Verslag van de vergadering van 19 november 2024 (2024/2025 nr. 08)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 11.16 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
Mevrouw Aerdts i (D66):
Voorzitter, dank u wel. Morgen vieren we de 100ste Internationale Dag van het Kind en de 35ste verjaardag van het Verdrag voor de Rechten van het Kind. Voor ons allemaal een mooi moment om bij stil te staan, voor mij extra bijzonder omdat ik ruim twintig jaar geleden als jongerenvertegenwoordiger de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties mocht toespreken. Ook toentertijd stonden seksuele en reproductieve rechten behoorlijk onder druk. De regering-Bush werkte samen met bijvoorbeeld Iran en het Vaticaan om deze rechten van jongeren te beperken. Toen ik in de vergadering zei dat jongeren "nu eenmaal seks hebben", was dat bijna revolutionair. Deze geschiedenis maakt het voor mij des te belangrijker om ook hier vandaag voor de rechten van jongeren en toekomstige generaties op te komen.
Politici hebben daarin een belangrijke voorbeeldfunctie en verantwoordelijkheid. In de afgelopen weken ben ik mij meer zorgen gaan maken over de manier waarop we met elkaar omgaan. Politiechef Youssef Ait Daoud zegt het als volgt. "Moreel leiderschap houdt in dat je verantwoordelijkheid neemt, niet alleen voor je werk, maar ook voor hoe je je opstelt binnen het bredere maatschappelijke debat, het erkennen van onze gedeelde menselijkheid en het bouwen aan een debat dat niet polariseert, maar verbindt. De echte kracht van een samenleving komt namelijk niet voort uit het hardste debat, maar uit de bereidheid om elkaar te zien en te horen, ook als we het niet met elkaar eens zijn. We moeten nadenken over de woorden die we gebruiken en de impact die ze hebben, waarbij de pijn van de een niet de politieke gewin van de ander mag zijn."
Voorzitter. Naast dat de Eerste Kamer kijkt naar rechtmatigheid, handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van de wetgeving, ziet de D66-fractie het ook als onze taak om te kijken naar de impact op jongeren en de generaties die na ons komen.
De voorzitter:
Komt u nog bij de Miljoenennota? Die is aan de orde.
Mevrouw Aerdts (D66):
Het gaat over de economie van de toekomst.
De voorzitter:
Oké.
Mevrouw Aerdts (D66):
Het gaat over een economie waarin we produceren zonder onze lucht, onze grond en ons water te vervuilen, een economie waarin we grondstoffen en materialen zo veel mogelijk hergebruiken, een economie waarin we gebruikmaken van ieders talenten, vaardigheden en kennis, en een economie waardoor jongeren zich geen zorgen hoeven te maken of ze hun opleiding kunnen betalen, over een langstudeerboete, of hun huis niet zal overstromen, of ze überhaupt wel een huis hebben om in te wonen, of ze zich een gezin kunnen veroorloven en of dat gezin wel in veiligheid kan opgroeien. Voor de economie van de toekomst is een aantal grote transities nodig op het gebied van energie, materiaalgebruik en voedsel.
Aan die toekomst moeten we nu bouwen, maar we zien, zoals de planbureaus ook al constateren, een minister van Financiën die denkt aan het hier en nu. Aan vandaag, aan morgen, maar niet aan de komende jaren en decennia, en zeker niet aan de behoeftes van de jonge mensen van nu en in de toekomst, of aan de impact van wat we in Nederland doen op de rest van de wereld. We zien een minister die vooral bezig is met boekhouden. Om onze welvaart en ons welzijn in de toekomst op peil te houden, laat staan te vergroten, moeten we steeds meer doen met minder mensen, want Nederland en Europa vergrijzen. Hoe verdient Nederland in de toekomst zijn geld? Welke opleidingen, banen, sectoren willen we nu stimuleren om het verdienvermogen van de toekomst zeker te stellen, en welke niet? Ik had gehoopt de ideeën daarover terug te zien in deze begroting, maar mijn fractie kan in deze begroting helaas geen visie ontwaren. Ik zou de minister dan ook willen uitnodigen om in dit debat alsnog te schetsen hoe de economie van de toekomst er in zijn ogen uitziet en wat voor een samenleving hij hiermee beoogt.
