Verslag van de vergadering van 8 oktober 2024 (2024/2025 nr. 03)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.37 uur
De heer Schalk i (SGP):
Voorzitter. Stilte. Wat is dat toch vaak veelzeggend. Maar je hoort het eigenlijk alleen als je echt goed luistert. Stilte kan heel verschillend klinken: rustgevend of juist verontrustend, verwachtingsvol of indrukwekkend, zoals op 4 mei 20.00 uur 's avonds op de Dam; ik stond er weer bij dit jaar. Stilte. Het kan ook confronterend zijn als je een naam hoort, "Twin Towers", als je een gebeurtenis memoreert, "MH17" of als je een datum noemt, "7 oktober". Gisteren was het 7 oktober. Exact een jaar geleden braken de gruwelijkheden in Israël uit toen Hamas zich uitleefde in dood en verderf, in verkrachtingen en verwoesting. Als ik aan de gijzelaars denk die nu al meer dan een jaar lang opgesloten zitten in de tunnels van Hamas, dan kan ik eigenlijk niet anders dan heel stil worden.
Voorzitter. Sinds die periode grijpt het antisemitisme zijn kans, ook in Nederland. Joden durven zich nauwelijks te roeren, keppeltjes gaan af, scholen krijgen extra beveiliging en de haat spat ervanaf. Denk bijvoorbeeld aan de vreselijke rellen rondom de universiteiten dit voorjaar. Studenten en relschoppers verenigden zich en misbruikten hun democratische rechten om Israël, de enige democratische rechtsstaat in het Midden-Oosten, te verwerpen, Joden dood te wensen en een terroristische staat te verheerlijken die hen in ieder geval níét de democratische rechten zou verschaffen die ze hier misbruiken. Trouwens, in 2018 is er een motie van mijn hand aanvaard waarin, kort gezegd, de regering wordt verzocht om de wenselijkheid van een verbod op gezichtsbedekkende kleding bij manifestaties en demonstraties te onderzoeken. Hoe staat het met de uitvoering van deze motie?
Terug naar dat verwerpelijke antisemitisme. Laten we, juist nú, om onze Joodse landgenoten heen blijven staan, en steeds weer actief laten merken dat wij hen willen beschermen en dat ze bij ons horen. De minister-president gaf daar gisteren blijk van door zijn aanwezigheid bij de herdenking in Amsterdam. Dat is heel belangrijk. Dank daarvoor. Ik zag op foto's ook dat minister Keijzer en minister Faber daarbij waren. Waardering daarvoor.
Voorzitter. Als politici en leiders hebben we een voorbeeldfunctie in wat we doen en laten, en in wat we zeggen. Dat geldt ook voor politieke debatten. Mensen kijken naar ons. Daarom moeten wij het goede doen, want als wij als politici, als gekozen volksvertegenwoordigers ons niet weten te gedragen, kunnen we dan verwachten dat de kiezers zich wél binnen de perken weten te houden? Als wij schreeuwen, hoe kan het land dan stil en gerust zijn? Paulus, de bekende apostel, schreef daarover in het nieuwe testament — een prachtige frase in 1 Timotheüs. "Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle mensen; Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen." Een gerust en stil leven: dat zou ik iedereen gunnen. Maar hoe komen we daar? Wat is ons kompas?
Voorzitter. Voor mij is dat de Bijbel, als het woord van wijsheid met leefregels die heilzaam zijn voor alle mensen. En zelfs al geloof je niet in God en al heb je geen boodschap aan die Bijbel, dan zijn die wijsheden toch universeel en te vervatten in allerlei bijzondere woorden, zoals "rechtvaardigheid" en "barmhartigheid", om er maar twee te noemen. Die woorden passen bij het asieldebat, waar we het vandaag ook al even over gehad hebben. Het moet rechtvaardig voor degenen die hier alleen om economisch voordeel naartoe komen en barmhartig voor degenen die daadwerkelijk vervolgd en bedreigd worden. Dat is niet gemakkelijk. Toch zal er duidelijkheid moeten komen, door het versnellen van procedures, door uitgeprocedeerde asielzoekers niet de kans te geven de illegaliteit in te duiken en door asielzoekers die zich misdragen over de grens te zetten. En zeker, het moet ook door wetgeving, maar dan wel graag adequaat en accuraat. Het moet adequaat, zodat de instroom daadwerkelijk wordt beteugeld. Het moet ook accuraat zijn, oftewel deugdelijk, proportioneel en staatsrechtelijk juist. Ik zou graag een debat met de minister-president aangaan over de volgende simpele vraag. Waarmee bereiken we nu het beste resultaat, met een noodgreep of met een spoedwet?
