Plenair Roovers bij behandeling Wet versterking participatie op decentraal niveau



Verslag van de vergadering van 28 mei 2024 (2023/2024 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.52 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Roovers i (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Dit was een mooi en inhoudelijk debat. Ik wil de minister zeker bedanken voor het enthousiasme in zijn antwoorden. Ik had gehoopt dat ze nog langer waren. Ik vind de voorzitter hier erg streng. Ik zou hier graag nog eens een paar uurtjes aan wijden, maar goed.

Dit was een beetje een debat zoals een debat bedoeld is, namelijk: elkaar met een soort open houding bevragen. De uitkomst is volgens mij ongewis. Ieder staat volgens mij open voor overtuigingen. Dat vond ik mooi om te zien. Ik weet niet zeker of het debat helemaal heeft opgeleverd wat ik ervan gehoopt had. Ik zou zeggen: participatie, ja, maar op deze manier? Daar ben ik nog niet helemaal uit.

Ik wil heel even terugkomen op iets wat razendsnel ging in de interrupties. Dat was de vraag of de minister al of niet in overleg zou treden met de VNG om het beginselbesluit als voorkeursoptie op te nemen in een modelverordening. Ik heb dat opgevat als een toezegging. Mijn vraag is: heb ik dat juist begrepen? Dan moeten we het bandje even terugspoelen. Dat is dus nog mijn vraag aan de minister.

Daarnaast heb ik een motie die ik graag zou willen indienen. Ik begrijp dat ik die even voorlees.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Wet versterking participatie op decentraal niveau beoogt om de betrokkenheid en het eigenaarschap van ingezetenen en maatschappelijke partijen in de directe (leef)omgeving te stimuleren;

overwegende dat wat betreft het uitdaagrecht de groep inwoners beperkt is tot de ingezetenen;

constaterende dat "maatschappelijke partijen" in de wet niet geografisch noch anderszins gedefinieerd zijn, het begrip "maatschappelijke partijen" zo te interpreteren dat het gaat om lokaal verankerde maatschappelijke partijen die niet primair gericht zijn op winstuitkering;

verzoekt de minister in overleg te treden met de decentrale overheden om de modelverordening daarmee in lijn te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Roovers, Dittrich, Janssen-van Helvoort, Fiers, Van der Goot en Hartog.

Zij krijgt letter E (36210).

Mevrouw Roovers (GroenLinks-PvdA):

Dat gezegd hebbende, sluit ik mijn bijdrage aan het debat af door iedereen te bedanken. Ik bedank ook de collega-senatoren voor hun inbreng. Dat vond ik allemaal buitengewoon leerzaam.

Wij schorten ons oordeel aangaande deze wet even op. Dat is eigenlijk ook wat filosofie is. Ik ben blij dat ik daar nog even op terug kan komen. Je oordeel even opschorten en in overleg gaan met de fractie hoort niet per se bij de definitie van filosofie, maar dat zal ik doen. Ik neem alles wat hier gezegd is en wat ik gehoord heb mee naar de fractie. Dan zullen wij, alles overwegende, tot een oordeel komen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Roovers. Dan is het woord aan de heer Doornhof namens het CDA.