Plenair Perin-Gopie bij behandeling Energiewet



Verslag van de vergadering van 3 december 2024 (2024/2025 nr. 10)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.41 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Dank u wel, voorzitter. We bespreken vandaag een wetsvoorstel met verstrekkende gevolgen: de nieuwe Energiewet. De nieuwe Energiewet vervangt de sterk verouderde Elektriciteitswet en Gaswet en belooft daarnaast een aantal Europese richtlijnen om te zetten in Nederlandse wetgeving. Het doel van de wet is het moderniseren van onze energie-infrastructuur om de energietransitie te versnellen, consumenten beter te beschermen en flexibiliteit in het energiesysteem te brengen. Dit is essentieel in een tijd waarin de vraag naar duurzame energie stijgt en we onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen willen verminderen. Het versnellen van de overgang naar duurzame energie is niet alleen belangrijk voor het klimaat, maar ook voor de energiezekerheid van Nederland, zodat we minder afhankelijk zijn van onbetrouwbare buitenlandse energiebronnen.

Toch mogen we de kritiek van de Raad van State op deze wet niet negeren. De Raad van State heeft er bezwaar tegen dat de Energiewet de implementatie van de Europese Clean Energy Package combineert met een grote hoeveelheid andere wijzigingen, zoals de samenvoeging van de Elektriciteitswet en de Gaswet tot één wet. Dat maakt dat de rechtmatigheid en uitvoerbaarheid van deze wet ontoetsbaar zijn. De Raad van State adviseerde daarom de Elektriciteitswet en de Gaswet niet samen te voegen of om op z'n minst de Clean Energy Package via een aparte wet te implementeren. De minister en haar voorganger hebben er bewust voor gekozen om beide adviezen van de Raad van State naast zich neer te leggen. De minister en haar voorganger wilden vasthouden aan één wet, met als reden dat het voor de energietransitie van belang is de noodzakelijke wetgeving niet verder te vertragen en direct te kunnen inspelen op belangrijke actuele ontwikkelingen in het energiedomein. Maar mijn fractie vraagt zich af of dit niet een gelegenheidsargument is. Hadden de minister en haar voorganger het bezwaar van de Raad van State niet al aan de voorkant kunnen zien aankomen?

Door de wetten samen te voegen is er sprake van wetgeving van slechte kwaliteit. De Raad van State oordeelde ook: "De verschillende doelen en functies van het wetsvoorstel leiden ertoe dat het voorstel verschillende gezichten heeft. In het voorstel worden de verschillende functies bovendien onvoldoende duidelijk onderscheiden en uitgewerkt en is veelal niet duidelijk wanneer het gaat om implementatie of herimplementatie of om uitvoering van nationale beleidsvoornemens."

De wet geeft dus onvoldoende duidelijkheid over de gevolgen voor burgers en bedrijven. Hoe moeten we dit zien in de geest van goed bestuur, waar dit kabinet voor zegt te staan? Hoe verhoudt dat goede bestuur zich tot de inbreukprocedure die de Europese Commissie is gestart tegen Nederland? Volgens de Europese Commissie voldoet Nederland mogelijk niet, of niet volledig, aan de omzetting van de Elektriciteitsrichtlijn. Kan de minister aangeven of instemming met de Energiewet leidt tot een volledige en correcte omzetting van de Elektriciteitsrichtlijn?

Mijn fractie is ook benieuwd hoe het staat met de implementatie van de rest van de Clean Energy Package. Daar zat ook de Richtlijn hernieuwbare energie in. Die had in juni 2021 omgezet moeten zijn. Ook daarbij loopt er een inbreukprocedure tegen Nederland. Daarom vraag ik de minister wat het effect is van de nieuwe Energiewet op de implementatie van de Richtlijn hernieuwbare energie.

