kaas geeft, vindt dat hij zijn dier daarmee echt verwent en liefde geeft. Maar een dierenarts zal zeggen dat die hond niet goed wordt verzorgd, omdat de huisdiereigenaar de hond veel te veel vet en zout geeft. Heel veel mensen vinden het hebben van een cavia in een hok bij hun 10-jarige dochter schattig, maar de vraag is natuurlijk of zo'n dier dat wel fijn vindt.

Stel dat wij een wet gaan maken waarin we uiteindelijk de rechter laten bepalen of elke individuele huisdiereigenaar zijn of haar dier wel een dierwaardig bestaan geeft en of een huisdier zijn natuurlijke gedrag wel kan uitoefenen. Ik denk aan een hond die alleen in een flatje zit, of een kat die nooit buiten komt. Is dat dan wel natuurlijk en dierwaardig? Als we zo'n wet zouden maken voor huisdieren, zou Nederland terecht op zijn kop staan. Het mag allemaal, ook al denken we misschien anders over de perfecte verzorging dan een hond. Er is in Nederland geen rechter die bepaalt of alle honden altijd in een roedel met andere honden zouden moeten leven. Er is ook geen rechter die voor een individuele eigenaar bepaalt of katten naar buiten zouden moeten.

In de discussie over de wolf in Nederland zijn er partijen die volop inzetten op de plicht die eigenaren of houders van landbouwdieren en hobbydieren hebben om hun vee te beschermen tegen aanvallen door wolven. Wanneer zij geen goedgekeurd wolfwerend hek plaatsen rond hun dieren, zijn ze zelf verantwoordelijk voor hun gedode en verwonde dieren en komen zij niet in aanmerking voor schadevergoeding volgens de officiële regeling. Er wordt zelfs voorgesteld om hen juridisch aan te spreken op nalatigheid in hun zorgplicht. Hoe verhoudt deze opstelling zich ten opzichte van deze wet en de eis dat de dieren niet meer in stallen of binnen hekken mogen worden gehouden?

Voorzitter. Dierenwelzijn is geen onderwerp voor gelegenheidspolitiek, voor de bühne of voor ideologisch stuntwerk. Wat doen we wanneer dieren zelf geen natuurlijk gedrag meer vertonen, bijvoorbeeld hondsdolle dieren, losgebroken dieren in paniek, of dieren met een ziekte zoals botulisme? Grijpt de mens dan niet in vanwege zijn verantwoordelijkheid jegens deze dieren en de veiligheid van mens en dier? Is het in het belang van het zieke dier om het te laten creperen? Mag een eigenaar van een oude zieke hond met pijn er niet voor kiezen om deze te laten euthanaseren? Is het dierwaardig om te wachten op een langzame, natuurlijke en mogelijk pijnlijke dood van een dier? Nee, dat is dier- en mensonwaardig.

Ik heb een vraag aan de minister. Willen de voorstanders van deze wet, die natuurlijk gedrag van dieren niet willen beperken, dat gehouden dieren langs wegen en snelwegen vrij kunnen rondlopen, met alle gevaren van dien voor de dieren en het verkeer? Als ik mijn hond niet meer aan de lijn mag houden, is het snel gedaan. Is dat diervriendelijk? Laten we blij zijn, voor mens en dier, dat de eigenaren van dieren hun verantwoordelijkheid nemen en zorgen voor een veilige en gezonde omgang met dieren en ingrijpen wanneer dit nodig is en wanneer er gevaar voor veiligheid en gezondheid voor mens en dier dreigt.