Klimaatverandering is de grootste bedreiging van de toekomst. Niet pas in 2100, niet in 2050, niet in 2030, maar vandaag. We stonden hier niet voor niets twee weken geleden stil bij de rampzalige overstromingen in Spanje. Dat kan weer gebeuren, ook hier. We moeten alles op alles zetten om de opwarming van de aarde zo veel mogelijk te beperken. Onder het vorige kabinet leken de klimaatdoelen voor 2030 voor het eerst binnen bereik. Onder dit kabinet is de kans dat die doelen daadwerkelijk behaald gaan worden, minder dan 5%, en het laaghangend fruit is inmiddels geplukt. We zien een kabinet dat geen duidelijke keuzes durft te maken om de uitstoot te verminderen, om de industrie schoner te maken en om extra te investeren in deze transities. Dat zullen we natuurlijk ook met de minister van Klimaat en Groene Groei oppakken, maar ik vraag deze minister hoe hij zijn eigen verantwoordelijkheid ziet in deze transities.
Voor die economie van de toekomst moeten we nu investeren in wetenschap, in ontwikkeling en vooral ook in de mensen om dat onderzoek te doen, de nieuwe technologieën te ontwerpen en vervolgens te bouwen. "Onderwijs en onderzoek vormen de ruggengraat van een innovatieve en concurrerende economie", schrijven VNO-NCW, de Universiteiten van Nederland en 40 toonaangevende Nederlandse bedrijven in een brandbrief aan deze minister. Want wat zien we? We zien gigantische bezuinigingen op onderwijs en de wetenschap. We zien een bezuiniging op het toekomstige verdienvermogen van Nederland. We zien een bezuiniging op de toekomst van onze kinderen. Hoe beantwoordt de minister de noodkreet van deze sectoren?
Ik merk het ook op mijn eigen universiteit. Jonge wetenschappers weten niet of ze hun baan kunnen behouden en beraden zich op een toekomst in het buitenland. Waardevolle kennis vloeit weg en dat is niet een-twee-drie weer op te bouwen. Op het moment dat deze bezuinigingen ertoe leiden dat hele opleidingen uit Nederland verdwijnen, is de schade niet te overzien. Dat is ook relevant voor mijn eigen vakgebied, vrede en veiligheid. We leven in woelige geopolitieke tijden. Europa zal zelf weerbaarder moeten worden. Om Nederland veilig te houden heb je ook mensen nodig die andere talen spreken en andere culturen begrijpen. We kunnen ons niet verschuilen achter de dijken.
We zien in het regeerprogramma het woord "innovatie" ruim 80 keer genoemd worden, maar het lijkt wel alsof het spontaan moet ontstaan. Nederland voldoet nog steeds niet aan de Lissabonrichtlijn om 3% van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden. Het Groeifonds, met al zijn gebreken, was het enige vehikel voor publiek-private samenwerking bij langetermijninvesteringen. Dat wordt door deze minister de nek omgedraaid. Er is 6,8 miljard euro niet uitgegeven. De minister geeft in antwoord op onze vragen aan dat deze miljardenbezuiniging wordt gecompenseerd door extra budget voor Invest-NL, namelijk 900 miljoen, en Invest International, te weten 100 miljoen. Maar deze investeringen richten zich op start-ups en scale-ups en niet op volwassen bedrijven die willen investeren. Kortom, het is een ordinaire miljardenbezuiniging. Zou de minister hier nog wat dieper op in willen gaan dan hij deed in zijn schriftelijke beantwoording?
Deze bezuinigingen op innovatie en onderwijs raken wat D66 betreft ook direct aan het zijn van een betrouwbare overheid. Met universiteiten gemaakte afspraken, juist voor een lange termijn, worden niet nageleefd. Mijn collega's spraken over het vestigingsklimaat. Graag wil ik hier benoemen dat het wat mijn fractie betreft niet alleen gaat om gunstige fiscale regelingen, maar juist ook om het zijn van een betrouwbare overheid en om het opleiden van inwoners voor de functies die bedrijven nodig hebben. D66 zou graag zien dat er structureel beleid wordt gevoerd in plaats van dat we over een aantal jaar met de zoveelste operatie Beethoven te maken hebben. Kan de minister daarop ingaan? Woorden als "productiviteit", "concurrentiepositie" en "verdienvermogen" klinken misschien heel abstract, maar het gaat om de vraag hoe we onze welvaart en welzijn op peil houden en doorgeven aan de volgende generaties.
