Verslag van de vergadering van 8 oktober 2024 (2024/2025 nr. 03)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 23.31 uur
De heer Schalk i (SGP):
Voorzitter. Uiteraard veel dank aan de minister-president voor de beantwoording en respect voor alle bewindslieden die hier vandaag aanwezig waren.
Voorzitter. Ik ga niet mijn hele eerste termijn weer langslopen. Ik dank de minister-president inderdaad voor heel veel antwoorden. Ik heb gemerkt dat hij er heel zorgvuldig mee omgegaan is. Ik heb in ieder geval stilgestaan bij het gezin, nog stiller bij leven en dood en misschien wel het meest stil bij Israël. Ik dank de minister-president voor de manier waarop hij daarop is ingegaan.
Ik heb één antwoord gemist, namelijk op de vraag over het thema waar het vandaag ook heel even over ging, rond het asieldebat. Daar hebben we, dacht ik, ook even over gesproken. Ik vroeg naar wat adequaat en accuraat is en waarmee we nu het beste resultaat bereiken. We hebben het vandaag heel erg over het proces gehad, maar waarmee bereiken we nu eigenlijk het beste resultaat? Met een noodgreep of met de spoedwet? Daarom ga ik nu expliciet nog verder in op dit vraagstuk. Want in de Tweede Kamer is eigenlijk van links tot rechts gesuggereerd om naast noodwetgeving ook te werken aan spoedwetgeving. In dit debat bleef toch redelijk massief doorklinken dat het kabinet alleen doorgaat met de inzet van artikel 111 van de Vreemdelingenwet. De minister-president heeft wel aangegeven dat hij wat in dit debat werd ingebracht, ook zou meewegen. Daarom wil ik helpen met een extra motie, die misschien een plan B concreet maakt.
Mijn motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat met spoed adequate maatregelen moeten worden genomen om grip te krijgen op migratie;
constaterende dat het kabinet voornemens is de uitzonderingsbepaling van de Vreemdelingenwet 2000 te activeren, ondanks de mogelijke risico's ten aanzien van de (juridische) houdbaarheid van deze route;
overwegende dat het parlement vanwege de urgentie wetgeving op dit punt met spoed en voorrang kan behandelen, waardoor de maatregelen voor inwerkingtreding democratische legitimatie krijgen;
constaterende dat de regering doorgaat met het voornemen om artikel 111 van de Vreemdelingenwet in werking te stellen;
verzoekt de regering, rekening houdend met de wens van de Eerste Kamer, bij de uitwerking van deze maatregelen tegelijkertijd ook spoedwetgeving hierover voor te bereiden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Schalk, De Vries en Bovens.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.
Zij krijgt letter J (36600).
De heer Schalk (SGP):
Voorzitter. Dan rest mij — ik zit in negatieve tijd inmiddels, zie ik op de klok — om nogmaals te herinneren aan de troonbede in de troonrede en daarmee het kabinet veel wijsheid en zegen toe te wensen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Perin-Gopie namens Volt.