Voorzitter. Ik ga terug naar de veehouderij. Daar ligt wel zo'n wet voor. Wat geldt voor de voorbeelden van de huisdieren, geldt ook voor de dieren die voor de voedselproductie worden gehouden. De ene persoon wil alleen vlees eten van een varken dat buiten in de modder heeft gewroet, terwijl een ander het prima vindt als een varken binnen heeft geleefd. Nog weer iemand anders vindt vlees eten helemaal niet oké en eet dus geen vlees. Nog weer anderen vinden alles wat van het dier afkomstig is not done, zelfs honing, want dat komt van een bij. Deze mensen zijn veganisten. Als eigenaar, maar ook als samenleving, stellen we wel bepaalde grenzen aan de dierhouderij. Die grenzen passen we aan als we vinden dat het beter is voor een dier. De normen in de veehouderij zijn op die manier door de sector zelf ook al heel erg opgeschoven. Zo was preventief antibioticagebruik 25 jaar geleden normaal. Je wilde immers voorkomen dat dieren ziek werden. Nu is dat niet alleen verboden, maar heeft de sector het antibioticagebruik zelf succesvol extreem teruggedrongen. Er is tot 70% minder antibioticagebruik sinds 2009.

Voorzitter. 40 jaar geleden stonden de meeste koeien de hele winter aangebonden in een kleine, donkere stal. Tegenwoordig lopen vrijwel alle koeien in een ruime stal, met veel licht, lucht en ruimte. Daarin kunnen ze kiezen wanneer ze willen liggen, eten, drinken en zelfs vaak wanneer ze gemolken willen worden. Er zijn zelfs waterbedden in de koeienstal en zeker, in ieder geval elke dag, een schoon leeg bed. Er is de hele dag verzorging van de boer of de boerin. Wordt een koe een keer ziek, dan staat de dokter in no time op de stoep. Kom daar maar eens mee aan in de intensieve menshouderij. Het gaat om veel verbeteringen van het welzijn, zonder dat daarvoor ooit een wet nodig was. Dit is pas een van de vele voorbeelden van de vooruitgang op het gebied van dierenwelzijn in de sector de laatste jaren.

Er is natuurlijk gewoon een keuze: biologisch, regulier, planetproof, een beetje van dit, een beetje van dat. Kortom, voor elk wat wils. Zo gaat het bij het houden van dieren. Iedere beslissing is in feite betwistbaar. Er is altijd een keuze. Daar ligt het pijnpunt van het amendement-Vestering. Het maakt van een wereld met vele tinten een zwart-witprobleem, zonder de mogelijkheid tot overleg en overeenstemming. Bij inwerkingtreding van het amendement-Vestering zouden alle dieren natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen. Er mag geen kans zijn dat onze manier van het houden van dieren pijn of lijden veroorzaakt bij een dier. Het dier hoeft zich niet aan ons aan te passen, maar we moeten de houderij aanpassen. Dieren mogen niet langer belemmerd worden in hun natuurlijk gedrag. "Natuurlijk gedrag" is in dezen een heel breed begrip. Ik noem een paar voorbeelden uit de Quickscan informatieset Convenant Dierwaardige Veehouderij van de Universiteit van Utrecht, waarin het gaat over natuurlijk gedrag en de gevolgen van het niet kunnen uitoefenen van dat natuurlijk gedrag.

Een. Kunstmatige voortplanting bij dieren. Het individu kan seksueel gedrag niet volledig uitoefenen. Dat zou kunnen leiden tot een negatieve emotionele toestand van het dier. Hier staat in feite dus dat koeien er verdriet van zouden hebben dat zij geen fysiek, seksueel contact kunnen hebben met een echte stier.

Twee. De huisvesting van varkens. "Beperking van de thermoregulatie kan leiden tot hittestress of koudestress die samengaat met ongemak." En er staat: "Adequate ruimtetemperaturen boven de 25 graden zijn kritisch voor zogende zeugen. Ook vrije toegang tot een warmere of koelere plek binnen het hok en op de vloeren is van belang." Hoewel dit een heel sympathiek idee lijkt, staat hier niet alleen dat voorkomen moet worden dat varkens het warm of koud hebben, maar ook dat een varken zelf moet kunnen kiezen voor een bepaalde omgevingstemperatuur. Als we in de houderij alle stress en alle ongemak moeten voorkomen, moeten we varkens dan niet én een vrije uitloop én een verwarmd hok én een gekoeld hok bieden in de zomer?

