Plenair Van der Goot bij voortzetting behandeling Algemene Politieke Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 8 oktober 2024 (2024/2025 nr. 03)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 23.40 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Goot i (OPNL):

Dank u wel, voorzitter. We zijn zo'n beetje aan het einde van de marathon. Ik wil de minister-president dankzeggen voor de toezegging wat betreft het ROB-advies over de SPUK-uitkeringen, namelijk dat de fondsbeheerders, de ministers van Binnenlandse Zaken en Financiën, dat zullen behartigen. We nemen hun oordeel graag mee bij de voorbereiding van de Algemene Financiële Beschouwingen. Op de Nedersaksenlijn zal ik bij de Algemene Financiële Beschouwingen terugkomen.

Dan kom ik natuurlijk nog even op de politiebureaukwestie. Er ligt een motie voor. Afhankelijk van de toezegging die ik van u ontvang, kan de motie eventueel weer worden ingetrokken.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit cijfers van de Nationale Politie blijkt dat in de afgelopen vijf jaar bijna een kwart van de politiebureaus heeft moeten sluiten;

constaterende dat met name de politieregio's Noord-Nederland en Zeeland-West-Brabant een significante afname in het aantal politiebureaus hebben ervaren;

constaterende dat het verdwijnen van politiebureaus onderdeel is van de terugtrekkende bewegingen van de rijksoverheid waarmee volgens het rapport "Elke regio telt!" afbreuk wordt gedaan aan de aanwezigheid en maatschappelijke betekenis van publieke diensten in regio's;

overwegende dat onvoldoende duidelijk is hoe meer politie in de wijken, buurten en regio’s concreet vorm krijgt en welke afrekenbare doelen daaraan ten grondslag liggen;

overwegende dat het sluiten van politiebureaus onomkeerbare gevolgen met zich mee kan brengen, terwijl de verwachte voordelen niet of onvoldoende in kaart zijn gebracht;

verzoekt het kabinet een brief aan beide Kamers te zenden waarin helder wordt uiteengezet hoe de zichtbare en laagdrempelige aanwezigheid van meer politie in wijken, buurten en regio's concreet vorm krijgt, inclusief afrekenbare doelen en concrete acties;

verzoekt het kabinet daarnaast er bij de Nationale Politie op aan te dringen het politiebureau in Wolvega, evenals andere politiebureaus, niet te sluiten, in ieder geval totdat het overlegtraject over genoemde brief met beide Kamers is afgerond,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Goot en Rosenmöller.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter L (36600).

Meneer Van Hattem, één enkele vraag sta ik toe.

De heer Van Hattem i (PVV):

Ja, een enkele vraag ter verduidelijking van de motie. De heer Van der Goot vraagt om een nadere uitwerking van het plan waarover in het regeerprogramma al staat dat het uitgewerkt zal worden. Is het dan eigenlijk niet een beetje prematuur om de motie nu al in te dienen? Waarom zou de heer Van der Goot niet gewoon het plan afwachten, kijken waar het kabinet mee komt en dan bezien of er een motie nodig is?

De heer Van der Goot (OPNL):

Vooral belangrijk in deze fase is dat bureaus, terwijl we nog zitten te wachten op een brief, niet ondertussen al worden gesloten, zoals dat in Wolvega aan de orde is. Het zal ook elders het geval zijn. Dan is de schade aangericht en gaat zo'n bureau niet automatisch weer open. Dat is zo in strijd met "Elke regio telt", waarvan de heer Van Hattem in het verleden nog een groot voorstander was, herinner ik me nog. Misschien is dat aan het verdampen. Er verandert meer vandaag de dag. Voor ons is "Elke regio telt" belangrijk. De zichtbaarheid belangrijk. Als er een toezegging komt van de minister-president dat dit in enigerlei mate het geval is, dan kunnen we of de motie intrekken of de motie aanhouden.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Goot. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister-president, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Dat is niet het geval. U wenst een schorsing van vijftien minuten. Dan schors ik de vergadering tot 0.00 uur. Ik vraag de fracties om direct de moties al even te bekijken voor het stemmen, zodat we zo meteen niet nog een keer hoeven te schorsen.