Voorzitter. De positie van de SGP is glashelder: wij gaan voor het doel van de inperking van de asielinstroom. Ten tweede. Dat moet, zo mogelijk, langs de koninklijke en parlementaire weg van een spoedwet. Ik weet dat dat een wet is die spoedig behandeld moet worden. Ten derde. Ik kan op de noodwet eigenlijk niet reflecteren, omdat ik de inhoud daarvan nog niet ken. Maar ik zeg dat wel omdat de route van het staatsnoodrecht absoluut onzeker is, terwijl de fractie van de SGP de broodnodige inperking van migratie juist wil laten gelukken, op een adequate en accurate manier. Daarom mijn oproep aan het kabinet: ga aan de slag met een spoedwet.
Voorzitter. Een ander universeel begrip is rentmeesterschap, bijvoorbeeld. Dan gaat het over het goed beheren en gebruikmaken van Gods goede schepping.
De heer Van Hattem i (PVV):
Ik dank de heer Schalk voor zijn mooie betoog. Ik hoor hem toch spreken over een spoedwet, al zegt hij daar wel meteen bij dat het natuurlijk afhankelijk is van omstandigheden. Ziet de heer Schalk de omstandigheden voor zich waarin zo'n spoedwet ook heel snel behandeld kan worden? Of ziet hij de belemmeringen die ik ook zie? Wordt dit niet gewoon een heel lang wetgevingstraject? Gaat het niet op z'n minst één of twee jaar duren voordat zo'n wet behandeld is? Daarmee is het geen voortvarende aanpak om de asielinstroom snel mee terug te dringen.
De heer Schalk (SGP):
Ik zie natuurlijk ook dat dat mogelijk zou zijn. Maar laten we even kijken naar alle verschillende facetten van de spoedwetgeving. Voor de snelheid kunnen we het beter toch maar zo noemen; u zult het me vergeven. Allereerst zou de regering er iets aan kunnen doen, namelijk door heel snel met een spoedwet te komen. Dat is één. De regering kan ook aan de Raad van State vragen om het met spoed en voorrang te behandelen. Dat is het tweede. Daarna is de Tweede Kamer aan zet. Daar hebben wij niet zo veel invloed op, maar misschien wel via onze fracties. Dat is het derde. Vervolgens komen we hier in de Eerste Kamer. Dan is het inderdaad aan ons om te kijken op welke manier we het doen. Dat kan heel lang duren, maar we hebben ook voorbeelden van allerlei spoedwetgeving uit het verleden waarbij ook lang niet iedereen zat te juichen, maar waarbij het ons toch lukte om dat in redelijke termijnen te doen. Je kan dan namelijk afspraken met elkaar maken, bijvoorbeeld in commissies en dergelijke. Ik weet dat je kunt traineren wat je wilt. Er zijn partijen in dit huis die daar in het verleden erg goed in waren. Maar er zijn ook partijen die proberen om toch met enige voortvarendheid spoedwetgeving door deze Kamer te loodsen.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Van Hattem.
De heer Van Hattem (PVV):
Juist wetende dat het parlementaire stelsel zo veel mogelijkheden biedt om lang over wetgeving te doen en overal uitgebreid bij stil te staan, vraag ik toch het volgende aan de heer Schalk. Als hij zo nadrukkelijk die spoedwet voor ogen heeft, wat ziet hij dan concreet voor zich? Zoals ik al zei, bestaat zo'n spoedwet niet in de wetgeving. Er is geen enkele figuur van een spoedwet opgenomen in het staatsrecht. Kan hij nader onderbouwen hoe het er dan moet uitzien? Waar zou het op gebaseerd moeten zijn? Welke doorlooptijd heeft hij voor ogen? Als we nu snel iets moeten doen aan die asielinstroom, dan is de uitzonderingsbepaling, die ook gewoon door de wetgever op democratische wijze in de Nederlandse wetgeving is verwoord, een kortere route dan het moeten afwachten van de behandeling van een volledig wetgevingstraject, waarbij je de Raad van State wel kan vragen om het met spoed te behandelen maar het dan nog maar de vraag is of dat met spoed gebeurt, en waarbij het nodig kan zijn dat er nog internetconsultatie plaatsvindt et cetera — ik heb net de hele riedel opgenoemd — terwijl we nu al twee jaar formeel in een asielcrisis zitten.
De voorzitter:
Graag een bondig antwoord. En vervolgt u dan uw betoog.
De heer Schalk (SGP):
Mijn partij vergunt het mij om nu al een poosje in deze Kamer te mogen dienen. Wij komen heel vaak wetgeving tegen waarbij het kabinet op goede gronden vraagt om tempo te maken. Dan kun je gaan traineren — dat weet ik — maar je kunt ook zeggen: we gaan dat op een goede en nuchtere manier doen. Overigens is de Kamer zelf ook in staat om tegen het kabinet te zeggen: "Wij willen wel vragen stellen, maar wij doen dat in een snelle ronde. Wij bieden u vragen aan en we willen graag binnen twee, drie dagen antwoorden ontvangen." Of iets dergelijks. Met andere woorden: je kunt best wel de vaart erin houden. We kennen heel veel voorbeelden, die ik omwille van de tijd niet allemaal langs zal gaan. Ik kijk naar de voorzitter; hij zou dat vast niet leuk vinden, want het zijn er zo veel. Als we het hier over twee of drie jaar hebben, dan hebben we het echt over een situatie waarin willens en wetens de zaak getraineerd wordt. Dat is gewoon niet nodig, …
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Schalk (SGP):
… ook niet als het lastig is. Zal ik mijn deel vervolgen?
