Plenair Meijer bij behandeling Wet betaalbare huur



Verslag van de vergadering van 18 juni 2024 (2023/2024 nr. 36)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.58 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Meijer i (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de minister voor de beantwoording. In de eerste termijn heb ik aangegeven dat de vier doelstellingen van het wetsvoorstel in de ogen van mijn fractie niet helemaal met elkaar in balans zijn. Er zullen structureel veel minder huurinkomsten komen, waardoor de investeringsomvang in deze sector kleiner zal worden. We maken ons ook zorgen over de doelen twee, drie en vier van het wetsvoorstel. In het interruptiedebatje van zo-even heb ik aangegeven dat de beantwoording op dit punt niet echt hielp. Wij maken ons gewoon meer zorgen over de particuliere verhuurders en de bestaande voorraad en wij maken ons ook iets meer zorgen over het uitponden op termijn.

Dan ga je elkaar op een gegeven moment met de cijfers om de oren slaan. De heer Kemperman wees er al op dat CRBE, om er maar eens een te noemen, op 2 april een studie heeft uitgebracht waaruit blijkt dat de meeste uitgeponde woningen juist niet bij starters terechtkomen. Ik word ook gevoed tijdens de vergadering. De staatssecretaris van Financiën heeft voor de Wet werkelijk rendement box 3 in september 2023 een brief geschreven waaruit blijkt dat het gaat om honderdduizenden in box 3, terwijl deze minister het over tienduizenden heeft. Daar gaat het uiteindelijk allemaal niet om. Op een gegeven moment moeten we ophouden met die cijfers naar elkaar te gooien. Wij geloven in ieder geval niet in het punt dat de balans voldoende aanwezig is. Ik vond het een minder geslaagde opmerking in de beantwoording dat de particuliere verhuurders in feite last hebben van fiscale maatregelen, waardoor de rendementen minder zijn. Volgens mij gaat de regering ook over fiscale maatregelen, en die zijn niet getroffen. Dus dan moet je ervoor zorgen dat je de beleidsvoorstellen tegelijk aanbiedt.

Ik heb wel een positief gevoel bij hoe de minister aankijkt tegen het vestigingsklimaat en de stapeling van regeldruk. Daar zijn we het over eens. Ik vind ook de uitleg over onzelfstandige en zelfstandige woonruimtes overtuigend. Dat kan ik het ook weer aan een ander vertellen, die mij er weer op aanspreekt.

Bij de monumenten blijven we wat langs elkaar heen praten. Ik begrijp niet wat er is tegen een proportionele puntentelling in het WWS, zoals dat ook bijvoorbeeld bij zorgwoningen gebeurt, maar er is blijkbaar geen bereidheid om daarop te bewegen.

Ik heb nog twee belangrijke punten. Dat is allereerst de invoering. Daar komt, denk ik, straks nog een motie over. Er is al een motie over ingediend door de heer Kemperman en er komt nog een motie van de heer Rietkerk, als ik het allemaal zo hoorde. Elk uitstel is ons welkom, maar ik vind het onduidelijk waarom de wet nou per se op 1 juli moet worden ingevoerd, en bijvoorbeeld op 1 januari de besluiten of de handhaving. Waarom niet alles op hetzelfde moment? Daar zal ongetwijfeld een politieke reden achter zitten, maar de duidelijkheid wordt daar voor mij niet door vergroot.

Wat de monitoring en evaluatie betreft, zijn we, denk ik, een heel stuk dichter bij elkaar gekomen. Daar gaan ook moties over rond.

Voorzitter. Ik wil eigenlijk alle moties eerst maar eens bestuderen en dan bekijken wat we ervan vinden in plaats van het hier allemaal te gaan roepen. Ik maak een uitzondering voor een motie die ik samen met de heer Rietkerk heb opgesteld. Die zal hij zo meteen toelichten.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Meijer. Dan is het woord aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.