Drie. De huisvesting van leghennen. "Leghennen kunnen over het algemeen geen seksueel gedrag vertonen, omdat ze meestal in koppels gehouden worden met alleen hennen." Dat zijn dus vrouwtjeskippen. "De welzijnsgevolgen voor het niet kunnen uitoefenen van het seksueel gedrag zijn nog onbekend. Het zou kunnen leiden tot een negatieve emotionele toestand en frustratie van de kip." Dat zijn dus alweer seksueel gefrustreerde dieren. Overigens staat met betrekking tot een ander type hen dan de leghen, de ouderdieren, het volgende in het rapport. "Ouderdieren worden gehouden met ongeveer één haan per tien hennen, in grote koppels van enkele duizenden dieren. Het niet kunnen vermijden van paringen kan leiden tot veerschade en verwondingen bij de hennen." Dit kan, alweer, leiden tot een emotioneel negatieve toestand van stress, angst en pijn. Dit staat er, terwijl daarnaast in het rapport staat dat kippen als zij in het wild zouden leven in een groep met een of meer hanen per ongeveer tien hennen zouden leven. Dus zelfs in de verhoudingen die het meest natuurlijk zijn, zou de houderij het altijd fout doen. We kunnen het dus niet goed doen, wat we ook doen. Kennelijk levert alle houderij altijd een gevaar op voor de op de een of andere manier seksueel gefrustreerde, verdrietige of gestreste dieren.

Voorzitter. Het bovenstaande komt allemaal uit een in ieder geval nog wetenschappelijk onderbouwd rapport. Maar als het amendement onveranderd in werking treedt, laten we de beoordeling over aan de rechters. Dat zijn rechters die zich moeten laten leiden door de wet, die dan dus oneindig vaag en ondertussen oneindig streng is. Want wat als een rechter wordt gevraagd of een hek om een schapenwei wel natuurlijk is? Moeten we dan alle schapen loslaten? Wat als een rechter wordt gevraagd of het stress oplevert dat we schapen in het voorjaar scheren? Uiteraard is scheren niet natuurlijk. Dat levert op dat moment gerust even wat stress op voor het schaap. Maar niet scheren is onvoorstelbaar dieronvriendelijk. Ook dat kunnen we dus niet goed doen en dat is het einde van de houderij van schapen.

Voorzitter. Dan wil ik nu ingaan op het amendement-De Groot/Van Campen. Artikel 2.3a, dierwaardige veehouderij: "1. Op grond van de artikelen 2.2, twaalfde lid in samenhang met het tiende lid, en 1.3, worden bij algemene maatregel van bestuur in ieder geval regels gesteld die gericht zijn op het bewerkstelligen van een dierwaardige wijze van houden van dieren die bedrijfsmatig worden gehouden met het oog op de productie van dierlijke producten. 2. Onder een dierwaardige wijze van houden van dieren die bedrijfsmatig worden gehouden met het oog op de productie van dierlijke producten wordt een veehouderij verstaan waarin ten aanzien van de behoeften van dieren, voor zover zulks redelijkerwijs kan worden verlangd, wordt voorzien in:

a. respect voor de intrinsieke waarde en integriteit van het dier, waaronder in ieder geval verstaan wordt dat geen routinematige ingrepen worden uitgevoerd op basis van voldoende maatregelen gericht op het minimaliseren van risicofactoren." Graag een reactie van de minister op wat hier precies bedoeld wordt.

"b. goede voeding, inhoudende een wijze van voer- en waterverstrekking die aansluit bij de gedragsbehoeften van de soort, waarbij geen voer- en waterbeperking wordt opgelegd en variatie in voeding wordt geboden aansluitend bij gedragsbehoeften." Een voerbeperking is soms gezonder dan onbeperkt voeren. Het is bovendien voor sommige dieren natuurlijk om niet 24 uur per dag onbeperkt gevoerd te worden. Daarnaast is het soms gewoon niet mogelijk om dieren continu te voeren. Graag een reactie van de minister op wat hier bedoeld wordt en op de vraag of de minister het met ons eens is dat beperking soms beter is.