De voorzitter:
Dat lijkt mij een uitstekend idee!
De heer Schalk (SGP):
Goed, dat ga ik proberen. Een ander begrip. Ik noemde al iets over "rentmeesterschap". Als kabinet kun je een andere visie krijgen op bijvoorbeeld het klimaat dan het vorige kabinet had. Maar laten we in ieder geval proberen het vertrouwen van de burgers een beetje vast te houden. Ik noem kortheidshalve maar één woord: de salderingsregeling. Denk daar nog eens over na.
Een ander begrip is "dienstbaarheid". Dan denk ik natuurlijk aan sectoren als onderwijs en gezondheidszorg, die dienstbaar zijn aan onze samenleving. Maar problemen zijn er genoeg. Hoe komen we nu aan voldoende mensen die dienstbaar willen zijn in die sectoren?
En bij datzelfde mooie woord "dienstbaarheid" denk ik ook aan de overheidstaken in ordehandhaving en veiligheid, aan politie en defensie. Het gewone politiewerk heeft zwaar te lijden door rellen rond sportevenementen en door een veelheid aan demonstraties. Onze politiemensen worden beledigd, uitgejouwd en getreiterd. Hoe gaan we het maatschappelijke respect voor de politie, voor het gezag, weer herstellen?
En dan defensie. Eindelijk. Door de brute aanval van de Russische agressor tegen Oekraïne was de vorige regering eindelijk bereid om de NAVO-norm te gaan leveren, hoewel de toenmalige minister-president direct aangaf dat het in de komende jaren wellicht niet meer haalbaar zou zijn. Ik ga ervan uit dat dit kabinet zich houdt aan de NAVO-norm. Ik noem heel bewust politie en defensie in het kader van dat stil en gerust leven voor onze burgers.
Voorzitter. Niet alleen onze burgerij moet worden beschermd, ook nog ongeboren kinderen hebben bescherming nodig. Helaas, helaas. Afgelopen jaar steeg het aantal abortussen van ruim 30.000 per jaar naar 35.606 in dat jaar. En de wettelijke bescherming is juist met rasse schreden afgenomen door onder andere het afschaffen van de beraadtermijn. 35.606 doden. Daar word je toch stil van? Allemaal noodgevallen? Hoe ziet het kabinet de beschermwaardigheid van het leven in het licht van het universele recht op leven, zoals verwoord in artikel 2 van het EVRM, vraag ik aan de regering. Laten we het recht om te leven niet omdraaien naar een recht om te doden. Oftewel, laten we er alles aan doen om te voorkomen dat abortus een mensenrecht wordt.
Ook het levenseinde is beschermwaardig. Maar de euthanasiecijfers zijn schokkend. Het gaat om 9.068 mensenlevens in 2023. Daar word je toch stil van? Dan gaat het overigens niet alleen om ouderen; het betreft steeds meer ook jonge mensen. Wat is het oordeel van het kabinet over de zorgen binnen de beroepsgroep van de psychiaters over dat blijkbaar vrij gemakkelijk de route naar euthanasie wordt ingeslagen?
Voorzitter. Een Bijbelse lijn is dat de overheid een schild voor de zwakken dient te zijn. Ook de zwakkeren in de samenleving snakken naar een stil en gerust leven. Maar de sociale kwesties, tegenwoordig vervat in het toverwoord "bestaanszekerheid", zijn schrijnend. Wat wordt, om maar wat te noemen, de aanpak van armoede, meer specifiek de kinderarmoede? Is het ontbijt op school het enige antwoord? Hoe gaan we om met de bestaanszekerheid voor eenverdieners, die nog steeds zwaar gestraft worden door ons belastingstelsel? Hoe denkt de regering de woningmarkt zo te organiseren dat jonge mensen in staat zijn om een huis te kopen of te huren? Wat betekent bestaanszekerheid voor mensen die ver weg wonen? Het budget voor Ontwikkelingssamenwerking, nu Ontwikkelingshulp, is afgeroomd. Daarbovenop wordt ook de giftenaftrek beperkt; die is grotendeels teruggedraaid, maar deels ook niet. Ziet de minister-president nog mogelijkheden om de barmhartigheid te verheffen boven de zuinigheid?
Voorzitter. Laten we eerlijk zijn. Dit kabinet staat voor een enorme opdracht. Daarvoor is wijsheid nodig, evenals kracht en Gods zegen. Graag zeg ik het de koning na, zoals hij het in de troonrede zei: u mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden. Die troonbede in de troonrede, daar word ik stil van, maar nu niet van ontzetting, maar in afhankelijkheid. Stil zijn voor mijn goede God.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Dan is het woord aan mevrouw Perin-Gopie van Volt.