De wet roept bij mijn fractie ook vragen op over de verenigbaarheid met het Unierecht. De nieuwe regels voor energie-uitwisseling en flexibiliteit, zoals peer-to-peerhandel en aggregatie, lijken kansen te bieden, maar deze veranderingen moeten voldoen aan EU-regels voor mededinging en non-discriminatie. De voorgestelde maatregelen kunnen schuren met de vrije toegang tot markten en mogelijk leiden tot ongelijke behandeling van kleine spelers en burgerinitiatieven ten opzichte van grote energiebedrijven. Ik wil dit graag verder toelichten, want dit is heel complex. De Energiewet introduceert maatregelen als congestiemanagement en langetermijncontracten met netbeheerders om de flexibiliteit in het netwerk te verbeteren. Dit soort contracten kunnen grote energiebedrijven bevoordelen, omdat zij de middelen hebben om aan complexe eisen te voldoen en te concurreren op deze markt. Kleine initiatieven en nieuwe marktspelers, zoals lokale energiecorporaties, zouden hierdoor moeilijk toegang kunnen krijgen tot dezelfde marktkansen. Dat is strijdig met Europese regels voor eerlijke concurrentie. Wat gaat de minister doen om gelijke kansen op de energiemarkt te bevorderen, zodat er sprake is van eerlijke concurrentie?

De Energiewet biedt mogelijkheden voor lokale samenwerking en kabeldeling om netcongestie te verminderen. Hoewel dit goed aansluit bij de EU-doelstellingen voor duurzaamheid, kunnen netbeheerders prioriteit geven aan bepaalde soorten energieopwekking, bijvoorbeeld zonneparken op grote schaal boven kleinschalige projecten van corporaties of individuen. Dit kan bij de uitvoering van de wet leiden tot indirecte discriminatie van kleine initiatieven. Hoe gaat de minister dat voorkomen?

Een punt van kritiek op de Energiewet is de complexiteit die deze wet introduceert voor burgers. Terwijl de wet belooft om consumenten meer zeggenschap te geven, wordt het tegelijkertijd moeilijker om te begrijpen hoe men daadwerkelijk kan profiteren van goedkopere en duurzame energie. De wet lijkt vooral in het voordeel te werken van theoretisch opgeleide Nederlanders met een hoog inkomen en toegang tot zonnepanelen en energieopslagsystemen. Maar voor alle andere Nederlanders, die niet beschikken over deze middelen, blijft het onduidelijk hoe zij voordelig stroom kunnen krijgen.

Het advies van de ACM om haar bevoegdheid te geven om maximumtarieven te stellen, is niet opgevolgd. De collega's van de ChristenUnie en D66 noemden dat ook al. Nu kan de ACM alleen controleren of de tarieven redelijk zijn, maar dat betekent niet automatisch dat de tarieven ook echt lager of eerlijker worden voor consumenten. Wat gaat de minister doen om de complexiteit die de Energiewet met zich meebrengt voor burgers te verminderen? Hoe zorgt zij ervoor dat de Energiewet niet alleen werkt voor een selecte groep welvarende mensen, maar ook voor mensen met een laag of middeninkomen, huurders en anderen die geen toegang hebben tot eigen zonnepanelen? Hoe zorgt zij ervoor dat de voordelen van de wet voor alle Nederlanders toegankelijk worden?

Tot slot heeft mijn fractie nog een aantal vragen over grensoverstijgende netaansluitingen. Het is vaak economisch meer voor de hand liggend om een bepaalde woning of een bepaald bedrijf aan te sluiten op een netwerk aan de andere kant van de Nederlandse grens. In hoeverre maakt deze wet dit ook mogelijk? Hoe denkt de minister samenwerking over de grens met deze wet te vergemakkelijken?

Voorzitter. De Voltfractie heeft zo haar twijfels over de Energiewet. Hoewel de doelen van de wet belangrijk zijn, is het de vraag of deze uitvoerbaar is zonder grote investeringen en duidelijke communicatie naar burgers. Als de Energiewet doorgaat zonder dat deze punten zijn aangepakt, riskeren we dat een groot deel van de bevolking niet kan profiteren van de energietransitie. Tegelijkertijd blijven we, als de Energiewet het niet haalt, zitten met verouderde regelgeving die de energietransitie belemmert. Dat betekent dat netcongestie toeneemt, consumenten minder beschermd blijven en dat de doelen van het Klimaatakkoord nog verder uit zicht raken.

Voorzitter. Ik roep de minister op om deze zorgen serieus te nemen en concrete stappen te zetten om de uitvoerbaarheid van deze wet te verbeteren. We moeten ervoor zorgen dat de energietransitie niet alleen haalbaar is voor de happy few, maar voor iedereen, want alleen dan kan deze wet bijdragen aan een duurzame en eerlijke toekomst. Ik kijk uit naar de beantwoording van de minister.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel voor uw bijdrage. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Prins van de fractie van het CDA.