Ik sprak een econoom die zei: iedereen en z'n moeder heeft tegenwoordig een deltaplan voor Nederland, alleen wil niemand erin investeren. De ideeën zijn er, de verbeeldingskracht is er. Lang werd gedacht dat die investeringen uit het bedrijfsleven zouden moeten komen en dat investeringen door de overheid deze investeringen zouden verdringen, maar het omgekeerde blijkt waar. Publieke investeringen trekken private investeringen aan. SEO Economisch Onderzoek zei gisteren dat alleen al dankzij subsidies en fiscale regelingen vorig jaar 25 miljard euro is geïnvesteerd in de energietransitie. Dat is mooi, maar het is niet genoeg, zoals ik al eerder zei.
Dit is ook geen opgave waar Nederland alleen voor staat. De D66-fractie ziet hierin een belangrijke rol voor Europa, zoals Draghi laat zien in zijn rapport. Hij roept de Europese landen op hun innovatiekracht te vergroten, de energietransitie te versnellen en te bouwen aan strategische onafhankelijkheid. Daarom is het ook zo verbazingwekkend dat dit kabinet in zijn regeerprogramma minder dan 500 woorden besteedt aan Europese samenwerking en dat Europa nauwelijks wordt genoemd in de Miljoenennota.
De heer Griffioen i (BBB):
Ik hoor mevrouw Aerdts iets zeggen over 25 miljard in de energietransitie. Dat heb ik ook gelezen. Daar zit toch ook een stuk innovatie in om dit land verder te vergroenen. Dat is wel een heel duidelijk voorbeeld. Als ik even terug mag komen op universiteiten: de vraag is of wij wel zo veel buitenlandse studenten moeten willen hebben die ons geld kosten, die collegegeld krijgen en waarvan een groot deel weer weggaat. Ja, het kabinet heeft een keuze gemaakt. Ik sprak vorige week een hoogleraar die zei: dit is een hele goede keuze. Er wordt heel verschillend over gedacht. Mijn vraag is dus als volgt. Ziet u ook de innovatie in dat grote bedrag dat aan de energietransitie is uitgegeven? Wat kunt u zeggen over het besluit om minder buitenlandse studenten toe te laten tegen de achtergrond dat het grootste deel weer vertrekt uit Nederland maar de samenleving veel geld kost?
Mevrouw Aerdts (D66):
Wij zijn heel blij met de 25 miljard die geïnvesteerd is. Je ziet ook het vliegwieleffect van de combinatie van publieke en private gelden. Maar het is niet genoeg. Deze investering alleen zal niet de hele transitie katalyseren. Daar zie ik een grotere rol voor de overheid weggelegd. Dit dient echt ter illustratie van het punt dat ik daarvoor wilde maken. Natuurlijk snappen wij dat er soms ook keuzes gemaakt moeten worden, ook ten aanzien van hoger onderwijs. Maar het voorbeeld dat u nu noemt gaat voorbij aan de grote investeringen die je moet doen om op de lange termijn onderzoekers te kunnen aannemen. Nu gaan ze het land verlaten. Hele opleidingen verdwijnen, waardoor je hele stromingen en zaken niet kunt duiden. Ik gaf het voorbeeld uit mijn eigen praktijk. Als je geen opleidingen in kleine talen of cultuurstudies meer hebt, is het best wel ingewikkeld om vervolgens de geopolitieke context beter te kunnen begrijpen.
De heer Griffioen (BBB):
In de schriftelijke beantwoording door de minister is dit punt ook aan de orde geweest. Daarin staat duidelijk dat universiteiten een lumpsum krijgen en een eigen regie kunnen gaan voeren. Daar ligt ook een mogelijkheid om keuzes te maken.
Mevrouw Aerdts (D66):
We zien helaas al dat universiteiten dat ontzettend braaf aan het doen zijn. Ze zijn al aan het anticiperen, maar we zien ook de effecten. Mijn collega's vragen zich af: is hier nog een plek voor mij? Ze zijn al weg, soms nog voordat de keuzes uiteindelijk worden gemaakt. Die impact mag niet worden onderschat.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
Mevrouw Aerdts (D66):
Deze Algemene Financiële Beschouwingen zijn een belangrijk ijkpunt als het gaat om het uitoefenen van het budgetrecht. In deze Kamer stemde de voltallige oppositie tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen voor de motie-Van Meenen. Hoewel we nog steeds ontstemd zijn dat dit kabinet weigerde om de motie uit te voeren, zijn we tevreden dat de btw-verhoging op sport, cultuur en media na het debat in de Tweede Kamer van tafel is. We kijken uit naar de inspanning van deze minister om een breed gedragen alternatief te vinden. Graag ontvangen we een brief waarin de minister aangeeft hoe dat proces, inclusief tijdslijnen, er richting de Voorjaarsnota uit zal zien. Verder vragen wij de toezegging van de minister dat hij voor deze alternatieve dekking een impactanalyse laat uitvoeren, zodat wij onze taak goed kunnen uitvoeren. Daarbij willen wij de suggestie doen om vooral nog eens te kijken naar het ambtelijke rapport over fiscale regelingen.
