Plenair Van Bijsterveld bij voortzetting behandeling Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten



Verslag van de vergadering van 21 januari 2025 (2024/2025 nr. 15)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 15.52 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Bijsterveld i (JA21):

Voorzitter, dank. Ook mijn dank aan de minister voor de beantwoording van de vragen in de eerste termijn. Voor mijn administratie: ik krijg in tweede termijn in ieder geval nog een antwoord over de afbakeningsbepaling van artikel 22, met de verwijzing, en antwoord op de vraag wie er wordt bedoeld met "het bestuur". Is dat nu wel of niet de weegploeg?

Onze fractie vindt het belangrijk dat deze codificatie en deze wet ondersteund worden. We zijn niet helemaal blij met de kwaliteit van de wetgeving zoals die voorligt. Dat is en blijft een kritiekpunt. Maar wij denken wel dat de lokale praktijk heeft uitgewezen dat deze werkwijze en dit plan van aanpak in de praktijk goed werken en dat het juist belangrijk is dat er een wettelijke basis gegeven wordt, ook om rechtszekerheid te geven aan de deelnemende partijen dat zij hun gegevens onderling kunnen uitwisselen.

Ik wil ook nog even terugkomen op de vraag van mijn collega van PvdA-GroenLinks. Zij stelde mij in eerste instantie een vraag over de rechterlijke toetsing. Ik denk dat we dat met elkaar hebben uitgekristalliseerd, maar ik hinkte in de eerste termijn op twee gedachten. Dat heeft eigenlijk te maken met het feit dat mijn fractie van mening is dat de wetgever hier aan zet is. Naar onze mening is het een zwaktebod om dat nu eerst aan de rechter over te laten. Het zou de wetgevende macht sieren om dit in het kader van rechtsbescherming aan de voorkant in de wet op te nemen. We gaan het nu afwachten. U heeft de toezegging gedaan om het anders over te nemen. Maar we zullen dat dus moeten afwachten. Dat is tot die tijd dan toch weer een rechtsonzekerheid.

Mijn laatste vraag gaat vooral over de rechtspersonen. De AVG-wetgeving is niet van toepassing op rechtspersonen. In artikel 11 staat dat de betrokkene uiteindelijk moet worden geïnformeerd als hij in een casusoverleg besproken wordt. Daar kan een uitzondering op zijn, maar in theorie betekent dit eigenlijk dat dit niet geldt voor een rechtspersoon. Ik wil toch nog helderheid hierover krijgen, of de rechtspersoon wel geïnformeerd wordt en of er een informatieplicht is, uiteraard als de uitzondering niet van toepassing is. Want nogmaals, de AVG is er niet op van toepassing, maar er wordt wel naar verwezen in de wet.

Tot slot. Er is lang gesproken over de verschillende definities, maar naar de mening van mijn fractie is er nog onvoldoende duidelijkheid gegeven. Er ligt nog veel open. Verschillende overheidsinstanties gebruiken verschillende definities. Ik wil toch een oproep doen aan de minister om in de uiteindelijke invoeringstoets echt expliciet te kijken of de verschillende definities problemen opleveren in de rechtspraktijk en om, als dat zo is, toch tot een correctie te komen van de wet, dan wel tot een aanvulling, en om dat expliciet mee te nemen in de invoeringstoets en de evaluatie. Als de minister mij dat nog kan toezeggen in de tweede termijn, zou dat fijn zijn. Dank.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Bijsterveld. Dan is het woord aan de heer Dittrich namens D66.