Plenair Van Rooijen bij behandeling Wet betaalbare huur



Verslag van de vergadering van 18 juni 2024 (2023/2024 nr. 36)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.01 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn beantwoording, ook op fiscaal gebied. De wet moet voor 1 juli in het Staatsblad komen. Waarom moet dat, zo vraag ik nogmaals. Over stoom en kokend water gesproken! Dat raakt aan de algemene reflectie die wij geacht worden te plegen en tevens aan de probleemoplossing die bij de behandeling van een wetsvoorstel nog plaats moet kunnen vinden. Waarom niet 1 januari 2025? Ik sluit me aan bij de vraag van collega Meijer. Hebben we ook iets geleerd van de vreselijke pensioenwet die hier nog door de oude senaat gejast moest worden, ook met stoom en kokend water? Gelukkig is dat nu een vrije kwestie onder het nieuwe kabinet-Schoof. Dan zeg ik: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

In december 2023 is een motie van 50PLUS aangenomen om voor box 3 primair de vermogenswinstbelasting te laten gelden en niet de door mijn fractie steeds vermaledijde genoemde vermogensaanwasbelasting. Dat laatste is niet meer dan een ordinaire belasting op niet gerealiseerde waardestijgingen. Weg ermee! Zo waarschuw ik het nieuwe kabinet. Mijn fractie is blij met de opvatting van het CDA, verwoord door collega Rietkerk, dat zij ook tegen een vermogensaanwasbelasting zijn.

Voorzitter. Staatssecretaris Van Rij heeft gisteren het wetsontwerp voor een nieuw box 3-stelsel voor advies naar de Raad van State gestuurd. Voor vastgoed gaat dan het werkelijke rendement gelden, de huurinkomsten minus de kosten, en bij een verkoop van vastgoed zal dan een vermogenswinstbelasting, dus over het werkelijk gerealiseerde rendement, plaatsvinden. Voor het overige vermogen geldt volgens het wetsvoorstel dat gisteren naar de Raad van State is gestuurd, helaas de vermogensaanwasbelasting nog steeds. Dat is een belasting op papieren waarde, op waardestijging van aandelen die een jaar later ook weer in waarde kunnen dalen. Niet doen, zei ik. En het CDA vindt dat gelukkig ook.

Voorzitter. Ik heb in de eerste termijn een motie ingediend over de overdrachtsbelasting. In deze motie wil ik tweemaal het woord "nieuwbouw" vervangen door "woningen".

De voorzitter:

De motie-Van Rooijen (36496, letter J) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat fiscaal beleid rond vastgoedinvesteringen en woonbeleid niet in samenhang functioneren;

constaterende dat beleggers met 10,4% overdrachtsbelasting een dusdanig hoog tarief betalen dat benodigde investeringen in woningen achterblijven;

overwegende dat investeerders gebaat zijn bij zekerheid op korte termijn;

verzoekt de regering om ten behoeve van de augustusbesluitvorming in kaart te brengen op welke manier de overdrachtsbelasting voor beleggers substantieel verlaagd kan worden zodat investeringen in de woningen een extra impuls krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter O, was letter J (36496).

Dan maakt met die wijzigingen de motie onder letter J niet langer deel uit van de beraadslagingen. Die wordt vervangen door uw nieuwe motie onder letter O, dus: 36496, letter O. De motie onder letter J wordt dus afgevoerd uit de beraadslagingen. We hebben nu te maken met 36496, letter O.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik dank de minister voor zijn antwoorden op onze vragen over box 3 en overdrachtsbelasting. Hij gaf daar een mooi fiscaal college. Over de overdrachtsbelasting heeft mijn fractie een motie ingediend. In die motie wordt gevraagd om een substantiële verlaging van het 10,4%-tarief naar bijvoorbeeld 8% of zelfs 6%. Over de dekking zegt de minister dat hij een voorkeur heeft voor differentiatie binnen de overdrachtsbelasting. Dat begreep ik althans van hem. Dan zou dus eventueel het 2%-tarief moeten worden verhoogd. In antwoord op een opmerking van mevrouw Janssen zei ik al dat mijn fractie vindt dat ook gekeken moet worden naar bredere exogene dekking, zoals de minister dat noemde, in het kader van het brede Belastingplan 2025, waarover in augustus de besluitvorming plaatsvindt. De minister wees er terecht op — dat verklaart ook de urgentie van onze motie — dat het van groot belang is, ook voor buitenlandse beleggers in Nederlands vastgoed, dat het toptarief van 10,4% niet meer het toptarief in Europa of zelfs daarbuiten is, maar dat het een gematigd en gerechtvaardigd tarief wordt.

Voorzitter. We spraken eerder in het debat over de bereidheid om de huursector eventueel te verruimen door de staatssteun ter discussie te krijgen in Brussel. Daar is ook een motie over ingediend, door collega Talsma, die ik heb medeondertekend.

Ik heb naar aanleiding van Brussel toch nog even de vraag of de minister kan reageren op de gisteren in Brussel aangenomen Natuurherstelwet. Wat zijn de gevolgen voor de nieuwbouw en de plannen die we hier de hele dag besproken hebben? De heer Van Gurp vraagt nu wat het betekent voor de pensioenen. Ik spreek niet elke dag en elke minuut over de pensioenen, maar ik ben blij met de aanvulling van de collega's van de Partij van de Arbeid-GroenLinks-fractie.

Voorzitter. Ik wil eigenlijk eindigen met een woord naar de minister. Het laatste debat met deze minister in deze Kamer. De 50PLUS-fractie heeft groot respect voor zijn deskundigheid en vooral ook voor zijn grote inzet voor de goede zaak. We hebben ook bewondering voor zijn uithoudingsvermogen. Ook ik vind dat toch iets om jaloers op te zijn. Chapeau voor z'n gedrevenheid en, zoals de collega van Volt ook zei, zijn bevlogen optreden. Ik wens de minister al het goede voor de toekomst, ook de nabije, en in zijn persoonlijke leven met zijn nog jonge gezin na deze ambtsperiode. Ik zeg met name "jonge gezin", omdat ik toch ook langs deze weg zijn dochter wil feliciteren met het slagen vorige week. Ik kan dan niet onvermeld laten dat onze derde kleinzoon vorige week op dezelfde dag ook is geslaagd. Wij zullen minister De Jonge, althans hier, gaan missen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan de heer Janssen namens de SP, mede namens de Partij voor de Dieren.