Verder staat er niet zo veel in deze Miljoenennota en de bijbehorende begroting om optimistisch over te zijn. GroenLinks-PvdA en het CDA gingen al uitgebreid in op de gemeenten. De voorgestelde bezuinigingen in de OCW-begroting zijn een regelrechte kapitaalvernietiging. Het is ongeëvenaard kortzichtig om te weigeren te investeren in de generaties die in de toekomst het geld moeten verdienen. De minister is er trots op dat hij staat voor deugdelijke overheidsfinanciën. De D66-fractie vindt het dan ook onbegrijpelijk dat de begroting van het ministerie van Asiel en Migratie zijn bureau heeft kunnen passeren. De Rekenkamer heeft vorig jaar laten zien dat de uitgaven aan asielopvang in 21 van de 23 onderzochte jaren onderschat werden. Vervolgens komt dit kabinet met een begroting die de overtreffende trap van magisch denken is. Het op papier zo ongeveer opdoeken van het COA en de IND vindt D66 onbestaanbaar en financieel ontzettend onverstandig. Uiteraard gaan we hier bij de behandeling van de begroting op in, maar ik zou graag van deze minister willen horen hoe het mogelijk is dat hij deze begroting heeft goedgekeurd.
We hebben het dan nog niet over de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, een van de grootste bezuinigingen in de Nederlandse geschiedenis. Het doorvoeren van de bezuiniging komt neer op moedwillige bestuurlijke vernieling. Dit kabinet komt internationaal gemaakte afspraken niet na, onder andere door de ontkoppeling van het budget waar we al eerder over spraken. Nog belangrijker is dat Nederland mensen in de steek laat die ons het hardste nodig hebben: lhbtiq+-personen die opkomen voor hun mensenrechten, mensen die hun geloof willen belijden, vrouwen en meisjes die zelf over hun lichaam willen beschikken en mensen die bang zijn huis en haard te verliezen door klimaatverandering.
Voorzitter, ik rond af. In dit betoog heb ik uitgebreid stilgestaan bij de economie die volgens D66 past bij Nederland. Daarin investeren wij in de klimaat- en energietransitie, in mensen en in innovatie en durven wij met moed en verbeeldingskracht te kijken naar de toekomst. Deze minister sluit zijn ogen voor de reële risico's maar ook de kansen die er nu liggen met de grote transities van deze tijd. Door niet voldoende te investeren in innovatie, wetenschap en klimaattransitie schuiven wij het probleem door naar toekomstige generaties. Durf juist nu ook te investeren in die grote transities. Jongeren leven liever met een hoge overheidsschuld dan in een onleefbare wereld.
Ik snap dat het vandaag blijkbaar Internationale Mannendag is. Dat zien we hier ook; volgens mij spreekt hier vandaag nog één vrouw. Vorig jaar hadden we nog een vrouwelijke minister van Financiën. Ik ben wel heel blij dat we hier nog een generatiegenoot aan tafel hebben zitten — juist de Eerste Kamer is een van weinige plekken waar je als veertiger nog jong bent — vooral omdat ik van hem verwacht dat hij de economie goed wil achterlaten voor zijn kinderen. De D66-fractie blijft optimistisch en strijdbaar. Hoewel de Miljoenennota maar in zeer beperkte mate aansluit bij het beeld dat ik hierboven schetste, zien wij ruimte voor de minister. Ruimte om toekomstige generaties mee te nemen in het beleid. Ruimte om met moed en verbeeldingskracht te werken aan een betere samenleving voor de mensen van nu, maar ook voor de generaties die na ons komen, hier en elders, om vooruit te gaan in plaats van achteruit.
We wachten de beantwoording met belangstelling af.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Aerdts. Het slechte nieuws is dat de enige andere vrouw die zou spreken ook nog ziek is, dus u bent geheel alleen vandaag. Ik geef het woord aan de heer Van Strien namens de PVV.