"c. goede omgeving, inhoudende een stalconcept waarin dieren van alle leeftijden de keuzevrijheid en ruimte hebben om soorteigen gedrag uit te voeren, inhoudende geen kooihuisvesting, voldoende thermisch comfort en keuzevrijheid." Dit is niet uit te voeren. Kleine kuikens of jonge kalveren kunnen niet altijd kiezen waar ze willen zijn. Het is niet verstandig om alle dieren de ruimte te geven om soorteigen gedrag te vertonen.

"d. goede gezondheid, inhoudende een stalconcept en management dat het risico op veel voorkomende gezondheidsproblemen minimaliseert, waartoe in ieder geval voorzien wordt in geschikte vloeren en ondergrond."

"e. natuurlijk gedrag, inhoudende een stalconcept dat voorziet in de gedragsbehoeften van de soort, onder andere voor wat betreft sociaal gedrag, zelfverzorgend gedrag, foerageergedrag, territoriaal gedrag, maternaal gedrag en rustgedrag." Dit is het grootste probleem. Deze gedragingen en natuurlijk gedrag mogen vertonen komt uit de vrijheden van Brambell. Die zijn verkeerd vertaald naar het Nederlands. Het gaat namelijk niet per se om natuurlijk gedrag. Brambell heeft het over "normal behaviour" gedrag; dat is normaal gedrag. Je wil namelijk wel dat koeien hun tochtgedrag laten zien, maar je wil niet dat er om iedere tochtige koe stieren gaan vechten. Dat is wel natuurlijk, maar vinden wij niet normaal. Je wil bijvoorbeeld wel dat een zeug de ruimte heeft om haar biggen te zogen, maar niet dat ze de zwakke biggen doodmaakt, opeet of achterlaat. Dat is wel natuurlijk gedrag, maar vinden wij niet normaal. Het feit dat deze tekst van Brambell in Nederland verkeerd vertaald en daarmee verkeerd geïnterpreteerd is, is al vervelend genoeg. Maar nu is die verkeerde vertaling ook nog in de wet terechtgekomen. Dat is natuurlijk het probleem als je een amendement schrijft uit een gevoel van emotie en overtuiging, maar je niet geremd wordt door enige kennis van zaken. Graag een reactie van de minister.

"3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voor de op grond van artikel 2.8, tweede lid, onder b, aangewezen lichamelijke ingrepen met het oog op een dierwaardige wijze van houden van de in het eerste lid bedoelde dieren regels gesteld over het vervallen van die aangewezen ingrepen, voor zover de ingreep geen diergeneeskundige noodzaak heeft en voor zover het verrichten van de ingreep niet dwingend voortvloeit uit bindende onderdelen van EU-rechtshandelingen." Graag ook hierop een reactie van de minister.

"4. De krachtens het eerste en derde lid vast te stellen regels zijn gericht op het uiterlijk in 2040 bewerkstelligen van een dierwaardige wijze van het houden van dieren" — dit jaartal hoort niet in een wet, maar in een algemene maatregel van bestuur; daarnaast zijn de stallen die vorig jaar gebouwd zijn, niet in 2040 al buiten gebruik of werkelijk afgeschreven, dus dit is te snel — "tenzij en voor zover noodzakelijk voor bepaalde situaties bij die in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur een langere termijn wordt gesteld met het oog op een redelijke overgangstermijn gericht op het door houders van dieren kunnen terugverdienen van investeringen die noodzakelijk zijn om aan die regels te voldoen." Ook hierop graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Dan wil ik nu even terugkomen op de paarden, waar ik in het begin van mijn betoog op doelde. In deze wet zit ook een tentoonstellingsverbod van dieren die een niet-natuurlijke ingreep hebben ondergaan. Voor 1 januari was het toegestaan om dieren uit een land waar het was toegestaan om een ingreep te doen, te tonen op tentoonstellingen en evenementen. Mijn vraag aan de minister is of het mogelijk is om de oudere paarden, die geboren zijn voor 1 januari 2016, die het vertrouwen en de rust hebben om bij deze evenementen op te treden, in te zetten voor culturele evenementen, zoals ringsteken en folkloristische optochten. Graag een toezegging van de minister.

Tot slot, voorzitter. Deze wet zoals die nu voorligt is een verbetering ten opzichte van wat hiervoor door deze Kamer als hamerstuk is vastgesteld, maar een wet geschreven op basis van emotie en gevoelens is moeilijk uitvoerbaar en zal zeker weer een gang naar de rechter veroorzaken. We zien ook de onduidelijkheden van het amendement van Van Campen en De Groot. Hierbij doe ik een oproep aan de minister en het nieuwe kabinet om de convenantstafels het werk te laten doen en ervoor te zorgen dat er voldoende financiering is om stappen te kunnen zetten en aan de slag te gaan met pilots die laten zien wat wel en niet kan.

Voorzitter, ik rond af. Van jongs af aan heb ik gewerkt met dieren en planten. De wereld verandert. Nieuwe technologieën en inzichten hebben leefomstandigheden van zowel mens als dier in het Westen verbeterd, soms sterk verbeterd. Dierhouderij, menshouderij vastleggen in kaders, maar niet alles vastleggen in wetten en zeker niet als Nederland als eendagsvlieg deze weg inslaan. Juist het onderwerp dierhouderij zou Europees opgepakt moeten worden, waarbij de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid belangrijke elementen zijn, zodat de dierhouderij in Nederland een toekomst heeft en dieren niet elders in of buiten Europa onder slechte omstandigheden worden gehouden.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Jaspers. Mijn hartelijke gelukwensen met uw maidenspeech. Staat u mij toe om iets van uw achtergrond te schetsen.

Samen met uw broer heeft u ruim 30 jaar in een maatschap een varkenshouderij en melkveehouderij gehad. Sinds 2004 werkt u op een boomkwekerij in uw woonplaats Someren-Heide. Paarden zijn uw hobby — u heeft het erover gehad — en dan met name het Nederlandse trekpaard en de haflingerpaarden, herkenbaar aan hun witte manen. Jaarlijks probeert u een veulen te fokken. Vanuit deze interesse was u ook geruime tijd lid van het hoofdbestuur van de Koninklijke Vereniging "Het Nederlandse Trekpaard en de Haflinger". Ook was u lid van het bestuur van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie en van de rooms-katholieke Parochie Heilige Franciscus, en voorzitter van de Stichting Mariaoord Park van Vrede in Asten-Ommel.

Politiek bent u al lang actief. Zo bent u bestuurslid van Lijst Someren-Heide. Eerder was u namens de partij negen jaar fractievoorzitter in de gemeenteraad van Someren-Heide en van 2010 tot 2014 was u bovendien als wethouder verantwoordelijk voor milieu en water, en ruimtelijke ordening buiten de bebouwde kom. Ook was u vier jaar lid van het algemeen bestuur van waterschap De Dommel namens de lijst Werken aan Water.

"En toen kwam de BoerBurgerBeweging op mijn pad", vertelt u op de website van BBB. Geïnspireerd door het volgen van Caroline van der Plas op sociale media en uit onvrede hoe de provinciale en landelijke politiek met het platteland omgaat, kandideerde u zich voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2021, en twee jaar later opnieuw. Intussen was u op 13 juni 2023 geïnstalleerd als lid van déze Kamer. Na uw verkiezing zei u tegen het Eindhovens Dagblad: "Waar de onvrede van de burgers zit, daar werken we aan. (…) We blijven met beide benen op de grond en met gezond boerenverstand naar alles kijken." U doet dat onder andere in de commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, zoals die nu nog heet. Met uw ervaring in zowel de veehouderij als de tuinbouw, bent u daar zeker op uw plek.

Nogmaals van harte gefeliciteerd, meneer Jaspers, met uw maidenspeech.

Dan geef ik thans de collega's de gelegenheid het lid Jaspers te feliciteren met zijn maidenspeech, maar niet dan nadat ik hem als eerste heb gefeliciteerd. Ik verzoek de heer Jaspers zich op te stellen voor het rostrum voor de felicitaties.

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.